Diploma's op maat

Wat verandert er volgend academiejaar aan de hogescholen en universiteiten? De achttienjarigen, die stilaan een definitieve keuze mogen maken, worden om de oren geslagen met bachelors, masters, afstudeerrichtingen en credits. Wat mogen zij verwachten? Hoe flexibel wordt hun studieloopbaan?
Een vrijstelling voor Spaans dankzij een jaartje Zuid-Amerika. Of een gedeelte van het vak gerontologie valt weg dankzij vrijwilligerswerk in een bejaardentehuis. Vanaf volgend academiejaar worden dergelijke ervaringen buiten het onderwijs in de hogescholen en universiteiten erkend.

Vanaf deze zomer kan iedere student zich daarvoor aanmelden bij de associatie waartoe zijn instelling behoort. Belangrijk is dat hij een uitgebreid dossier samenstelt om aan te tonen dat de opgedane ervaring relevant is voor een bepaald vak. Een ,,validerende instantie'' zal dan uitmaken of de kennis, vaardigheden en attitudes die de student buiten de universiteit of hogeschool heeft verworven, overeenkomen met de competenties die in het vak worden aangeleerd.

Een dergelijk ,,bewijs van bekwaamheid'' is in de eerste plaats bedoeld voor studenten met relevante werkervaring. Wie bijvoorbeeld al enkele jaren op de helpdesk van een groot bedrijf werkt, en daarna aan studies handelswetenschappen begint, kan een vrijstelling aanvragen voor het vak ,,gebruikersaspecten van informatica'' in het eerste jaar. als zijn dossier wordt goedgekeurd en hij slaagt ook in de test die daar eventueel op volgt, dan is hij automatisch geslaagd voor dat vak.

In hoeverre het systeem van ,,Elders Verworven Competenties'' (EVC's) ook slaat op engagement in een jeugdbeweging of andere ,,nuttige'' hobby's, valt nog af te wachten.

De erkenning van de EVC's kan op termijn meer nut hebben dan louter een vrijstelling. De uitspraak van een ,,validerende instantie'' is een bewijs dat je bepaalde dingen kunt. Zelfs zonder een diploma te behalen kan dat nuttig zijn, bijvoorbeeld bij een sollicitatie.

Vanaf volgend academiejaar zijn er niet alleen EVC's. Er zijn ook EVK's: Elders Verworven Kwalificaties. Heeft de student via de VDAB of via een vroegere baan een cursus gevolgd, of andere lessen waar geen diploma op volgde? Op vertoon van een studiebewijs kan de hogeschool of universiteit dat erkennen, en daarvoor een vrijstelling voor een of meerdere vakken geven. De instelling kan daarvoor eventueel advies vragen aan de validerende instantie.

De procedure voor de ,,validerende instantie'' kost wel geld. Voor een bekwaamheidsbewijs wordt een kleine bijdrage gevraagd.

Wie zich nu inschrijft voor een opleiding in het hoger onderwijs, kan kiezen tussen drie contracten. Een diplomacontract is vergelijkbaar met de huidige regeling: een student volgt lessen en legt daar examens over af. Dat kan volgens het jaarprogramma dat de instelling voorstelt, of met een individueel traject.

Niet alle instellingen stellen zich daarvoor even flexibel op. Zo behoudt de Katholieke Universiteit Leuven grotendeels het jaarsysteem dat nu bestaat: een studie blijft verdeeld in blokken van zestig studiepunten.

De Brusselse hogeschool Ehsal daarentegen vult de studieloopbaan heel flexibel in. Daar kunnen studenten een vierjarige studie bijvoorbeeld over acht jaar spreiden, of in drie jaar afwerken. Voor de vierjarige masteropleidingen krijgen de studenten de keuze tussen het ,,modeltraject'' van jaarlijks zestig studiepunten of een eigen programma. Voor wie dat laatste kiest, komt het erop aan om 240 studiepunten te verzamelen. De belangrijkste voorwaarde is dat bepaalde examens pas na andere afgelegd kunnen worden - het vak ,,statistiek 2'' kun je niet voor ,,statistiek 1'' volgen.

