Een huisarts moet per jaar minimum vijfhonderd patiënten zien, en bij vakantie ervoor zorgen dat zijn patiënten permanent ergens terechtkunnen zonder dat ze telkens opnieuw hun medische voorgeschiedenis moeten vertellen.
De federale overheid wil precies weten hoeveel arts' style='color:#00896e;border-bottom:1px dotted #00896e;'>huisartsen België heeft om een efficiënt en met het buitenland vergelijkbaar gezondheidsbeleid te kunnen voeren. Officieel telt België 17.500 huisartsen, maar de sector stelt dat nog maar 8.000 tot 9.000 huisartsen echt actief zijn. De officiële cijfers nemen iedereen op die ooit als huisarts werd erkend, ook al oefent die het beroep niet meer uit.
Om het aantal huisartsen echt te kunnen registreren en uit te zuiveren, worden ze voortaan nog slechts tijdelijk erkend. Na lange onderhandelingen verscheen het ministerieel besluit maandag in het Staatsblad. De erkenning geldt voortaan maar voor een periode van vijf jaar. In die tijdsspanne moet elke individuele huisarts minstens voor één jaar kunnen bewijzen dat hij 500 patiënten zag, ofwel met huisbezoek, ofwel met raadpleging. Volksgezondheid wil daarmee komaf maken met artsen die nog wel wat familieleden en vrienden zien, of sportgeneesheren en farmacologen, die wel de opleiding huisarts achter de rug hebben, maar het beroep niet meer uitoefenen. De huisartsen zelf noemen dat geen hoog cijfer, want om geaccrediteerd arts te zijn - en het hogere honorarium daarvan te kunnen aanrekenen - zijn 1.250 patiënten per jaar nodig.
Het ,kadaster' voor de huisartsen waarop het besluit mikt, is ook belangrijk in het vooruitzicht van een eventuele betalingswijziging, waarbij de arts niet alleen meer volgens prestatie zou worden vergoed, maar ook voor een deel op een forfaitaire vergoeding kan rekenen voor zijn praktijk.
In de erkenningsvoorwaarden staat nadrukkelijk dat een erkende huisarts moet deelnemen aan de wachtdiensten, en dat patiënten bij zijn afwezigheid moeten terechtkunnen bij een collega die op de hoogte is van hun dossier. ,,De huisartsen nemen alle maatregelen om ervoor te zorgen dat het diagnostische en therapeutische beleid zonder onderbreking wordt voortgezet.''
Volksgezondheid verwacht van de huisartsen dat ze op gepaste wijze medische dossiers aanleggen en bijhouden, precies om het ziektebeeld van de patiënt te kunnen opvolgen. Minister van Volksgezondheid Rudi Demotte (PS) brengt in het ministerieel besluit ook nog eens duidelijk in beeld dat een huisarts de ,culturele, religieuze en etnische invloeden' van zijn patiënten moet kennen, en moet kunnen inschatten hoe die invloed hebben op de beleving van de ziekte. De huisarts moet volgens Demotte ook kunnen functioneren in zorgnetwerken in het kader van thuiszorg, palliatieve zorg en zorg voor bejaarden. Wie zijn erkenning als huisarts verliest, komt niet meer in aanmerking voor terugbetaling van medische kosten.
Om het aantal huisartsen echt te kunnen registreren en uit te zuiveren, worden ze voortaan nog slechts tijdelijk erkend. Na lange onderhandelingen verscheen het ministerieel besluit maandag in het Staatsblad. De erkenning geldt voortaan maar voor een periode van vijf jaar. In die tijdsspanne moet elke individuele huisarts minstens voor één jaar kunnen bewijzen dat hij 500 patiënten zag, ofwel met huisbezoek, ofwel met raadpleging. Volksgezondheid wil daarmee komaf maken met artsen die nog wel wat familieleden en vrienden zien, of sportgeneesheren en farmacologen, die wel de opleiding huisarts achter de rug hebben, maar het beroep niet meer uitoefenen. De huisartsen zelf noemen dat geen hoog cijfer, want om geaccrediteerd arts te zijn - en het hogere honorarium daarvan te kunnen aanrekenen - zijn 1.250 patiënten per jaar nodig.
Het ,kadaster' voor de huisartsen waarop het besluit mikt, is ook belangrijk in het vooruitzicht van een eventuele betalingswijziging, waarbij de arts niet alleen meer volgens prestatie zou worden vergoed, maar ook voor een deel op een forfaitaire vergoeding kan rekenen voor zijn praktijk.
In de erkenningsvoorwaarden staat nadrukkelijk dat een erkende huisarts moet deelnemen aan de wachtdiensten, en dat patiënten bij zijn afwezigheid moeten terechtkunnen bij een collega die op de hoogte is van hun dossier. ,,De huisartsen nemen alle maatregelen om ervoor te zorgen dat het diagnostische en therapeutische beleid zonder onderbreking wordt voortgezet.''
Volksgezondheid verwacht van de huisartsen dat ze op gepaste wijze medische dossiers aanleggen en bijhouden, precies om het ziektebeeld van de patiënt te kunnen opvolgen. Minister van Volksgezondheid Rudi Demotte (PS) brengt in het ministerieel besluit ook nog eens duidelijk in beeld dat een huisarts de ,culturele, religieuze en etnische invloeden' van zijn patiënten moet kennen, en moet kunnen inschatten hoe die invloed hebben op de beleving van de ziekte. De huisarts moet volgens Demotte ook kunnen functioneren in zorgnetwerken in het kader van thuiszorg, palliatieve zorg en zorg voor bejaarden. Wie zijn erkenning als huisarts verliest, komt niet meer in aanmerking voor terugbetaling van medische kosten.