Demotte saneert hartcentra

De twintig ,,halve'' hartcentra - 15 in Wallonië, 1 in Brussel, 4 in Vlaanderen - moeten ermee stoppen op 1 januari 2006. Enkele andere hartcentra in Brussel en Wallonië moeten ook de deuren sluiten. De federale minister van Volksgezondheid Rudy Demotte (PS) heeft nieuwe normen klaar die de sector ,,saneren''.
Eerder deze week zei het Federaal Kenniscentrum voor Volksgezondheid dat België te veel hartcentra heeft, en dat het ,,tussenniveau'' van de ,,halve hartcentra'' (die enkel coronarografie mogen toepassen, maar geen ingrepen mogen doen) de kosten sterk opdrijft en overbodig is (DS 27 juni). Eerder toonde onderzoek van de Leuvense professor Frans Van de Werf aan, met cijfers uit 14 landen, dat het veel belangrijker is een infarctpatiënt zo snel mogelijk naar het dichtstbije ziekenhuis te brengen, dan hem meteen naar een gespecialiseerd hartcentrum te brengen (DS 27 juni). Die studies waren in lijn met de aanbevelingen die het Belgisch College van Cardiologen begin dit jaar uitbracht. Daarin pleitten de cardiologen zelf voor een vermindering van de hartcentra, onder meer omdat in centra die weinig ondervinding hebben, het risico op fouten hoger ligt. De cardiologen keerden zich ook tegen de ,,halve centra'', en zegden dat een gespecialiseerd hartcentrum altijd alle zorgprogramma's in huis moet hebben, ook de chirurgie. Ze herwaardeerden tegelijk de trombolyse als middel voor de eerste onmiddellijke aanpak van een infarct. trombolyse is de aanpak met geneesmiddelen die algemene ziekenhuizen mogen toepassen.

Minister Demotte heeft een besluit klaar dat de B1-centra die alleen coronarografie mogen doen - niet meer erkent vanaf 1 januari 2006. Elk gespecialiseerd hartcentrum moet alle vormen van infarctbehandeling in huis hebben, ook de hartchirurgie. De minister verhoogt ook het minimum aantal ingrepen; rondvraag leert dat daardoor wellicht twee centra in Brussel en Wallonië sneuvelen.

De minister zegt dat hij dat besluit al een tijd voorbereidde; hij wil het aanbod rationeler maken en wil niet dat een landsdeel veel meer centra heeft dan een ander. als deze operatie doorgaat, resten er nog 7 centra in Wallonië (3,3 miljoen inwoners), 6 centra in Brussel (1 miljoen inwoners) en 12 centra in Vlaanderen (6 miljoen inwoners).

Luxemburgse kamerleden vroegen gisteren al aan de minister of hij de aanbeveling van het Kenniscentrum voor een betere spreiding van de resterende centra gaat waarmaken. De minister zei daarop nog niet ja.

In Vlaanderen blijven de gevolgen van het nog niet gepubliceerde besluit beperkt tot het verdwijnen van de coronarografie-centra in de ziekenhuizen van Oostende en Kortrijk, en in het Sint-Augustinus- en het Monica-ziekenhuis in Antwerpen. Zij kunnen wel de rol van algemeen ziekenhuis blijven spelen.
01 jul 2005
meer over
zie ook rubriek