Huisartsen steeds meer in groepspraktijken

Sinds 2002 mogen er in Vlaanderen nog maar 180 huisartsen per jaar bijkomen. Maar dat aantal wordt al lang niet meer gehaald. Steeds minder studenten geneeskunde kiezen voor de opleiding tot huisarts uit angst voor financiële problemen en een te hoge werkdruk. Alleen binnen een groepspraktijk zien de jong afgestudeerden het nog zitten.
Slechts 35 procent van de studenten geneeskunde kiest vandaag voor een huisartsenopleiding. Twintig jaar geleden was dat nog de helft. Pas afgestudeerde huisartsen kiezen bijna nooit voor een eenmanspraktijk uit angst voor financiële problemen. Ook de hoge werkdruk vormt een probleem. Ongeveer de helft van de artsen met een solopraktijk geeft aan liever over te gaan tot een groepspraktijk.

,,Je merkt duidelijk dat de studenten afwachten wat de regering gaat doen om het beroep weer aantrekkelijker te maken", zegt professor geneeskunde Jan Heyrman van de KU Leuven. ,,Een solopraktijk zien ze niet meer zitten. financieel is het voor velen niet meer haalbaar. Vandaar dat de praktijkondersteunende maatregelen van minister Demotte meer dan nodig zijn om een voldoende aantal huisartsen voor de toekomst te verzekeren."

Te druk

In 1993 studeerde Leen Peeters (43) af als huisarts. Ze had geluk, want ze kon bijspringen in de praktijk van haar vader in Deurne. Toen hij met pensioen ging, besloot ze een collega in de praktijk te betrekken. ,,Toen zij na drie bevallingen besloot om thuis te blijven voor de kinderen, heb ik meteen een vervanger gezocht. Maar zelfs voor ons tweeën werd het te druk. Na heel lang zoeken - want jonge huisartsen liggen al lang niet meer voor het oprapen - hebben we nog twee nieuwe partners aangetrokken."

De groepspraktijk bestaat momenteel uit vier artsen, drie vrouwen en één man. ,,Natuurlijk speelt de vervrouwelijking van het beroep een rol in de opkomst van de groepspraktijken. Mijn vader was een dokter van de oude stempel, altijd paraat voor zijn patiënten, maar wij zagen hem maar weinig. Dat wilde ik niet. Ik wil wel tijd voor een privéleven. En financieel is het een enorme aderlating natuurlijk. We delen alle kosten door vier. als je alleen een praktijk moet uitbouwen, zijn die kosten moeilijk te dragen."

,,Vergis je niet, ik werk nog altijd negen à tien uur per dag. Maar op deze manier heb ik tenminste ook wel eens een avond vrij. We hebben een beurtrol, zodat iedereen maar één of maximum twee avonden en nachten per week paraat moet staan. Ik denk dat we nu frisser en vrolijker met onze patiënten kunnen omgaan omdat we een pak minder stress hebben dan vroeger. Onze patiënten horen we niet klagen. Wij zorgen ervoor dat ieder van ons elk dossier kent en verzekeren zo de continuïteit van de verzorging."

Ondersteuning broodnodig

,,De praktijkondersteuning die ons door de minister wordt beloofd, zal onze job nog leefbaarder maken. Nu komt het nog te vaak voor dat een niet-betalende patiënt aan de telefoon voorrang krijgt op diegene die uren in de wachtzaal heeft zitten wachten op zijn beurt. Tijdens één consultatie wordt je gemiddeld vier keer onderbroken door een telefoon. Maar zonder ondersteuning kunnen wij geen secretaresse betalen."

Dokter Karen Heyrman (32) werkt ook in de groepspraktijk in Deurne. Vorig jaar in juni beviel ze van haar eerste kind. ,,Ik heb twaalf weken zwangerschapsverlof genomen. Dat zou ik met een solopraktijk nooit hebben kunnen doen. Voor mij was een groepspraktijk vanaf het begin de enige optie. Een solopraktijk valt absoluut niet te combineren met een gezinsleven. De job van een huisarts is nooit gedaan als je geen collega's hebt die bepaalde avonden voor je opvangen."

,,In de winter zie ik zo'n 100 patiënten per week. Dus de benedengrens van Demotte is makkelijk haalbaar. Al kan ik me voorstellen dat het voor pas afgestudeerden die het op hun eentje moeten doen niet het geval is. Aangezien wij geen reclame mogen maken, kan je als beginnend dokter lang op je eerste patiënt zitten wachten."
01 mrt 2006
meer over
zie ook rubriek