6.500 bedden minder in ziekenhuizen

Het aantal ziekenhuisbedden in ons land is in zeventien jaar met tien procent gedaald. Uit gegevens die het federale ministerie van Volksgezondheid verstrekte aan De Standaard blijkt dat het aantal ziekenhuisbedden in ons land in zeventien jaar met 10 procent of 6.500 eenheden gedaald is.
Ons land heeft nog altijd een groter aanbod dan gemiddeld in Europa - daardoor kunnen ook groepen buitenlandse patiënten hier verzorgd worden - maar het overaanbod is gedaald. Dat komt voor een deel door de mogelijkheid om ziekenhuisbedden om te vormen tot rusthuisbedden (rvt).

In absolute cijfers is de vermindering het grootst in Vlaanderen; in relatieve cijfers is de daling groter in Wallonië (-14%) dan in Vlaanderen.

Het overaanbod in Brussel blijft even groot. Dat verklaart ook de hoge prijzen en toeslagen die veel Brusselse ziekenhuizen aanrekenen aan hun patiënten: zij houden hun overaanbod daarmee in stand. De zeer hoge honoraria-supplementen die Brusselse artsen aanrekenen aan hun patiënten, hebben trouwens ook te maken met het overaanbod van artsen in Brussel.

Vlaanderen schafte meer dan 3.000 bedden af, Wallonië ruim 2.700, Brussel amper 650.

Vooral de daling in Henegouwen is spectaculair: een kwart bedden minder. Tachtig procent van de Waalse vermindering komt op rekening van die provincie. Daar was destijds het overaanbod ook het grootst. Bijgevolg waren de ziektekostenuitgaven er ook zo hoog. In Namen steeg het aantal bedden.

Het aantal bedden per 1.000 inwoners blijft nog vrij grote verschillen vertonen per provincie. Na Brussel, met nog altijd meer dan 8,5 bedden per 1.000 inwoners, volgt West-Vlaanderen met meer dan 6 bedden per 1.000 inwoners. Waals-Brabant heeft er het minst (2,8), maar de inwoners van die provincie maken wellicht veel gebruik van de Brusselse ziekenhuizen. Vlaams-Brabant heeft ook weinig bedden per 1.000 inwoners, maar de Vlaams-Brabanders gaan wellicht weinig naar Brusselse ziekenhuizen, mede omdat de meeste daarvan erg Vlaams-onvriendelijk zijn.

De federale overheid weigert al verschillende jaren het wettelijk verplichte rapport op te maken over de gelijke toepassing van de gezondheidswetgeving in de verschillende regio's (,,rapport-Jadot''). Ze doet dat om de Vlamingen geen munitie te geven in hun streven naar een splitsing van de gezondheidszorg. Maar gegevens als deze - die wijzen op een geleidelijke vermindering van de communautaire scheeftrekkingen - komen daardoor ook niet in de openbaarheid.

Zowel de topvrouw van de Vlaamse vrije ziekenhuizen, Carine Boonen (VVI), als Robert Rutsaert, de voorzitter van de artsenvakbond ASGB, wijst erop dat het belang van het aantal erkende ziekenhuisbedden voor de geldstromen de jongste jaren zwaar verminderd is. Er wordt nu vooral gewerkt met het begrip ,,verantwoorde bedden'', en met de registratie van de behandelde aandoeningen. Beiden ontkennen niet dat er hardnekkige geruchten zijn dat de regels daarover boven en onder de taalgrens anders worden geïnterpreteerd en toegepast. Cijfers daarover zijn niet beschikbaar.
23 jan 2006
meer over
zie ook rubriek