Vandaag betogen de studenten kinesitherapie

Ze pikken het niet dat ze na hun studies nóg een examen zouden moeten afleggen, om uit te maken wie wel of niet erkend wordt als zelfstandig kinesitherapeut. Maar voor alles vragen ze duidelijkheid over wat er gaat gebeuren.
Over enkele maanden studeren in België opnieuw volwaardige, goed geschoolde kinesitherapeuten af. Vier tot vijf jaar lang hebben heel wat ouders, de overheid en in sommige gevallen de student zelf zware financiële inspanningen geleverd om dat punt te bereiken. Maar met het diploma in de hand, wordt nu plotseling voor velen de toegang tot het beroepsveld drastisch beperkt.

Vanaf 2005 - dit jaar dus - zouden slechts 450 afgestudeerden in België recht hebben op een erkenning als zelfstandig kinesitherapeut. Wie wel en wie niet, zou afhangen van een jaarlijks selectie-examen, afzonderlijk georganiseerd voor Vlaanderen en Wallonië, waar respectievelijk 270 en 180 erkenningen te verdelen zijn. Vanaf 2008 zouden nog minder zelfstandige kinesitherapeuten erkend worden.

als meest betrokken partij in dit dossier stellen wij, Vlaamse studenten kinesitherapie, ons heel wat vragen.

Bijvoorbeeld. Waarop is deze uitstroombeperking gebaseerd? De contingentering is door de overheid in het leven geroepen als remedie tegen de hoge kosten in en de dalende kwaliteit van de gezondheidszorg. Maar wij vragen ons af of een uitstroombeperking van het aantal kinesitherapeuten de juiste oplossing is.

Aangezien elke jongere vrije toegang heeft tot de studierichting kinesitherapie en bovendien weinig of niet geïnformeerd wordt over de contingentering, vrezen we na enkele jaren een opstapeleffect. Want jaarlijks zullen procentueel steeds minder kinesitherapeuten met een geldig diploma een erkenning ontvangen.

Houdt de overheid trouwens rekening met de veranderingen in het werkveld? Met maatschappelijke tendensen? Er is immers een vervrouwelijking van het beroep aan de gang, wat in combinatie met een gezinsleven leidt tot een verminderd aantal prestaties per kinesitherapeut.

Is er op politiek vlak al een eenduidig standpunt over die noodzaak aan contingentering? In het verleden heeft toenmalig Vlaams minister van onderwijs, Marleen Vanderpoorten, al aangegeven ,,grote twijfels te hebben over de federale cijfers over het aantal kinesitherapeuten''. En zijn er al afspraken over de manier waarop deze contingentering moet worden uitgevoerd? Enkele jaren geleden heeft toenmalig minister van Sociale Zaken, Frank Vandenbroucke, in een interview met De Standaard al aangegeven dat de contingentering beter op het niveau van onderwijs zou worden besproken. Vandenbroucke zit nu dan op de juiste plaats om er iets aan te doen.

Wanneer zal dat vergelijkend examen trouwens plaatsvinden? Waaruit zal het bestaan? En wat gebeurt er met de niet-geslaagden?

In een ontwerp van koninklijk besluit wordt heel vaag een schets gemaakt van de inhoud van het schriftelijke vergelijkend examen. Er zouden een aantal parameters worden getoetst die noodzakelijk worden geacht voor de beroepsuitoefening als zelfstandige en voor het succesvolle beheer van een kinesitherapiepraktijk. Maar de parameters waarvan sprake werden tijdens onze opleiding al gedoceerd en geëxamineerd. Stelt de overheid zich dan vragen over de kwaliteit van haar eigen opleidingen? Of twijfelt ze aan de bekwaamheid van de kinesitherapeuten die aan de slag zijn?

In naam van alle studenten kinesitherapie vragen wij duidelijkheid over dit dossier en over de (nabije) toekomst van de huidige studenten kinesitherapie. Wij willen dat elke afgestudeerde optimaal gebruik kan maken van zijn diploma's. Bijgevolg kunnen we ons met geen enkele vorm van uitstroombeperking verzoenen en verzetten we ons met klem tegen het ophanden zijnde examen.



Yves Janssens , Yannick Hallemans , Vincent Vollon , Ann Eeckelaert , Wouter Bossuyt (De auteurs zijn studenten kinesitherapie die zich verenigden in SKITO, Studenten Kinesitherapie Tegen Onrecht.)
16 mrt 2005
meer over
zie ook rubriek