De vakbondsmilitanten van de witte sector stemmen in met de toezeggingen van de federale regering. Daarmee is de staking in ziekenhuizen, rusthuizen, thuisverpleging en andere federaal gefinancierde gezondheidsvoorzieningen voorbij. Maar het wit gegrom is nog niet over. Niet iedereen is helemaal tevreden. Veel praktische details moeten nog verder uitgewerkt worden met de werkgevers. Dat zal zeker nog leiden tot wrijvingen. En de onderhandelingen voor de voorzieningen van de deelstaten moeten nog beginnen.
De belangrijkste beslissing viel gisteren al rond de middag, toen de christelijke bonden van de openbare (de ambtenarenbond CCOD) en de privé-instellingen (de bediendenbond LBC, en de arbeiderscentrale voor voeding en Diensten) met een meerderheid van ,,99 procent'' het voorakkoord aanvaardden dat hun leiders zondagavond sloten met de federale regering (DS van 7 maart). Nogal wat militanten luchtten hun ongenoegen over de dertiende maand die niet geheel toegekend is, anderen over de beperking van de ,,rimpeldagen'', de werktijdverkorting voor de 50-plussers. Maar toen ze ja of neen moesten zeggen, zegden allen ja. Ook de militanten van de Vlaamse sectoren voor wie dit akkoord niet geldt: hun ja-stem drukte vooral hun hoop uit straks hetzelfde te verkrijgen van hun overheid.
Daarmee had 85 procent van de vakbondsafgevaardigden van het militantste landsdeel zich uitgesproken. De kleine liberale vakbond aanvaardde kort daarna het voorakkoord met 75 procent van de stemmen. De socialistische BBTK, die eind vorige maand een minder verregaand akkoord goedkeurde, deed nu moeilijk. Daar stemde maar 68 procent in, en dan nog onder voorwaarden: de ,,rimpeldagen'' en de koopkrachtverhoging moeten worden uitgevoerd vóór de andere afspraken; en er moet zekerheid zijn dat de vakbondsafvaardiging in de kleine instellingen er komt. De regering heeft die aanvaard, maar de werkgevers wijzen die af (zie onder). Later op de avond keurde de Franstalige christelijke CNE het akkoord onder dezelfde voorwaarden goed met 93 procent van de stemmen.
Meteen werd ook duidelijk dat het akkoord dat de vakbonden sloten met de federale regering, nog veel onduidelijkheden bevat, vooral over de timing van de maatregelen. En die afspraken moeten gemaakt worden met de werkgevers die niet bij de onderhandelingen betrokken waren. Niet de regering, maar zij kunnen afdwingbare collectieve arbeidsovereenkomsten (cao's) sluiten.
De staking in de federaal gefinancierde instellingen (ziekenhuizen, rusthuizen en thuisverpleging) is daarmee opgeschort, maar niet afgeblazen. Mochten de uitvoeringsgesprekken spaak lopen, dan kan de stakingsaanzegging weer geactiveerd worden.
Vanuit sommige ziekenhuizen kwamen gisteravond onduidelijke berichten dat de basis toch niet gelukkig is met alle afspraken. Zo waren er klachten dat de premies voor nacht- en weekeindewerk niet zijn verhoogd. De komende dagen moet blijken of dit de weergekeerde rust kan verstoren.
Waar de rust niet intreedt, is in de instellingen die afhangen van de Vlaamse, de Waalse, de Brusselse, de Franstalige en Duitstalige overheden: de gehandicapteninstellingen, de jeugdzorg, de kinderopvang en de rest van de welzijnszorg, en de gehele socio-culturele sector. Walter Cornelis (LBC) zei dat hij nu zo snel mogelijk wil onderhandelen met de Vlaamse overheid. In die Vlaamse instellingen wordt voorlopig niet (meer) gestaakt; er wordt wel ,,actie gevoerd'', vooral op de straat, en bij die gelegenheid kan het wel dat ,,het werk wordt onderbroken''.
