Nekplooitest Downsyndroom voor 87 pct betrouwbaar

De "nekplooitest" waarmee tijdens de zwangerschap het Down-syndroom wordt opgespoord, is voor 87 procent betrouwbaar. Daarmee is hij veiliger, sneller en goedkoper dan de oudere biochemische quadruple of triple test, die enkel op bloedonderzoek gebaseerd is. Dat heeft een grootschalig onderzoek bij 38.000 zwangere vrouwen in de VS, Groot-Brittannië en Ierland nogmaals bewezen en staat in het novembernummer van de New England Journal of Medicine.
Werking
De nieuwe Down-test, die ook in België alsmaar vaker wordt toegepast, combineert een echografie van de nekplooi met een eenmalige bloedafname. Met de echografie wordt de ultratonendoorlatende ruimte in het nekweefsel van de foetus gemeten. Lijdt de foetus aan het Down-syndroom, dan is die ruimte groter door een teveel aan vocht. In het labo wordt tegelijkertijd het bloed gescreend van de zwangere vrouw op de aanwezigheid van twee proteïnen.

De triple en de quadruple test kunnen pas uitgevoerd worden vanaf week 15 van de zwangerschap. De nekplooitest kan al gebeuren tussen de 11de en 13de week van de zwangerschap, dus nog voor de moeder een dikke buik krijgt. En dat is een voordeel, want als zou blijken dat er iets aan de hand is en sluitend onderzoek nodig is (via een vruchtwaterpunctie of een vlokkentest), kan dit vroeger tijdens de zwangerschap gebeuren. Ook is abortus een stuk veiliger als die vroeger gebeurt.

27 procent accuraat
De nekplooitest gecombineerd met het bloedonderzoek blijkt nu in 87 procent van de gevallen accuraat te zijn. De klassieke quadruple test in slechts in 81 procent van de gevallen accuraat, terwijl de nekplooitest afgenomen in de 11e, 12e en 13e week van de zwangerschap een accuraatheid van respectievelijk 87 procent, 85 procent en 82 procent vertoonde.

"De quadruple test wordt in België niet uitgevoerd. De triple test wel", zegt Dr. Geert Vlaemynck, gynaecoloog in het Torhoutse Rembertziekenhuis, "maar die is nog onbetrouwbaarder dan de quadruple test". De nekplooitest in combinatie met een bloedafname geniet allang meer krediet onder gynaecologen, bevestigt hij, maar heeft ook zijn beperkingen. "Om het risico te kunnen bepalen is dure echografische apparatuur en accuraatheid vereist. Soms heb je die nekplooi na 5 seconden gevonden en soms kun je er 10 minuten naar zoeken". Zelfs de best getrainde gynaecologen kunnen tot 8 procent van de gevallen niet opsporen via de nekplooitest.
17 nov 2005
meer over
zie ook rubriek