Wachtlijsten voor niertransplantaties met levende donoren groeien

In 2004 werd bij één op de tien niertransplantaties in België gebruikgemaakt van een levende donor, zegt professor Bernard de Hemptinne vandaag in het vakblad De Huisarts. Volgens preciezere cijfers van de UZGent blijkt echter dat dat cijfer enkel geldt voor de niertransplantaties uitgevoerd in het UZGent. Het aantal levende donoren bij transplantaties over heel België bedraagt maar 6 procent, terwijl het in onze buurlanden veel hoger ligt. De wachtlijsten worden intussen steeds langer.
De meeste transplantorganen zijn afkomstig van overledenen en worden volgens strikte normen toegekend door Eurotransplant, de stichting voor uitwisseling van organen. Toch kan bij transplantaties ook een levende donor worden gebruikt. 'Levende donororganen geven over het algemeen een beter resultaat', zegt De Hemptinne. Meestal gaat het dan om naaste verwanten van de patiënt.

Levende donoren kunnen worden ingezet bij niertransplantaties en sinds 1999 ook bij levertransplantaties. De donorlever wordt gesplitst en een deel wordt overgeplant. De techniek is experimenteel ook al dermate gevorderd dat de bloedgroep van donor en ontvanger niet meer moet overeenstemmen. Vorig jaar werden in ons land 25 levende donoren gebruikt bij levertransplantaties en 26 bij niertransplantaties.

'In onze buurlanden worden veel vaker levende donoren gebruikt. In Nederland werden er in 2003 bij niertransplantaties 195 ingezet, terwijl het in België beperkt bleef tot 10', stelt Luc Colembie, de transplantcoördinator van het UZGent. Het verschil is te verklaren door het feit dat de wetgeving in België toelaat organen van overledenen te gebruiken, tenzij de overledene expliciet vroeg geen donor te zijn. 'In België waren er in 2003 per miljoen inwoners 24,1 nieren afkomstig van een overleden donor. In Nederland waren er dat maar 13,9 per miljoen inwoners', weet Colembie.

Toch zijn er steeds minder donoren. De wachttijd voor een lever was tien jaar geleden twee tot drie maanden maar nu is dat al anderhalf jaar. 'Mensen leven langer en het veiliger verkeer eist minder slachtoffers', zegt Colembie. Volgens De Hemtinne zijn de wachttijden nog altijd veel korter dan in bijvoorbeeld de Verenigde Staten.
10 mrt 2005
Bron: De Tijd
meer over
zie ook rubriek