De artsenvakbond BVAS verwijt de minister onwil en incompetentie. De minister slaat terug. Er woedt een oorlogje tussen de artsenvakbond BVAS en de minister van Begroting, Freya Van den Bossche (SP.A). Die laatste bijt van zich af. Met betere argumenten dan in de stookolie-affaire.
bvas schreef een brief aan premier Guy Verhofstadt met de vraag zijn minister van Begroting ,,tot de orde te roepen'' omdat zij dossiers van de ziekteverzekering ,,systematisch laat liggen en niet behandelt''. Ze heeft ,,die slechte gewoonte overgenomen van haar voorganger, Johan Vande Lanotte''. dossiers waarvoor genoeg geld was en die goedgekeurd waren door de ziekteverzekering én door de minister van Volksgezondheid, Rudy Demotte, schoof hij op eigen houtje op de lange baan om te besparen, zo verweet bvas aan Vande Lanotte en nu ook aan Van den Bossche.
Eén dossier ligt zelfs al ,,sinds augustus 2004 stof te vergaren op het kabinet van uw ministers van Begroting'', schrijft BVAS aan de premier.
De vakbond zegt dat ,,dergelijke gang van zaken getuigt ofwel van slechte wil tegenover patiënten en artsen, ofwel van incompetentie en gebrek aan organisatie''.
Van den Bossche reageert bits. Ze pikt het niet dat BVAS bij de premier ging klagen zonder haar te contacteren. Ze spreekt van ongefundeerde argumenten en onterechte twijfel aan haar goede intenties.
BVAS stuurt haar het verwijt toe dat ze niet vóór 1 februari haar goedkeuring gehecht heeft aan bepaalde besluiten. De minister zegt: ,,De ziekteverzekering nam die besluiten pas op 23 januari; de minister van Volksgezondheid stuurde ze pas door naar mij op 6 februari en de artsen zelf keurden de conventie erover maar goed op 6 maart. Ik heb voor drie van de vier dossiers mijn akkoord gegeven op 8 maart.'' Het vierde dossier volgde later omdat het ,,nader onderzoek vergde omdat er een begrotingsoverschrijding uit kon volgen''.
,,als minister van Begroting heb ik de opdracht nauwgezet de budgettaire aspecten van de gezondheidszorg op te volgen; ik zal dat blijven doen en artsen en patiënten hebben daar trouwens belang bij'', schrijft ze.
Ze geeft wel toe dat ,,één dossier bij mijn voorganger en mezelf te lang op een beslissing heeft moeten wachten. Ik heb opdracht gegeven dit uitzonderlijk probleem zo snel mogelijk te verhelpen.''
Eén dossier ligt zelfs al ,,sinds augustus 2004 stof te vergaren op het kabinet van uw ministers van Begroting'', schrijft BVAS aan de premier.
De vakbond zegt dat ,,dergelijke gang van zaken getuigt ofwel van slechte wil tegenover patiënten en artsen, ofwel van incompetentie en gebrek aan organisatie''.
Van den Bossche reageert bits. Ze pikt het niet dat BVAS bij de premier ging klagen zonder haar te contacteren. Ze spreekt van ongefundeerde argumenten en onterechte twijfel aan haar goede intenties.
BVAS stuurt haar het verwijt toe dat ze niet vóór 1 februari haar goedkeuring gehecht heeft aan bepaalde besluiten. De minister zegt: ,,De ziekteverzekering nam die besluiten pas op 23 januari; de minister van Volksgezondheid stuurde ze pas door naar mij op 6 februari en de artsen zelf keurden de conventie erover maar goed op 6 maart. Ik heb voor drie van de vier dossiers mijn akkoord gegeven op 8 maart.'' Het vierde dossier volgde later omdat het ,,nader onderzoek vergde omdat er een begrotingsoverschrijding uit kon volgen''.
,,als minister van Begroting heb ik de opdracht nauwgezet de budgettaire aspecten van de gezondheidszorg op te volgen; ik zal dat blijven doen en artsen en patiënten hebben daar trouwens belang bij'', schrijft ze.
Ze geeft wel toe dat ,,één dossier bij mijn voorganger en mezelf te lang op een beslissing heeft moeten wachten. Ik heb opdracht gegeven dit uitzonderlijk probleem zo snel mogelijk te verhelpen.''
