Onze ziekenhuizen zijn te oud en te groot. Dat zegt Dexia, huisbankier van veel ziekenhuizen. Dat geldt voor de gebouwen waarin opvallend weinig geïnvesteerd wordt, maar ook voor de uitrusting en de apparatuur. De vaste activa zijn voor meer dan de helft afgeschreven.
Die legt daarmee, op basis van financiële gegevens van 2004, de vinger op een wonde die de sector zelf ook aanklaagt. Overigens wordt in België in alle takken van de overheid veel te weinig geïnvesteerd, ook in informatica.
Dexia ziet wel beterschap. De Vlaamse regering werkt aan een alternatieve financiering voor de gebouwen van ziekenhuizen en rusthuizen. Wallonië heeft het Tonus-plan voor de openbare ziekenhuizen.
De auteurs van de Dexia-studie, Frank Lierman en Arnaud Dessoy, spreken ook van een manifeste onderkapitalisatie van de ziekenhuizen, vooral de openbare. Daardoor moeten die laatsten veel meer gaan lenen, onder meer om de betalingsachterstand van de overheid op te vangen.
Onze ziekenhuizen zijn ook te groot. Dat is het tweede grote pijnpunt dat uit de Dexia-analyse te halen is. Onder meer door de concurrentie onder de zuilen in het verleden, heeft België meer dan genoeg ziekenhuizen en een ruime spreiding van allerlei specialismen.
Het aantal ligdagen in ziekenhuizen zakt wel. Patiënten gaan sneller naar huis en naar de thuiszorg. De technologie laat toe veel behandelingen te doen in daghospitalisatie.
De bezettingsgraad van de diensten heelkunde en inwendige geneeskunde zakte de voorbije jaren van 83 naar 76 procent. Dat betekent dat permanent een kwart van de bedden leeg is.
Er is dus ruimte om het aantal afdelingen te verminderen, zodat ook bespaard kan worden op dure apparatuur.
Maar dit kan ook leiden naar een ander denkspoor dat Dexia niet uitdrukkelijk aanreikte gisteren. Dat spoor is al wel aanwezig bij werkgeversorganisaties en beleidsmakers. In het overaanbod van ziekenhuizen en het parallelle overaanbod aan artsen, zit een economische toekomst: we kunnen gezondheidszorg exporteren - patiënten importeren of dienstverlening exporteren.
Zowel dat eerste als dat laatste gebeurt al op bescheiden schaal. De ziekenhuizen van Aalst, Genk, Roeselare hebben nogal wat buitenlandse patiënten. Er zijn al artsen die via het internet diagnoses via medische beeldvorming leveren aan het buitenland.
Dexia zegt ten slotte dat het merendeel van de ziekenhuizen ,,een positief resultaat'' heeft in 2004, dit wil zeggen: een overschot had. Maar het zegt dat dit in grote mate te danken is aan de hogere afhoudingen in 2004 op de erelonen van de artsen. Die erlonen liggen in internationaal perspectief niet bijzonder hoog.
Dexia ziet wel beterschap. De Vlaamse regering werkt aan een alternatieve financiering voor de gebouwen van ziekenhuizen en rusthuizen. Wallonië heeft het Tonus-plan voor de openbare ziekenhuizen.
De auteurs van de Dexia-studie, Frank Lierman en Arnaud Dessoy, spreken ook van een manifeste onderkapitalisatie van de ziekenhuizen, vooral de openbare. Daardoor moeten die laatsten veel meer gaan lenen, onder meer om de betalingsachterstand van de overheid op te vangen.
Onze ziekenhuizen zijn ook te groot. Dat is het tweede grote pijnpunt dat uit de Dexia-analyse te halen is. Onder meer door de concurrentie onder de zuilen in het verleden, heeft België meer dan genoeg ziekenhuizen en een ruime spreiding van allerlei specialismen.
Het aantal ligdagen in ziekenhuizen zakt wel. Patiënten gaan sneller naar huis en naar de thuiszorg. De technologie laat toe veel behandelingen te doen in daghospitalisatie.
De bezettingsgraad van de diensten heelkunde en inwendige geneeskunde zakte de voorbije jaren van 83 naar 76 procent. Dat betekent dat permanent een kwart van de bedden leeg is.
Er is dus ruimte om het aantal afdelingen te verminderen, zodat ook bespaard kan worden op dure apparatuur.
Maar dit kan ook leiden naar een ander denkspoor dat Dexia niet uitdrukkelijk aanreikte gisteren. Dat spoor is al wel aanwezig bij werkgeversorganisaties en beleidsmakers. In het overaanbod van ziekenhuizen en het parallelle overaanbod aan artsen, zit een economische toekomst: we kunnen gezondheidszorg exporteren - patiënten importeren of dienstverlening exporteren.
Zowel dat eerste als dat laatste gebeurt al op bescheiden schaal. De ziekenhuizen van Aalst, Genk, Roeselare hebben nogal wat buitenlandse patiënten. Er zijn al artsen die via het internet diagnoses via medische beeldvorming leveren aan het buitenland.
Dexia zegt ten slotte dat het merendeel van de ziekenhuizen ,,een positief resultaat'' heeft in 2004, dit wil zeggen: een overschot had. Maar het zegt dat dit in grote mate te danken is aan de hogere afhoudingen in 2004 op de erelonen van de artsen. Die erlonen liggen in internationaal perspectief niet bijzonder hoog.