Riziv vindt dat palliatieve patiënten niet snel genoeg sterven

Professor palliatieve geneeskunde Wim Distelmans (VUB) en lid van de federale evaluatiecel Palliatieve zorg is niet te spreken over de manier waarop de discussie over de verhoging van het budget voor palliatieve zorg gevoerd wordt. Volgens Distelmans gaat een deel van de beleidsorganen van de ziekteverzekering die de verhoging in vraag stellen, zelfs zo ver om te suggereren dat "palliatieve patiënten niet voldoende snel overlijden". Dat schrijft hij vandaag in een opiniestuk in De Morgen.
Distelmans verwijst daarvoor naar de laatste vergadering van de federale evaluatiecel palliatieve Zorg. Die vond plaats nadat de regering de vraag naar meer middelen voor palliatieve zorg, 20 miljoen euro, naast zich neer had gelegd. "Tijdens de vergadering werd door vertegenwoordigers van de overheid oeverloos aangedrongen op meer meer registratiegegevens van patiënten die door palliatieve teams begeleid werden. Toen naar de reden werd gevraagd, werd laconiek meegedeeld dat sommige leden van de beleidsorganen van de ziekteverzekering zich ernstig afvroegen of de patiënten die door de palliatieve thuisequipes begeleid werden wel 'voldoende' terminaal waren."

Die suggestie stuit Distelmans zwaar tegen de borst. Zeker omdat de realiteit omgekeerd is, aldus Distelmans. "Het inroepen van palliatieve teams gebeurt integendeel veel te laat. Door de overheersende therapeutische hardnekkigheid worden veel ongeneeslijke patiënten slechts op het einde 'gedumpt' naar deze teams."

Gevraagd om een reactie door De Morgen zegt Manu Keirse, huidig voorzitter van de evaluatiecel, Distelmans' kritiek en verontwaardiging te delen.
07 apr 2006
Bron: De Morgen
meer over
zie ook rubriek