Snellere revalidatie maakt behandeling heupfractuur goedkoper

De behandeling van een heupfractuur kost de gemeenschap tussen de 6.000 en de 11.000 euro. Ruim de helft van de kostprijs voor een heupprothese gaat naar hospitalisatie. Met betere revalidatie kan die prijs omlaag.
Dat concludeert Thierry Scheerlink (AZ-vub) uit een onderzoek naar de kostprijs en de sociaal-economische aspecten van heupfracturen en heupprothesen.

Na een behandeling voor heupfractuur in het ziekenhuis kan slechts 40 procent van de patiënten terug naar huis, bij heupprothese 70 procent. Het is beter én goedkoper dat de patiënten, in plaats van ze in het ziekenhuis te houden, sneller worden doorverwezen naar een revalidatiedienst, zonder wachttijden. Daarvoor is betere samenwerking nodig tussen ziekenhuizen en revalidatiediensten, aldus de onderzoeker.

Volgens dokter Broeckx, revalidatiearts in het centrum Hof ter Schelde, loopt de samenwerking met de ziekenhuizen in de regio Antwerpen wel vlot, maar neemt de nood aan revalidatie inderdaad snel toe. "Steeds meer patiënten hebben geen sociaal vangnet, met als gevolg dat ze noodgedwongen langer in het ziekenhuis blijven. De wachtlijsten voor revalidatie nemen overal toe. We hebben hier 152 bedden en een wachtlijst van 150 patiënten."

Toch valt het in de regio Antwerpen nog mee wat betreft het aantal opvangmogelijkheden - vijftig bedden méér dan normaal toegelaten - terwijl de regio Kempen onder het geplande aantal zit.
28 apr 2005
meer over
zie ook rubriek