De werknemers in de gezondheidszorg hebben gemiddeld nu al het hoogste aantal vakantiedagen per jaar. Dat blijkt uit cijfers van SDWorx. Het sociaal akkoord dat het voorbije weekend tussen de federale regering en de gezondheidssector werd bereikt, zal de vakantievoorsprong van de sector nog doen toenemen.
SDWorx doet de loonadministratie voor bedrijven die samen zo'n 300.000 werknemers tewerkstellen in de meest diverse sectoren. De gemiddelde Belg heeft 22,6 vakantiedagen per jaar. Voor de gemiddelde 'gezondheidszorger' is dat 26,2. Ter vergelijking: de bouw komt uit op 20,44 vakantiedagen per jaar, de textiel op 20,65 en de chemie op 25,6.
Sommige kleine deelsectoren doen weliswaar nog beter dan de gezondheidszorg. Zo krijgen de werknemers bij de boekenuitgevers bijvoorbeeld 26,39 vakantiedagen per jaar. Wie werkt bij een producent van parfums en cosmetica mag zelfs rekenen op bijna 31 subsectoraal toegekende vakantiedagen. Maar op sectoraal vlak staat de witte sector afgetekend aan de leiding. De reden hiervoor is de nu aflopende CAO voor de sector. Die voorziet in de toekenning van een aanzienlijk aantal bijkomende vakantiedagen voor oudere werknemers. In het sociaal akkoord dat dit weekend op federaal vlak werd bereikt, wordt de toekenning van extra vakantie voort uitgebreid.
De cijfers van SDWorx zijn de som van het aantal wettelijke (twintig per jaar) en het aantal extralegale vakantiedagen. In de extralegale zitten ook de zogenaamde anciënniteitsdagen, de vakantiedagen die op basis van anciënniteit worden toegekend. Niet inbegrepen zijn de feestdagen en de ADV-dagen (arbeidsduurverkortingsdagen). Na de devaluatie van 1982 kregen de werknemers in ruil voor het overslaan van een indexsprong arbeidsduurverkorting toegekend. In sommige sectoren werd die op dag- of weekbasis toegekend, bij andere op jaarbasis.
De meeste sectoren zitten wat het aantal vakantiedagen betreft op het wettelijk minimum of net erboven. Gebruikelijk als sectorale extralegale vakantiedagen zijn enkel het feest van de Vlaamse Gemeenschap en de patroondag van de sector. Dat het gemiddelde voor alle sectoren toch nog 22,6 bedraagt, is een gevolg van het feit dat er ook op bedrijfsvlak meestal wat extra vakantiedagen worden toegekend.
Sommige kleine deelsectoren doen weliswaar nog beter dan de gezondheidszorg. Zo krijgen de werknemers bij de boekenuitgevers bijvoorbeeld 26,39 vakantiedagen per jaar. Wie werkt bij een producent van parfums en cosmetica mag zelfs rekenen op bijna 31 subsectoraal toegekende vakantiedagen. Maar op sectoraal vlak staat de witte sector afgetekend aan de leiding. De reden hiervoor is de nu aflopende CAO voor de sector. Die voorziet in de toekenning van een aanzienlijk aantal bijkomende vakantiedagen voor oudere werknemers. In het sociaal akkoord dat dit weekend op federaal vlak werd bereikt, wordt de toekenning van extra vakantie voort uitgebreid.
Wettelijk minimum
De cijfers van SDWorx zijn de som van het aantal wettelijke (twintig per jaar) en het aantal extralegale vakantiedagen. In de extralegale zitten ook de zogenaamde anciënniteitsdagen, de vakantiedagen die op basis van anciënniteit worden toegekend. Niet inbegrepen zijn de feestdagen en de ADV-dagen (arbeidsduurverkortingsdagen). Na de devaluatie van 1982 kregen de werknemers in ruil voor het overslaan van een indexsprong arbeidsduurverkorting toegekend. In sommige sectoren werd die op dag- of weekbasis toegekend, bij andere op jaarbasis.
De meeste sectoren zitten wat het aantal vakantiedagen betreft op het wettelijk minimum of net erboven. Gebruikelijk als sectorale extralegale vakantiedagen zijn enkel het feest van de Vlaamse Gemeenschap en de patroondag van de sector. Dat het gemiddelde voor alle sectoren toch nog 22,6 bedraagt, is een gevolg van het feit dat er ook op bedrijfsvlak meestal wat extra vakantiedagen worden toegekend.