De artsen krijgen opslag. De patiënt zal dit nauwelijks voelen: de terugbetalingen stijgen ook. De supplementen die hij in veel ziekenhuizen betaalt, dalen echter wellicht niet. De artsenvakbonden en ziekenfondsen bereikten dinsdagochtend een akkoord over de honoraria en terugbetalingstarieven voor 2006-2007, een ,,cao voor de artsen'', als het ware. De minister van Volksgezondheid, Rudy Demotte (PS), keurde het al goed.
Het goede nieuws voor de artsen is dat ze een opslag krijgen, al is die voor de meesten beperkt tot een index.
Het goede nieuws voor de patiënt is dat hij die opslag nauwelijks voelt: de terugbetalingen door het ziekenfonds stijgen evenredig. Het resultaat is maar een lichte verhoging van wat hij niet terugbetaald krijgt (,,remgeld''). Voor de raadpleging van een huisarts stijgt het honorarium van 20 naar 20,44 euro; de doorsnee patiënt betaalde daarvan tot nu zelf 5,22 euro, voortaan is dat 5,34 euro (+ 0,12 euro).
Voor een huisbezoek stijgt het honorarium van 30 naar 30,86 euro, maar voor de patiënt kost dat maar 0,23 cent meer (van 10,50 naar 10,73 euro).
Voor bijna alle artsen stijgen de honoraria met 2,26 procent. Enkele groepen die de afgelopen vijf jaar een grote omzetstijging (gemiddeld 7,75 procent per jaar) kenden, krijgen die stijging niet. Dat geldt onder meer voor de radiotherapeuten, de plastisch chirurgen, de fysiotherapeuten. De anesthesisten vallen net buiten die grens.
Daarnaast zijn er een reeks specifieke verhogingen voor huisartsen. De wachtdienst waarvoor ze een vergoeding krijgen van de ziekteverzekering gaat voortaan al in op vrijdagavond. Het honorarium voor het bijhouden van een medisch dossier gaat in twee stapjes van 20 naar 25 euro (volledig terugbetaald door het ziekenfonds).
De honoraria voor huisbezoeken, en voor avond-, nacht- en weekendprestaties gaan ook wat omhoog, alsmede die voor de behandeling van meerdere patiënten.
De avond blijft ingaan om 21 uur. Een van de artsenbonden had speciale tarieven gevraagd vanaf 18 uur ,,omdat het niet normaal is dat een kwart tot een derde van de raadplegingen gebeuren na dat uur''. Dat is niet aanvaard, maar volgens Marc Moens van bvas is wel aanvaard dat dit eventueel volgend jaar wordt geregeld.
Geheel nieuw is het ,,impulsfonds'' voor de huisartsen. De minister gaat dat instellen. Wellicht krijgen beginnende artsen achtergestelde leningen voor hun installatie en krijgen huisartsen die een groepspraktijk of een samenwerkingsverband opzetten, een administratieve kracht betaald.
Ook enkele specialisten krijgen extra verhogingen: de artsen die wachtdiensten doen in ziekenhuizen, de kinderpsychiaters en de geriaters, en de artsen die in de chronische pijnbestrijding werken, of in de urgentiediensten.
Gynaecologen krijgen een opslag van 10 procent per bevalling, en eind 2007 nog eens een opslag van 5 procent.
De onderhandelingen met de artsen verliepen zeer moeizaam. Zij vonden de engagementen onbetrouwbaar omdat de minister met volmachten kan ingrijpen in de honoraria als het budget wordt overschreden. Afgesproken is dat bij zo'n eenzijdige ingreep, de artsen vrij zijn om zelf hun honorarium vast te leggen, en dus meer kunnen aanrekenen aan de patiënten. De radiologen pasten dat dit jaar al toe voor bepaalde scans.
De artsenvakbonden en de ziekenfondsen toonden zich ,,relatief tevreden'' met het akkoord. De federale minister van Volksgezondheid, Rudy Demotte, ook, omdat de afspraken binnen het budget blijven en ,,vooral omdat de patiënt door zo'n akkoord zeker is van de tarieven''.
