Wachtlijsten onredelijk, zegt ombudsman

Volgens de Vlaamse Ombudsdienst staan mensen met een handicap te lang op een wachtlijst.
Het is niet de eerste keer dat de Vlaamse ombudsman zich rechtstreeks en in algemene termen uitspreekt over een hangend beleidsprobleem. Dat is altijd delicaat. Een voorganger van hem werd onder meer daarvoor de laan uitgestuurd. Hij had zich te sterk uitgelaten over gebreken in het beleid van ruimtelijke ordening.

De huidige ombudsman, Bernard Hubeau, is voorzichtiger; bovendien hebben de politici en het beleid intussen de rol van de ombudsman ook beter leren inschatten.

De uitspraken van de ombudsman over de wachtlijsten stoelen, zoals zijn andere publieke uitspraken, op grondig onderzoek van individuele klachten - in dit geval dertig - van mensen die niet via eerstelijnsklachtendiensten geholpen konden worden. Zijn uitspraken hebben daarom vrij veel gezag in parlementaire en beleidskringen. Een uitspraak van de ombudsman betekent in beginsel dat een aanpak van de problemen onvermijdelijk wordt.

Eerder kwam de ombudsman al op identieke wijze tussenbeide in kleinere dossiers, zoals de lange wachttijden voor mensen die een proef moeten afleggen bij de VDAB na de intrekking van hun rijbewijs, het dossier van de adviescheques die op waren voor ze goed en wel op de website van de Vlaamse overheid stonden, en de dossiers van de fouten in de afvalwaterheffingen en de leegstandtaks. De wachtlijsten voor gehandicapten zijn het ,,grootste'' dossier dat de ombudsman op die wijze behandelt.

Over die wachtlijsten zegt de ombudsman dat naast de maatregelen op lange termijn die de regering plant, ook maatregelen op korte termijn nodig zijn. ,,Er moet begeleiding komen voor mensen die op een wachtlijst staan. Er moet meer aandacht komen voor mensen die in een verkeerde instelling zitten, bijvoorbeeld mensen met een handicap die verzorgd worden in een bejaardentehuis omdat er geen plaats is in een gehandicapteninstelling.''
12 jan 2006
meer over
zie ook rubriek