Een creditcontract is de tweede mogelijkheid. Een vak staat voor een aantal studiepunten, die worden uitgedrukt in ,,credits''. Tegenover een volledig diploma staat een bepaald aantal credits. Maar wie alleen geïnteresseerd is in een of meer vakken, sluit voor dat beperkter aantal credits een contract af.

Het examencontract ten slotte is vergelijkbaar met de huidige examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap: de student legt alleen examens af. Hij mag zelfs niet naar de lessen komen.

Een overstap tussen de drie soorten contracten is mogelijk.

Het inschrijvingsgeld wordt vanaf volgend jaar aangepast aan het aantal studiepunten dat een student wil verzamelen. Daarom betaalt iedereen bij het begin van het academiejaar een vast bedrag van maximum 55 euro plus een variabel gedeelte van maximum 7,5 euro per studiepunt. Wie een gewoon programma volgt (60 studiepunten per jaar), betaalt volgend jaar min of meer hetzelfde als nu het geval is: 505 euro, terwijl dat nu 502 euro is. Voor studenten met een ,,speciaal'' programma kan het wel duurder worden.

Wie na zijn eerste jaar zakt, en dat jaar wil overdoen, krijgt studieadvies. De hogescholen en universiteiten moeten dat vanaf volgend academiejaar standaard aanbieden, al is de student niet verplicht om bij de studieadviseur aan te kloppen. De instellingen kunnen gezakte eerstejaars ook nog andere voorwaarden opleggen als die hun jaar willen overdoen. Iedereen behoudt wel zijn recht om te bissen, maar de instelling kan bijvoorbeeld vragen dat de student bij de eerste poging al minstens de helft van de studiepunten heeft behaald.

Dat je 10 op 20 moet halen om voor een vak geslaagd te zijn, geldt al sinds dit academiejaar. Elk vak wordt apart beoordeeld. De jaarlijkse deliberatie waarbij het hele pakket vakken samen wordt bekeken, is niet meer verplicht. Sommige instellingen, zoals de KU Leuven, behouden wel een jaarlijkse evaluatie. De vub staat voor een flexibeler invulling. De Universiteit Gent wil vooral de studenten die al een basisdiploma hebben, zoveel mogelijk flexibiliteit geven. De programma's voor de basisdiploma's zullen zoveel mogelijk aansluiten bij de huidige jaarmodellen.

,,Bissen'' en ,,trissen'' doe je voortaan per vak, niet meer voor een volledig jaar. Alleen na het eerste jaar wordt de student voor alle vakken samen beoordeeld. Ook om een bachelor- en masterdiploma uit te reiken, wordt de student op zijn algemene prestaties beoordeeld.

Voor een geslaagd vak krijgt de student een ,,creditbewijs'', dat altijd geldig blijft. De waarde van dat bewijs is afhankelijk van het aantal studiepunten die aan het vak zijn verbonden. Die punten gelden niet alleen binnen de eigen hogeschool of universiteit. Studenten kunnen ze ook naar andere instellingen meenemen, ook in het buitenland.

In het nieuwe systeem kun je je nog steeds een kleine onvoldoende permitteren. Aan de Vrije Universiteit Brussel bijvoorbeeld zijn zes ,,buispunten'' toegelaten, gespreid over het tweede en derde jaar. Dat ,,potje'' kan besteed worden aan maximaal vier vakken.

Aan de KU Leuven, waar de deliberatie wel nog jaarlijks wordt georganiseerd, zijn twee ,,buispunten'' per jaar toegestaan, als de student minstens 54 procent op het geheel behaalt. In het eerste jaar is er iets meer tolerantie: drie ,,buispunten'' op maximaal twee vakken, als de student voor alle vakken samen minstens 56 procent behaalt.

In alle gevallen behoudt de hogeschool of universiteit in uitzonderlijke omstandigheden de vrijheid om studenten te doen slagen, ook al is hij op papier gezakt.
11 apr 2005
meer over
zie ook rubriek