Het is ook nog niet duidelijk of de regering helemaal achter het akkoord staat. Dat werd vooral voorbereid en gesloten door SP.A- en PS-ministers. De minister van Werk, Freya Van den Bossche (SP.A) die de onderhandelingen ten dele vanop het ziekbed moest volgen, sprak van een ,,bijzonder goed akkoord''. Maar de fractieleider van de MR in de Kamer, Daniel Bacquelaine ,,verbaasde zich'' over het feit dat de regering aanvaard had de kleine instellingen te verplichten een vakbondsafvaardiging in te stellen. MR-vice-premier Didier Reynders steunde die kritiek.
En in de VLD is er binnenskamers te horen ,,dat er toch wel erg veel geld naar de witte sector gaat''.
Daarmee had 85 procent van de vakbondsafgevaardigden van het militantste landsdeel zich uitgesproken. De kleine liberale vakbond aanvaardde kort daarna het voorakkoord met 75 procent van de stemmen. De socialistische BBTK, die eind vorige maand een minder verregaand akkoord goedkeurde, deed nu moeilijk. Daar stemde maar 68 procent in, en dan nog onder voorwaarden: de ,,rimpeldagen'' en de koopkrachtverhoging moeten worden uitgevoerd vóór de andere afspraken; en er moet zekerheid zijn dat de vakbondsafvaardiging in de kleine instellingen er komt. De regering heeft die aanvaard, maar de werkgevers wijzen die af (zie onder). Later op de avond keurde de Franstalige christelijke CNE het akkoord onder dezelfde voorwaarden goed met 93 procent van de stemmen.
Meteen werd ook duidelijk dat het akkoord dat de vakbonden sloten met de federale regering, nog veel onduidelijkheden bevat, vooral over de timing van de maatregelen. En die afspraken moeten gemaakt worden met de werkgevers die niet bij de onderhandelingen betrokken waren. Niet de regering, maar zij kunnen afdwingbare collectieve arbeidsovereenkomsten (cao's) sluiten.
De staking in de federaal gefinancierde instellingen (ziekenhuizen, rusthuizen en thuisverpleging) is daarmee opgeschort, maar niet afgeblazen. Mochten de uitvoeringsgesprekken spaak lopen, dan kan de stakingsaanzegging weer geactiveerd worden.
Vanuit sommige ziekenhuizen kwamen gisteravond onduidelijke berichten dat de basis toch niet gelukkig is met alle afspraken. Zo waren er klachten dat de premies voor nacht- en weekeindewerk niet zijn verhoogd. De komende dagen moet blijken of dit de weergekeerde rust kan verstoren.
Waar de rust niet intreedt, is in de instellingen die afhangen van de Vlaamse, de Waalse, de Brusselse, de Franstalige en Duitstalige overheden: de gehandicapteninstellingen, de jeugdzorg, de kinderopvang en de rest van de welzijnszorg, en de gehele socio-culturele sector. Walter Cornelis (LBC) zei dat hij nu zo snel mogelijk wil onderhandelen met de Vlaamse overheid. In die Vlaamse instellingen wordt voorlopig niet (meer) gestaakt; er wordt wel ,,actie gevoerd'', vooral op de straat, en bij die gelegenheid kan het wel dat ,,het werk wordt onderbroken''.
Het is ook nog niet duidelijk of de regering helemaal achter het akkoord staat. Dat werd vooral voorbereid en gesloten door SP.A- en PS-ministers. De minister van Werk, Freya Van den Bossche (SP.A) die de onderhandelingen ten dele vanop het ziekbed moest volgen, sprak van een ,,bijzonder goed akkoord''. Maar de fractieleider van de MR in de Kamer, Daniel Bacquelaine ,,verbaasde zich'' over het feit dat de regering aanvaard had de kleine instellingen te verplichten een vakbondsafvaardiging in te stellen. MR-vice-premier Didier Reynders steunde die kritiek.
En in de VLD is er binnenskamers te horen ,,dat er toch wel erg veel geld naar de witte sector gaat''.