West-Vlaamse ziekenhuisfacturen verschillen fors

West-Vlaamse ziekenhuizen rekenen hun patiënten voor vergelijkbare prestaties vaak sterk uiteenlopende bedragen aan. Tot die conclusie komt het provinciaal West-Vlaams intermutualistisch agentschap (PIMC), dat een volledige facturatiemaand van de veertien West-Vlaamse ziekenhuizen doorlichtte. "We stelden opmerkelijke verschillen vast op het vlak van de juistheid en de transparantie van de ziekenhuisfactuur", stelt PIMC-voorzitter Geert Depondt.
Het PIMC verzamelde een maand lang alle facturatiegegevens van de veertien ziekenhuizen in West-Vlaanderen. Die gegevens werden vervolgens door verschillende experts bestudeerd en vergeleken. De resultaten lopen verrassend sterk uiteen. Bijvoorbeeld voor chirurgische hulpmiddelen, hechtingsmateriaal en verbanden. Die materialen zijn inbegrepen in de ligdagprijs. Een patiënt mag daarvoor met andere woorden niets extra aangerekend krijgen. In de praktijk rekenen nogal wat ziekenhuizen toch een supplement aan met het argument dat ze anders financieel kopje onder gaan. Voor sommige materialen worden supplementen van 150 euro aangerekend. In negen ziekenhuizen gebeurt dat niet. In vijf ziekenhuizen wel. Opmerkelijk: onder druk van het onderzoek wijzigden drie ziekenhuizen hun beleid om de supplementen aan te rekenen.
Ook voor een aantal niet-vergoedbare prestaties die in de ligdagprijs vervat zijn, rekent de helft van de West-Vlaamse ziekenhuizen onterecht een supplement aan. Concreet werd de facturatie onderzocht van een techniek die gebruikt wordt bij oogoperaties naar aanleiding van een cataractaandoening. De helft van de ziekenhuizen rekent daarvoor tot 125 euro per behandeling aan. Hetzelfde verhaal gaat op voor niet-vergoedbare implantaten die inbegrepen zijn in de ligdagprijs. De onderzoekers bestudeerden in het bijzonder de discusprothese, waarbij de kosten voor de patiënt kunnen oplopen tot 2.000 euro.
26 apr 2005
Bron: De Morgen
meer over
zie ook rubriek