Opgeknapte organen

De beste donororganen komen van hersendode patiënten. Omdat de wachtlijst steeds langer wordt, kunnen voortaan ook hartdode mensen doneren.
EEN nier? Er zijn nog 960 wachtenden voor u. Een lever? U heeft rangnummer 270. Een hart? Veertig wachtenden voor u. Een long? Zestig. Een alvleesklier? Dertig.

De wachtlijst voor donororganen in België is lang. ,,Té lang'', zegt Jacques Pirenne van de KU Leuven: elk jaar sterven 150 Belgen terwijl ze op een orgaan wachten. Volgens de transplantatiechirurg van het UZ Gasthuisberg is orgaantransplantatie daarmee het slachtoffer geworden van haar eigen succes. ,,De vraag naar organen is groter dan het aanbod. We hebben maar een paar honderd mensen per jaar bij wie we organen kunnen afnemen. Terwijl meer dan vijtienhonderd mensen wachten op een transplantatie.''

Donororganen komen doorgaans van hersendode mensen: zij hebben de beste organen. Ook komt hun overlijden zelden onverwacht, zodat een ziekenhuis een orgaanafname goed kan plannen, en een operatiekamer en chirurgen kan klaarhouden. Maar hersendood is een relatief zeldzame manier van overlijden. Van de honderdduizend Belgen die elk jaar doodgaan, zijn er ongeveer 250 hersendood. Ze liggen op de afdeling intensieve zorg met hersenen die door een verkeersongeluk, een zelfmoord of een val onherstelbaar zijn beschadigd. als deze, vaak nog jonge, patiënten beademd en kunstmatig gevoed worden, houden hun andere organen zich prima en zijn ze zeer geschikt voor transplantatie.

Dat ligt anders met organen van mensen die thuis of op straat onverwacht na een hartstilstand overlijden. Hun organen vallen een tijdje zonder bloed en zuurstof en lopen daardoor weefselschade op.

Maar de technieken om zo'n orgaan na een poos van ademnood weer op te krikken, zijn de jongste jaren verbeterd, zegt Pirenne. ,,We zouden dubbel zoveel organen kunnen krijgen als we ook bij deze mensen systematisch organen konden weghalen.''

Als ze er snel genoeg bij zijn, kunnen artsen na een overlijden katheters in de grote bloedvaten van de dode aanbrengen, om de organen met bewaarvloeistof door te spoelen en tegelijk ook te koelen. Die snelle koeling tot twaalf à vijftien graden voorkomt dat een orgaan 'bederft' in het nog warme lichaam van de pas overledene. ,,Vergeet niet dat het een hele tijd duurt voor een chirurg alle donororganen uit het lichaam heeft gehaald,'' zegt abdominaal chirurg Jean-Paul Squifflet van het Brusselse Sint-Lucasziekenhuis. ,,Eerst haalt hij de longen, dan het hart, dan de lever en dan de alvleesklier. De nier komt helemaal op het laatst naar buiten, na tweeënhalf uur opereren.''

In de bewaarvloeistof waarmee het lichaam van de overledene wordt gespoeld, zitten onder meer bloedverdunners, vaatverwijdende stoffen en ontstekingsremmers. ,,Die medicijnen kun je in principe ook al voor het overlijden geven, als een patiënt op intensieve ligt en je ziet dat het met hem de verkeerde kant opgaat'', zegt Squifflet. ,,Maar dan zit je met het dilemma dat de betrokkene je patiënt is tot zijn hart stopt met kloppen, en dat je hem tot die tijd niet als een orgaandonor kunt bekijken, maar moet verzorgen.''

Vanuit diezelfde pudeur is er een verplichte wachttijd van vijf minuten tussen het overlijden van een patiënt en het moment dat de bewaarvloeistof begint te stromen. ,,In die periode staat iedereen met zijn handen op zijn rug af te wachten'', zegt Frank Van Gelder, transplantatiecoördinator van de KU Leuven. En het artsenteam dat beslist om een behandeling stop te zetten en een patiënt te laten overlijden, mag ook niet hetzelfde zijn als het team dat bekijkt of diens organen bruikbaar zijn.

In Europese landen als Zweden en Nederland is transplantatie uit hartdode donoren al langer gebruikelijk dan bij ons. In Nederland komen zes van de tien donornieren van hartdode patiënten, zegt Rutger Ploeg, transplantatiechirurg bij het UZ Groningen.

België is pas een paar jaar geleden voorzichtig met donatie uit hartdoden begonnen, maar inmiddels zit de praktijk ook hier in stijgende lijn. ,,De voorbije twee jaar hebben we 32 nieren van hartdode donoren getransplanteerd'', zegt Jean-Paul Squifflet van het Brusselse Sint-Lucasziekenhuis. ,,Daarvan heeft er maar één niet gepakt.'' De resultaten zijn daarmee even goed als bij gebruik van een hersendode nier.

In dezelfde periode zijn in België zestien levers van hartdode donoren getransplanteerd. Alle kwamen van donoren met onomkeerbare hersenschade die een dag of vier op intensieve hadden gelegen, zegt Diethard Monbaliu van de KU Leuven. De resultaten zijn goed, maar nog niet zo goed als met levers van hersendode donoren.

Aan longen en harten van hartdode donoren hebben Belgische chirurgen zich nog niet gewaagd. In het buitenland zijn experimenten bezig, voorlopig met ongewis resultaat.

Maar hartdode donoren zijn de toekomst, denkt Van Gelder, als we de groeiende wachtlijsten het hoofd willen bieden. ,,Tot dusver beschouwden we iedereen die hersendood was als een potentiële donor. Dat wordt nu: iedereen die op intensieve zorg wordt verpleegd en die niet meer kan herstellen.''

Hilde Van den Eynde
29 mei 2006
meer over
zie ook rubriek