Versnelde dood voor een Belg op de vier

Bij meer dan een op de vier sterfgevallen in België is vooraf beslist om geen eten, drank of medicijnen meer toe te dienen, zoals nu bij de Amerikaanse Terri Schiavo. Dat blijkt uit een recente Europese studie.
De onderzoekers ondervroegen tussen juni 2001 en februari 2002 duizenden artsen in zes Europese landen, waaronder België. Ze moesten melden of ze voorafgaand aan een overlijden hadden beslist om geen therapie meer te starten of de behandeling stop te zetten.

Bij 27 procent van de overlijdens bleek dat in België het geval, omdat de behandeling voortzetten zinloos was geworden. Meestal kregen de patiënten geen geneesmiddelen meer, in andere gevallen werd de voedingssonde afgekoppeld of het ademhalingsapparaat stilgelegd. België behoort daarmee tot de subtop in Europa, blijkt uit de studie, die zopas verscheen in Archives of Internal Medicine. Door de beslissing werd het leven van de patiënten nog verder ingekort. In de meeste gevallen gaat het maar om enkele dagen, omdat de patiënt al terminaal was. Bij kankerpatiënten werd daarentegen in een vijfde van de gevallen het leven met meer dan een maand ingekort.

De beslissing om niet meer te behandelen valt doorgaans na overleg met de familie. ,,Meestal is de patiënt zelf er zo erg aan toe dat het niet meer mogelijk is om met hem te overleggen'', zegt dokter Johan Bilsen van de vub. ,,Als de patiënt nog wel bij bewustzijn is, stemt hij trouwens meestal in met het stopzetten van de behandeling.''

Anders dan in de Verenigde Staten is het stopzetten van een zinloze behandeling in België niet omstreden. Ook de Orde van Geneesheren vindt dat het leven (en lijden) van een patiënt niet nodeloos mag worden gerekt.
25 mrt 2005
meer over
zie ook rubriek