In zijn audit over het systeem van responsabilisering van de farmaceutische firma’s wijst het Rekenhof op zwakke punten in de berekening van de responsabiliseringsheffing, de toepassing van de reglementering, de organisatie van de controle en de invordering. Het pleit ervoor dat systeem te hervormen.
Het systeem van responsabilisering van de farmaceutische firma’s is
ingevoerd om de uitgaven in de gezondheidszorg mee te beheersen. Het
bestaat uit een heffing die de firma’s moeten betalen als het budget
voor terugbetaling van geneesmiddelen overschreden wordt. De heffing
wordt berekend op basis van de omzet van de firma’s.
Het Rekenhof is nagegaan of de reglementering correct wordt
toegepast. Het heeft ook onderzocht welke middelen het riziv gebruikt
om de gegevens om die heffing vast te stellen, te verifiëren.
Bovendien heeft het het systeem van inning van de heffingen
onderzocht.
Het Rekenhof merkt op dat, om de heffing te berekenen, de
overschrijding van het budget voor terugbetaling van geneesmiddelen
elk jaar zou moeten worden vastgesteld op basis van voldoende
nauwkeurige en homogene gegevens. Bij de berekening van de heffing
wordt ook gekeken of de besparingsmaatregelen die de regering op dat
vlak goedgekeurd heeft, effectief gerealiseerd zijn. Om te meten in
hoeverre de besparingen gerealiseerd zijn, moeten eveneens zo actueel
mogelijke gegevens worden gebruikt. als de gerealiseerde besparing
niet kan worden berekend, wordt ze forfaitair vastgesteld op basis
van o.m. de periode gedurende dewelke de besparingsmaatregelen
toegepast zijn. Omdat die forfaitaire vaststelling de berekening van
de heffing beïnvloedt, beveelt het Rekenhof aan voorzichtig te zijn
bij het bepalen van de datum van inwerkingtreding van dergelijke
maatregelen.
Het Rekenhof heeft daarnaast vastgesteld dat het riziv de aangiften
van de omzetcijfers van de farmaceutische firma’s, waarop de
berekening van de responsabiliseringsheffing gebaseerd wordt, niet
systematisch controleert. Die aangiften blijken bovendien soms
onvolledig te zijn op het vlak van de aangegeven geneesmiddelen en
hoeveelheden. Daardoor wordt de omzet onderschat. Dat heeft een
rechtstreekse weerslag op het percentage van deze heffing, maar
eveneens op alle overige heffingen die bij de farmaceutische
industrie worden geïnd.
De inning van de heffingen kan bovendien worden verbeterd door de
betalingen sneller te registreren, rappelbrieven sneller te versturen
en beter op te volgen en systematisch de gegevensbestanden te
gebruiken die de stand van inning van de heffingen weergeven.
Het Rekenhof doet aanbevelingen om de tekortkomingen te verhelpen.
Het stelt voor het huidige berekeningssysteem, gebaseerd op de door
de firma’s aangegeven omzetcijfers, te vervangen door een systeem dat
steunt op de cijfers van het RIZIV over de verkoop en de
terugbetaling van geneesmiddelen. Daarmee kan ook het probleem worden
geregeld of terugbetaalbare geneesmiddelen die worden geëxporteerd,
moeten worden aangegeven of niet. Bepaalde firma’s geven die
geneesmiddelen niet aan omdat ze in het Belgische systeem niet
terugbetaald worden en geen invloed op de overschrijding van het
budget hebben. Als de responsabilisering van de farmaceutische
firma’s alleen de geneesmiddelen beoogt die op de Belgische markt
worden verkocht en door de verzekering voor geneeskundige verzorging
worden terugbetaald, moet de wet op dat vlak worden gepreciseerd.
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid sluit zich bij alle
aanbevelingen van het Rekenhof aan, in het bijzonder bij het voorstel
om de heffingen voortaan te berekenen op basis van de gegevens
waarover het RIZIV beschikt. Bovendien belooft hij erop toe te zien
dat de nieuwe bestuursovereenkomst die de federale overheid en het
RIZIV eerstdaags voor de periode 2006-2008 moeten sluiten, rekening
houdt met de voorstellen van het Rekenhof om de afspraken over het
beheer, de inning en de invordering van de responsabiliseringsheffing
te optimaliseren.
