Kans op dementie verschilt van stadswijk tot stadswijk

7,9 procent van de bewoners in de Antwerpse Tentoonstellingswijk is dement. In de 'sociaal achtergestelde' wijk Stuivenberg ligt dit aantal met 18,1 procent een pak hoger. «Dementie wordt inderdaad beïnvloed door het niveau van de opleiding. Bijgevolg zijn er dus ook duidelijke verschillen tussen de stadswijken», zegt professor neurologie Peter De Deyn, die een groot onderzoek naar beginnende dementie deed.
De Deyn nam een cognitieve test af, bij 866 70- tot 75-jarigen. Hiervan bleken honderd personen dement te zijn, iets meer vrouwen dan mannen. Opvallend is vooral het grote verschil tussen de wijken: de Stuivenbergwijk heeft het hoogst aantal dementen. De Tentoonstellingswijk het laagste. «Het was al langer geweten dat educatie invloed heeft op de resultaten van een dementie-test. Mensen die een lagere opvoeding genoten, scoren slechter in de speurtocht naar dementie-symptomen. In Antwerpen, waar de wijken erg verschillen op sociaal-economisch vlak, is dit contrast frappant», zegt De Deyn.

Sociaal isolement


Hij benadrukt dat er geen rechtstreeks verband is tussen wonen in een minder chique buurt en dementie. «Sociaal isolement, wat bijvoorbeeld op den Dam makkelijker voorkomt dan pakweg op het Zuid, kan ertoe bijdragen dat de ziekte sneller evolueert. Maar omgevingsfactoren hebben geen rechtstreekse invloed op iemands neurologische gezondheid. Met andere woorden: je wordt niet dement doordat je in een bepaalde wijk woont.»

vergrijzing


Met de vergrijzing die toeneemt, verwacht professor De Deyn tegen 2010 215.000 patiënten met dementie in België. «Gigantisch veel», beseft hij. «Daarom is het ook noodzakelijk dat er preventief meer gebeurt, vooral in achtergestelde wijken. Het is belangrijk geheugenstoornissen vroeg op te sporen. Die zijn vaak te genezen: als de oorzaak vasculair is, kan voorkomen worden dat ze nog uitbreiden. Ook in het geval van alzheimer kan de juiste medicatie het ziekteproces uitstellen.»
19 mrt 2005
meer over
zie ook rubriek