De commissie Sociale Zaken van de Senaat start woensdag de bespreking van het wetsvoorstel van Patrik Vankrunkelsven (VLD) en Christine Defraigne (MR) om de technieken voor medisch begeleide voortplanting (MBV) een wettelijke basis te geven. De MBV slaat op de kunstmatige inseminatie, de proefbuisbevruchting en de injectie van spermatozoïden in het cytoplasme van een eicel. Er bestaat momenteel geen wetgeving over deze technieken, tenzij een koninklijk besluit over de terugbetaling door de sociale zekerheid.
Beide liberale senatoren willen de MBV legaliseren voor hetero- en homoseksuele koppels en voor alleenstaande vrouwen. Christine Defraigne erkende dat haar standpunt geëvolueerd is. In een eerder voorstel had ze homoseksuele koppels uitgesloten van de medisch begeleide voortplanting. Het wetsvoorstel slaat niet op mannelijke homoseksuele koppels. De twee senatoren vinden dat deze problematiek ter sprake moet komen in het andere debat waar ook de problematiek van de draagmoeders behandeld kan worden.
PRIVACY donorEN
Defraigne wees er wel op dat ze het lichaam van een vrouw niet "geïnstrumentaliseerd" wil zien ten behoeve van mannelijke homoseksuele koppels. Het wetsvoorstel voorziet in het bijhouden van de gegevens van de donoren van gameten of embryo's. De privacy en anonimiteit van de donoren dient evenwel beschermd te worden.
De tekst verbiedt voorts het gebruik van overtallige gameten en embryo's na het overlijden van de donor. Over de MBV werd gedurende een jaar gedebateerd in de werkgroep Bio-Ethiek. Daar werd geen consensus gevonden over het liberale voorstel.
PRIVACY donorEN
Defraigne wees er wel op dat ze het lichaam van een vrouw niet "geïnstrumentaliseerd" wil zien ten behoeve van mannelijke homoseksuele koppels. Het wetsvoorstel voorziet in het bijhouden van de gegevens van de donoren van gameten of embryo's. De privacy en anonimiteit van de donoren dient evenwel beschermd te worden.
De tekst verbiedt voorts het gebruik van overtallige gameten en embryo's na het overlijden van de donor. Over de MBV werd gedurende een jaar gedebateerd in de werkgroep Bio-Ethiek. Daar werd geen consensus gevonden over het liberale voorstel.