Het Rekenhof dringt aan op concrete maatregelen om de berekening van
de heffingen te hervormen.
ingevoerd om de uitgaven in de gezondheidszorg mee te beheersen. Het
bestaat uit een heffing die de firma’s moeten betalen als het budget
voor terugbetaling van geneesmiddelen overschreden wordt. De heffing
wordt berekend op basis van de omzet van de firma’s.
Het Rekenhof is nagegaan of de reglementering correct wordt
toegepast. Het heeft ook onderzocht welke middelen het riziv gebruikt
om de gegevens om die heffing vast te stellen, te verifiëren.
Bovendien heeft het het systeem van inning van de heffingen
onderzocht.
Het Rekenhof merkt op dat, om de heffing te berekenen, de
overschrijding van het budget voor terugbetaling van geneesmiddelen
elk jaar zou moeten worden vastgesteld op basis van voldoende
nauwkeurige en homogene gegevens. Bij de berekening van de heffing
wordt ook gekeken of de besparingsmaatregelen die de regering op dat
vlak goedgekeurd heeft, effectief gerealiseerd zijn. Om te meten in
hoeverre de besparingen gerealiseerd zijn, moeten eveneens zo actueel
mogelijke gegevens worden gebruikt. als de gerealiseerde besparing
niet kan worden berekend, wordt ze forfaitair vastgesteld op basis
van o.m. de periode gedurende dewelke de besparingsmaatregelen
toegepast zijn. Omdat die forfaitaire vaststelling de berekening van
de heffing beïnvloedt, beveelt het Rekenhof aan voorzichtig te zijn
bij het bepalen van de datum van inwerkingtreding van dergelijke
maatregelen.
Het Rekenhof heeft daarnaast vastgesteld dat het riziv de aangiften
van de omzetcijfers van de farmaceutische firma’s, waarop de
berekening van de responsabiliseringsheffing gebaseerd wordt, niet
systematisch controleert. Die aangiften blijken bovendien soms
onvolledig te zijn op het vlak van de aangegeven geneesmiddelen en
hoeveelheden. Daardoor wordt de omzet onderschat. Dat heeft een
rechtstreekse weerslag op het percentage van deze heffing, maar
eveneens op alle overige heffingen die bij de farmaceutische
industrie worden geïnd.
De inning van de heffingen kan bovendien worden verbeterd door de
betalingen sneller te registreren, rappelbrieven sneller te versturen
en beter op te volgen en systematisch de gegevensbestanden te
gebruiken die de stand van inning van de heffingen weergeven.
Het Rekenhof doet aanbevelingen om de tekortkomingen te verhelpen.
Het stelt voor het huidige berekeningssysteem, gebaseerd op de door
de firma’s aangegeven omzetcijfers, te vervangen door een systeem dat
steunt op de cijfers van het RIZIV over de verkoop en de
terugbetaling van geneesmiddelen. Daarmee kan ook het probleem worden
geregeld of terugbetaalbare geneesmiddelen die worden geëxporteerd,
moeten worden aangegeven of niet. Bepaalde firma’s geven die
geneesmiddelen niet aan omdat ze in het Belgische systeem niet
terugbetaald worden en geen invloed op de overschrijding van het
budget hebben. Als de responsabilisering van de farmaceutische
firma’s alleen de geneesmiddelen beoogt die op de Belgische markt
worden verkocht en door de verzekering voor geneeskundige verzorging
worden terugbetaald, moet de wet op dat vlak worden gepreciseerd.
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid sluit zich bij alle
aanbevelingen van het Rekenhof aan, in het bijzonder bij het voorstel
om de heffingen voortaan te berekenen op basis van de gegevens
waarover het RIZIV beschikt. Bovendien belooft hij erop toe te zien
dat de nieuwe bestuursovereenkomst die de federale overheid en het
RIZIV eerstdaags voor de periode 2006-2008 moeten sluiten, rekening
houdt met de voorstellen van het Rekenhof om de afspraken over het
beheer, de inning en de invordering van de responsabiliseringsheffing
te optimaliseren.
Het Rekenhof dringt aan op concrete maatregelen om de berekening van
de heffingen te hervormen.