Kleine hartcentra misschien toch niet dicht

De uiteindelijke teksten over de sluiting van de kleinere hartcentra laten toch nog ruimte om er enkele open te houden. In het Staatsblad van maandag verschenen de besluiten waarmee de federale minister van Volksgezondheid, Rudy Demotte (PS), twintig kleinere hartcentra wilde sluiten. Een meerderheid daarvan ligt in Wallonië en Brussel, vier liggen in Vlaanderen. De minister bevestigde zaterdag in Le Soir nog eens zijn vastberadenheid daarover.
Een onderzoek van het Kenniscentrum Gezondheidszorg heeft immers uitgewezen dat die kleinere centra - die maar een beperkt aantal ingrepen mogen doen - nauwelijks meerwaarde bieden, maar de zorgverlening wel veel duurder maken.

Alleen hartcentra die alle ingrepen aankunnen en die meteen ook chirurgische ingrepen kunnen doen als er bij de zachtere ingrepen iets misloopt, mogen overblijven, zo kondigde de minister aan.

Die grotere centra zouden dan wel beter gespreid moeten worden over het land. Dat betekende dat er in Vlaanderen twee zouden mogen bijkomen.

Vooral in Wallonië was er heftig verzet tegen de afbouw van de kleine centra. Maar de minister zei meermaals dat hij zijn beslissing zou handhaven.

In de teksten van de gepubliceerde besluiten staan nu wel mogelijkheden voor die kleinere centra om zich te associëren - bijna te fuseren - met grotere centra en dan toch te overleven. De voorwaarden lijken streng, maar de teksten zijn voor vele interpretaties vatbaar, zegt dr. Carine Boonen van het Vlaamse Verbond van Verzorgingsinstellingen (VVI), de koepel van de christelijke ziekenhuizen.

Rechtszekerheid is er dus nog niet, en die kon de koepel ook niet bekomen omdat de minister en de betrokken kabinetsleden met vakantie zijn en niemand anders weet wat bedoeld is in de besluiten. Typisch Belgisch: er zijn regels, maar alleen degenen die ze ontworpen hebben, weten wat en vooral wie bedoeld wordt en alleen zij kunnen daarover uitsluitsel geven. Welke nieuwe centra erbij komen in Vlaanderen, is ook nog niet duidelijk. Er is daarvoor al wel veel lobbywerk verricht. Officieel is het de Vlaamse overheid - de Vlaamse minister van Welzijn en Gezondheid, Inge Vervotte (CD&V) - die beslist.
16 aug 2006
meer over
zie ook rubriek