Onvruchtbaarheid steeds meer mannelijk probleem

Onvruchtbaarheid wordt meer een probleem van mannen dan van vrouwen. Dat denken artsen af te kunnen leiden uit Europese cijfers over ICSI, een specifieke behandeling voor kunstmatige bevruchting als er problemen zijn met het sperma.
Mannelijke en vrouwelijke onvruchtbaarheid hielden elkaar steeds in evenwicht. 40 procent trof mannen, 40 procent vrouwen en twintig procent beide partners.

De artsen stellen echter een stijging vast van het aantal behandelingen met een techniek voor kunstmatige bevruchting voor als de man onvruchtbaar is. icsi (intracytoplasmatische sperma-injectie), een techniek waarbij slechts één zaadcel in de eicel gebracht wordt, maakte acht jaar geleden 43 procent uit van alle behandelingen. In 2002 was dat opgelopen tot 52 procent.

Volgens onderzoeker Anders Nyboe Anderson kunnen de oorzaken van onvruchtbaarheid verschoven zijn. 'We zien minder en minder vrouwelijke onvruchtbaarheid door ernstige problemen aan baarmoeder of eileiders', zei hij in Kopenhagen op een conferentie, 'waarschijnlijk door minder onveilig vrijen de laatste 15 jaar. Omgevingsfactoren spelen misschien een steeds grotere rol, naarmate stoffen in de voedselketen ons endocrien systeem ontregelen. Maar het kan ook dat icsi gewoon meer de voorkeur krijgt omdat de techniek fel verbeterd is'.

Een andere theorie is dat mannen net zoals vrouwen op steeds latere leeftijd aan een gezin beginnen, en ze dan minder vruchtbaar zijn. Steeds meer mannen tussen 50 en 65 jaar doen een beroep op een vruchtbaarheidskliniek en mannen boven de 40 maken een kwart van alle consultaties uit.
24 jun 2005
Bron: De Tijd
meer over
zie ook rubriek