Medicijnstut is toch veilig

Moderne vaatstutten ('stents') houden vernauwde aders langer open dan klassieke modellen. Met het verhoogde risico op bloedklonters valt te leven, volgens internationaal onderzoek dat werd gecoördineerd in Aalst.
Een stent of vaatstut is een buisje of veertje dat in een ader wordt geschoven om een vernauwing in het bloedvat open te duwen. Stents worden vaak gebruikt om een kransslagaderoverbrugging ('bypass') te voorkomen of uit te stellen.

De allereerste stents waren gemaakt uit metaal. Ze worden nog steeds gebruikt, maar hebben het nadeel dat ze na een tijdje overgroeid raken met weefsel van de bloedvatwand, waardoor het bloedvat opnieuw vernauwt en de patiënt algauw weer met benauwdheid en pijn op de borst zit.

Modernere stents zijn daarom bekleed met een laagje waaruit een geneesmiddel lekt dat het dichtgroeien van het bloedvat tegenhoudt. Dergelijke medicijnstutten kenden de jongste jaren groot succes, vooral voor patiënten met een vernauwing van de kransslagaders, die de hartspier van bloed en zuurstof voorzien. Maar hun succes dreigde overschaduwd te worden door complicaties op de langere termijn.

Patiënten die een medicijnstut kregen ingeplant, moeten immers nog lange tijd bloedverdunnende geneesmiddelen nemen om te verhinderen dat hun bloed gaat klonteren in de buurt van het vreemde materiaal van de stut. Bij de klassieke stutten waren die bloedverdunners maar enkele weken nodig, omdat de stut snel overgroeid raakte met bloedvatweefsel en er nadien geen rechtstreeks contact meer was tussen bloed en stut. Patiënten met een medicijnstut blijven vaak nog maandenlang aspirine nemen. In het medische vakblad The Lancet waarschuwden Nederlandse artsen eind vorig jaar dat sommige patiënten een jaar na inplanting van een medicijnstut een hartaanval kregen, kort nadat ze van de bloedverdunners waren gehaald. Het bloedstolsel dat de bloedtoevoer naar de hartspier afsneed en de hartaanval veroorzaakte, zat telkens op de plaats waar de medicijnstent zat. Dat zaaide twijfel over de voordelen van medicijnstutten. Maar met de risico's blijkt het al bij al toch mee te vallen, zegt William Wijns van het cardiovasculair centrum van het Aalsterse Onze-Lieve-Vrouwziekenhuis. Een grootschalige klinische studie (de Endeavor II) , die onder zijn leiding werd uitgevoerd in 72 ziekenhuizen in zeventien landen, geeft aan dat de voordelen van medicijnstents opwegen tegen de nadelen.

De Endeavor II onderzocht de werking van een medicijnstut van de firma Medtronic. Het polymeerlaagje van de stent is biocompatibel en het laagje weefsel dat zich naderhand op de stent vormt, is iets dikker dan bij twee andere moderne stents, zegt Wijns. ,,Daarom is het risico op bloedklonters minder groot.'' Na negen maanden, zo leert de studie, trad slechts in een op de tweehonderd gevallen een trombose (bloedklonter) op. Het risico op bloedklontervorming na negen maanden bedroeg met de oude stent meer dan een op de honderd, meer dan het dubbele dus.

Medicijnstents zijn duurder dan klassieke vaatstutten en worden in België enkel terugbetaald voor suikerzieken. Wijns hoopt dat er meer moderne stutten op de markt komen en dat de prijzen hierdoor dalen. Want de werking ervan, zo bewijst Endeavor II volgens hem, is groter.

Circa 1.200 patiënten kregen in het kader van Endeavor II een stent ingeplant. In 600 gevallen ging het om een medicijnstut. Na negen maanden waren de resultaten bevredigend. ,,Met een medicijnstut had 95 procent van de patiënten geen nieuwe behandeling nodig. Patiënten met een gewone stent hadden maar in 88 procent van de gevallen genoeg aan één behandeling.''

Het risico op overlijden, infarct of een nieuwe behandeling bedroeg ruim 15 procent bij gewone stents maar 8 procent met de medicijnstent.
11 mrt 2005
meer over
zie ook rubriek