Hersencellen uit foetussen remmen de ziekte van Huntington, tijdelijk.

Vijf patiënten met de ziekte van Huntington hebben in een Franse studie nieuwe hersencellen ingeplant gekregen, afkomstig uit geaborteerde foetussen. Drie patiënten verbeterden merkbaar, maar na enkele jaren ging hun toestand opnieuw achteruit. De behandeling brengt dus tijdelijke verbetering, maar is geen blijvende remedie.
De ziekte van Huntington is een erfelijke ziekte die de zenuwcellen aantast. Ze leidt tot steeds erger wordende bewegingsstoornissen en gedragsafwijkingen, een remedie is er tot op heden niet. Franse wetenschappers hebben geprobeerd de zieke cellen in de hersenen te vervangen door gezonde zenuwcellen uit de hersenen van foetussen die na een abortus ter beschikking werden gesteld. De kleinschalige studie onder leiding van Anne-Catherine Bachoud-Lévi van het medische onderzoeksinstituut INSERM was bedoeld om de toepasbaarheid van de uiterst experimentele techniek te onderzoeken.

De eerste resultaten waren hoopgevend: bij drie van de vijf patiënten ging de hersenactiviteit er in de twee jaar na de ingreep op vooruit, en zowel hun bewegingsmogelijkheden als hun denkvermogen verbeterden. De getransplanteerde hersencellen, die de erfelijke fout voor de ziekte niet droegen, bleven gezond. De toestand van de patiënten leek zich te stabiliseren. Bij de twee andere patiënten sloeg de behandeling niet aan, zij gingen verder achteruit.

Maar het gunstige effect bij de eerste drie patiënten hield niet aan, blijkt uit recente resultaten van de langdurige opvolging. De patiënten werden tot zes jaar na de ingreep jaarlijks onderzocht. Tussen het vierde en zesde jaar na de transplantatie gingen sommige symptomen, zoals de bewegingsstoornissen, opnieuw achteruit, melden de onderzoekers in het vakblad The Lancet Neurology. ,,Misschien kunnen we betere resultaten boeken door de operatietechniek te verbeteren en de patiënten nauwkeuriger te selecteren'', hopen de onderzoekers. Maar een (bijkomende) behandeling waarbij de aantasting van de zenuwen wordt tegengegaan, lijkt onontbeerlijk om de ziekte echt tegen te houden. De transplantatie van de hersencellen kan de ziekte niet stoppen, maar kan wel een deel van de schade herstellen die de ziekte al heeft aangericht.

Ook tegen de ziekte van parkinson is de transplantatie van foetuscellen getest, met wisselend succes. Bij parkinson heeft de strategie meer slaagkans dan bij Huntington, omdat de zenuwziekte bij Parkinson sterk geconcentreerd is in de hersenen, terwijl Huntingtonpatiënten daarnaast ook verspreide zenuwafwijkingen vertonen.
10 mrt 2006
meer over
zie ook rubriek