Met infarct best naar meest nabije ziekenhuis

Met een hartinfarct ga je het best zo snel mogelijk naar het dichtstbijgelegen algemeen ziekenhuis. De overlevingskansen zijn niet hoger als je rechtstreeks naar een verdergelegen gespecialiseerd ziekenhuis gaat. De factuur wel. Dat blijkt uit een studie van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg.
Bij een infarct bestaat de neiging de patiënt meteen naar een gespecialiseerd ziekenhuis te brengen, omdat men denkt dat de behandeling daar beter is en dat de kansen op overleving er het hoogst zijn. Een recent onderzoek bij 28.000 patiënten in 14 landen (DS 25 januari) zegt dat het sterfterisico lager is als de patiënt eerst naar het meest nabije ziekenhuis wordt gebracht. De overlevingskansen hangen meer af van de snelheid waarmee de eerste medische interventie gebeurt, dan van de specialisatiegraad van het ziekenhuis. als snel ingegrepen wordt, is er daarna nog tijd genoeg om door te verwijzen naar een gespecialiseerd ziekenhuis voor eventuele gespecialiseerde vervolgingrepen.

Het jongste onderzoek van het Belgisch Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg bevestigt dit. Dat bracht alle 35.000 hartinfarcten van 1999, 2000 en 2001 in kaart en vergeleek de behandeling met de richtlijnen van de European Society of cardiologie.

De overlevingskansen tussen algemene ziekenhuizen en gespecialiseerde verschillen niet, de facturen wel. Om onverantwoorde prijsverschillen waar te nemen, vergeleek het centrum identieke ingrepen op identieke patiënten in de verschillende ziekenhuizen.

De eenvoudigste behandeling (trombolyse) kost in een algemeen ziekenhuis gemiddeld 2.300 euro, in een gespecialiseerd ziekenhuis 3.000 euro en in een halfgespecialiseerd ziekenhuis gemiddeld 3.600 euro. Vooral dat laatste is onlogisch. Het Kenniscentrum zegt onomwonden dat de hoge prijs van die halfgespecialiseerde centra te maken heeft met het ,,ongepast gebruik'' van diagnosetechnieken. Het spreekt van ,,onnodige onderzoeken''.

Binnen elke soort ziekenhuizen bestaan nog grote prijsverschillen waarvoor geen verantwoording aanwezig is. In het duurste ziekenhuis kost eenzelfde ingreep aan de belastingbetaler uiteindelijk zesmaal meer dan in het goedkoopste.

De geavanceerde ballondilatatie, eventueel gecombineerd met de plaatsing van een stent, kost gemiddeld 6.000 euro. De gemiddelde prijs van een chirurgische ingreep (bypass) bedraagt 9.000 euro. Met het verblijf in het ziekenhuis erbij, kost dat 14.000 euro.

Let wel: het Kenniscentrum berekent alleen de kostprijs voor de belastingbetaler. Het heeft (nog) geen belangstelling voor de kosten voor de patiënt, die doorgaans wel parallel lopen.
27 jun 2005
meer over
zie ook rubriek