In Brussel spreken slechts 62 dokters Nederlands

Vlamingen die in het weekend ziek worden in Brussel, kunnen niet langer allemaal in hun moedertaal behandeld worden. In heel Brussel zijn er nog maar 62 Nederlandstalige huisartsen gevestigd. Sinds 1993 zijn 37 Nederlandstalige huisartsen in Brussel gestopt en slechts 12 nieuwe begonnen.
Friede De Gelder van de Brusselse Huisartsenkring, die in het weekend patiënten doorstuurt naar de dokters van wacht, erkent het probleem. ,,Vooral in het zuiden van Brussel hebben we een groot tekort aan Nederlandstalige dokters. In het weekend is het soms zo druk dat we geen Nederlandstalige arts naar een Nederlandstalige patiënt kunnen sturen."

In de toekomst kan dat probleem nog een stuk groter worden: de gemiddelde leeftijd van de Nederlandstalige huisartsen in Brussel bedraagt momenteel 50 jaar. als die over 10 of 15 jaar massaal op pensioen gaan, dreigt een acuut tekort aan Nederlandstalige huisartsen.

Overigens is niet alleen aan huisartsen een tekort. Ook in de ziekenhuizen en verzorgingsinstellingen is er een grote vraag naar specialisten en verplegend personeel dat het Nederlands machtig is.

Angst voor Brussel

In 1999 werd om die reden het project Promedicis gelanceerd. Dat is een organisatie die studenten en pas afgestudeerden naar Brussel moet lokken. Volgens Luc Dhooghe, medeoprichter van Promedicis en huisarts in Vorst, zijn er verschillende oorzaken waarom Nederlandstalige huisartsen zich niet langer in Brussel willen vestigen. In Vlaanderen is slechts een maximum aantal studenten in de geneeskunde toegelaten. Daardoor zijn er plaatsen genoeg voor zowel huisartsen als specialisten. In Vlaanderen kunnen ze ook meer geld verdienen dan in de hoofdstad. Jonge huisartsen die een praktijk willen beginnen in Brussel kunnen de hoge prijzen van een kantoor of woning niet betalen. En dan is er nog de onveilige reputatie van Brussel: steeds meer afgestudeerde artsen zijn vrouwen, en net zij zijn daar gevoelig aan.

De Brusselse overheid maakt zich zorgen over het nijpend tekort aan Nederlandstalige huisartsen. Vorige week kwam een delegatie huisartsen bij Brigitte Grouwels (CD&V) om naar oplossingen te zoeken. Zij is collegelid van de Vlaamse Gemeenschapscommissie en in Brussel belast met welzijn, Gezondheid en Ambtenarenzaken.

Zorgnet

Op de vergadering werd aangekondigd dat huisartsen binnenkort een internetdatabank zullen kunnen raadplegen met de gegevens van alle Vlaamse specialisten en instellingen. De bedoeling van dit zogenaamde Zorgnet is er voor te zorgen dat Nederlandstalige patiënten eerst bij de huisarts te rade gaan, voor ze naar de specialist of spoeddienst trekken. ,,Nu trekken Nederlandstalige Brusselaars veel sneller naar de spoeddiensten dan andere mensen", zegt Dirk De Backer, woordvoerder van Brigitte Grouwels. ,,Een eerste verklaring is dat kansarmen op de spoedafdeling niet meteen hoeven te betalen voor de hulpverlening. Een nog belangrijker reden is het nijpend tekort aan Nederlandstalige huisartsen. Bovendien worden zij, als ze van wacht zijn, te pas en te onpas opgeroepen. En door het mobiliteitsprobleem in Brussel (veel verkeer, weinig parkeergelegenheid) verspelen ze veel kostbare tijd en zijn ze weinig te consulteren."

Groepspraktijk

Poolvorming is een andere oplossing die de Brusselse overheid al een tijdje aanmoedigt: ,,We stimuleren kersverse dokters aan om een groepspraktijk te beginnen. Zo zijn ze niet langer de slaaf van hun patiënten." Bovendien zijn de hoge huurprijzen dan ook draaglijker.

Tot slot is er de organisatie Promedicis die artsen en verplegend personeel naar de hoofdstad wil lokken.
20 okt 2005
meer over
zie ook rubriek