Kosten gezondheids- en bejaardenzorg nemen fors toe

De overheidsuitgaven voor gezondheidszorg en de opvang van bejaarden lopen op van gemiddeld 7 procent van het BBP van de industrielanden nu, naar 10 procent in 2050 in een gunstig scenario en 13 procent in een ongunstig scenario. Dat blijkt uit berekeningen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). De OESO ziet vijf redenen waarom de kosten scherp zullen stijgen in haar 30 lidstaten, alle industrielanden.
De bevolking vergrijst in snel tempo. De stijging van de inkomens doet de vraag naar betere en dus duurdere zorg toenemen. Nieuwe medische technieken en behandelingen zijn meestal duurder dan bestaande. Omdat steeds meer vrouwen werken, moet een groeiend aantal bejaarden zijn oude dag in dure rusthuizen slijten in plaats van in familiekring, zoals vroeger meestal het geval was. Ten slotte verwacht de OESO dat de prijzen van gezondheidszorg en opvang ook de komende decennia sneller stijgen dan het algemene prijzenpeil.

De OESO hanteert twee scenario's: een waarin de industrielanden de kosten binnen de perken weten te houden en een waarin zij de kosten op hun beloop laten.

De grootste toename van de factuur vindt plaats in landen waar de bevolking erg snel vergrijst en/of heel veel vrouwen de komende decennia gaan werken. De OESO noemt onder meer Zuid-Korea, Mexico, Ierland, Italië, Japan en Spanje. Zelfs in een gunstig scenario zien deze landen de factuur van de gezondheidszorg en opvang tussen nu en 2050 met meer dan

4 procentpunt van hun bruto binnenlands product (BBP) toenemen.

België zal de kosten minder sterk zien oplopen dan het gemiddelde van de 30 belangrijkste industrielanden. De openbare gezondheidszorg en de opvang van bejaarden kost België nu 7,2 procent van zijn BBP. Dat loopt in 2050 op tot 9,8 procent in het gunstige scenario en 12,4 procent in het ongunstige scenario tegen een OESO-gemiddelde van 10,1 en 12,8 procent.

IJsland en Noorwegen krijgen in 2050 de hoogste factuur voorgeschoteld, Polen en Griekenland de laagste.

De OESO ziet geen heil in de afremming van de medische vooruitgang uit kostenoverwegingen. Maar de denktank van de industrielanden meent wel dat landen steeds opnieuw de afweging moeten maken tussen het prijskaartje en de voordelen van een nieuwe behandeling. (CP)
29 mei 2006
Bron: De Tijd
meer over
zie ook rubriek