Dat laatste is relatief. Er was een zekere hoop dat de opslag die de artsen krijgen, hun nood zou doen afnemen om supplementen aan te rekenen aan ziekenhuispatiënten die niet in een meerpersoonskamer liggen.
Maar de opslag is wellicht niet van aard om hen van die gewoonte af te brengen. De tariefzekerheid van de patiënt blijft dus beperkt.
Het goede nieuws voor de patiënt is dat hij die opslag nauwelijks voelt: de terugbetalingen door het ziekenfonds stijgen evenredig. Het resultaat is maar een lichte verhoging van wat hij niet terugbetaald krijgt (,,remgeld''). Voor de raadpleging van een huisarts stijgt het honorarium van 20 naar 20,44 euro; de doorsnee patiënt betaalde daarvan tot nu zelf 5,22 euro, voortaan is dat 5,34 euro (+ 0,12 euro).
Voor een huisbezoek stijgt het honorarium van 30 naar 30,86 euro, maar voor de patiënt kost dat maar 0,23 cent meer (van 10,50 naar 10,73 euro).
Voor bijna alle artsen stijgen de honoraria met 2,26 procent. Enkele groepen die de afgelopen vijf jaar een grote omzetstijging (gemiddeld 7,75 procent per jaar) kenden, krijgen die stijging niet. Dat geldt onder meer voor de radiotherapeuten, de plastisch chirurgen, de fysiotherapeuten. De anesthesisten vallen net buiten die grens.
Daarnaast zijn er een reeks specifieke verhogingen voor huisartsen. De wachtdienst waarvoor ze een vergoeding krijgen van de ziekteverzekering gaat voortaan al in op vrijdagavond. Het honorarium voor het bijhouden van een medisch dossier gaat in twee stapjes van 20 naar 25 euro (volledig terugbetaald door het ziekenfonds).
De honoraria voor huisbezoeken, en voor avond-, nacht- en weekendprestaties gaan ook wat omhoog, alsmede die voor de behandeling van meerdere patiënten.
De avond blijft ingaan om 21 uur. Een van de artsenbonden had speciale tarieven gevraagd vanaf 18 uur ,,omdat het niet normaal is dat een kwart tot een derde van de raadplegingen gebeuren na dat uur''. Dat is niet aanvaard, maar volgens Marc Moens van bvas is wel aanvaard dat dit eventueel volgend jaar wordt geregeld.
Geheel nieuw is het ,,impulsfonds'' voor de huisartsen. De minister gaat dat instellen. Wellicht krijgen beginnende artsen achtergestelde leningen voor hun installatie en krijgen huisartsen die een groepspraktijk of een samenwerkingsverband opzetten, een administratieve kracht betaald.
Ook enkele specialisten krijgen extra verhogingen: de artsen die wachtdiensten doen in ziekenhuizen, de kinderpsychiaters en de geriaters, en de artsen die in de chronische pijnbestrijding werken, of in de urgentiediensten.
Gynaecologen krijgen een opslag van 10 procent per bevalling, en eind 2007 nog eens een opslag van 5 procent.
De onderhandelingen met de artsen verliepen zeer moeizaam. Zij vonden de engagementen onbetrouwbaar omdat de minister met volmachten kan ingrijpen in de honoraria als het budget wordt overschreden. Afgesproken is dat bij zo'n eenzijdige ingreep, de artsen vrij zijn om zelf hun honorarium vast te leggen, en dus meer kunnen aanrekenen aan de patiënten. De radiologen pasten dat dit jaar al toe voor bepaalde scans.
De artsenvakbonden en de ziekenfondsen toonden zich ,,relatief tevreden'' met het akkoord. De federale minister van Volksgezondheid, Rudy Demotte, ook, omdat de afspraken binnen het budget blijven en ,,vooral omdat de patiënt door zo'n akkoord zeker is van de tarieven''.
Dat laatste is relatief. Er was een zekere hoop dat de opslag die de artsen krijgen, hun nood zou doen afnemen om supplementen aan te rekenen aan ziekenhuispatiënten die niet in een meerpersoonskamer liggen.
Maar de opslag is wellicht niet van aard om hen van die gewoonte af te brengen. De tariefzekerheid van de patiënt blijft dus beperkt.