Terugkerende spataderen

Spataderen keren na een operatie soms terug. Chirurgen zoeken manieren om dat te voorkomen. Een kunststofpleister op de operatiewonde helpt, maar heeft ook nadelen.
Spataders komen vaak voor, veelal op de benen. Ze ontstaan als bloed zich ophoopt in oppervlakkige beenaders, in plaats van te worden teruggepompt naar het hart, zoals het hoort. Bij spataders loopt dit terugpompen mis omdat aderkleppen die moeten beletten dat omhooggepompt bloed terugvloeit, slecht functioneren en bloed lekken. Zo blijft te veel bloed in de beenaders staan, die vervaarlijk gaan opzwellen en uitrekken.

Spataders zijn ontsierend en soms worden ze gewoonweg om esthetische redenen weggehaald. Maar vaker is een chirurgische behandeling nodig als de varices , zoals artsen' style='color:#00896e;border-bottom:1px dotted #00896e;'>artsen spataders noemen, voor voortdurende vermoeidheid of een loom gevoel in de benen zorgen, of verwikkelingen veroorzaken zoals flebitis (aderontsteking), huidafwijkingen (bijvoorbeeld eczeem) en beenwonden aan de enkels. De arts knoopt dan de getroffen ader op twee plaatsen af, bijvoorbeeld in de lies en aan de binnenkant van de knie, en trekt het tussenliggende deel weg uit het been. Strippen heet dat in medisch jargon. Meestal worden voor de volledigheid ook kronkelige zijtakjes van de ader weggehaald, via kleine sneetjes in het been.

Helaas komen spataders na chirurgie soms terug. Naar schatting een op de vijf patiënten ziet zijn spataders na vijf of meer jaar weer opduiken. Dat is niet alleen voor de patiënt een teleurstelling, zegt Marianne De Maeseneer, die in het Universitair ziekenhuis Antwerpen al ruim vijftien jaar spataders weghaalt, maar ook voor de chirurg.

Waarom spataders bij de ene patiënt wel terugkeren na een operatie, en bij de andere niet, is niet precies bekend. De eenvoudigste redenering is te denken dat de chirurg zijn of haar job niet goed heeft gedaan. Dat is niet zo, weet De Maeseneer. ,,Maar aan het begin van mijn carrière dacht ik zelf ook: als ik goed werk aflever, is die patiënt voor altijd van zijn spataders af. Dat viel me in de praktijk toch tegen.''

Ook na correct uitgevoerde chirurgie kunnen spataders terugkomen. Er vormen zich dan nieuwe aders op de stomp van een afgebonden ader, waarin lekkend bloed zich weer kan gaan opstapelen. ,,Met echografie kun je dat heel aardig volgen, nog voor er aan de buitenkant van het been iets te merken valt'', zegt De Maeseneer. ,,Een jaar na de operatie zie je al bij meer dan een op de tien geopereerde patiënten zo'n nieuwe adertjes opduiken in de lies of de kniekuil. Eerst zijn ze maar een paar millimeter breed, maar na vier of vijf jaar zijn ze al heel wat forser.'' Soms groeien de adertjes door de afgebonden stomp heen of maken ze contact met andere aders in het been. Zo kan bloed dat naar het hart wordt gevoerd opnieuw naar de benen gaan teruglekken en nieuwe spataders geven in het been.

Voor haar proefschrift aan de Universiteit Antwerpen zocht De Maeseneer naar methoden om de terugkeer van spataders zoveel mogelijk te voorkomen. Ze deed daarvoor een beroep op haar eigen patiënten, die ze na hun operatie blijft volgen. ,,Een jaar na de ingreep komt iedereen in principe terug voor controle.''

Hoeveel patiënten ze in totaal onder het mes heeft gehad, weet De Maeseneer niet precies meer. Zoals de meeste spataderchirurgen houdt ze niet het aantal behandelde mensen bij, maar het aantal behandelde benen. ,,Tweeduizend benen, dat moet het ongeveer geweest zijn.'' In haar proefschrift verwerkte De Maeseneer de resultaten van haar onderzoek aan zo'n vijfhonderd benen. De chirurge probeerde methoden uit om nieuwvorming van aders na een ingreep zoveel mogelijk in te dijken. Zo kan de afgebonden aderstomp in de lies bedekt worden met een dun stukje synthetisch materiaal, een siliconenvliesje, om een ondoordringbare laag te doen ontstaan tussen de aderstomp en het omgevende weefsel. Bedoeling is dat daar geen nieuwgevormde adertjes meer doorheen kunnen groeien, zodat geen route kan ontstaan waarlangs bloed naar de benen kan lekken. Het eerste jaar na de operatie leek het inderdaad een succes, en de voorlopige resultaten na vijf jaar zijn nog steeds hoopgevend. Maar in enkele gevallen bleken nieuwgevormde adertjes toch een manier te hebben gevonden om de siliconenlaag te overbruggen. ,,Ze groeiden er gewoon in een grote boog omheen.''

De Maeseneer bestudeerde ook een groep patiënten die ze opnieuw moest opereren omdat de spataders na een vorige ingreep teruggekomen waren. Dergelijke heringrepen zijn technisch vaak moeilijk en geven doorgaans minder goede resultaten dan een eerste operatie. Bij die mensen leverde het inplanten van een siliconenpleister een goed resultaat op, zelfs na een vijftal jaar.

En toch is het inplanten van een kunststofvlies in de lies niet de ideale oplossing, zegt de Maeseneer vandaag als ze op haar experimenten terugkijkt. ,,Silicone blijft lichaamsvreemd materiaal, en dat merk je.'' Soms zweerde het siliconenvliesje eruit of leidde het tot vergroeiingen in de lies. En dus plaatst Marianne De Maeseneer tegenwoordig geen kunststofpleisters meer, ook al was ze eigenlijk wel ingenomen met de techniek. De chirurge, die haar resultaten de voorbije jaren publiceerde in hoog aangeschreven internationale vaktijdschriften als Journal of Vascular Surgery en Journal of the American College of Surgeons , kijkt momenteel uit naar nieuwe en nog betere behandelingsmethoden. Momenteel test ze het afdekken van de stomp met lichaamseigen materiaal. Ze gebruikt daarvoor een bindweefsellaag uit de lies van de patiënt, die fascia heet. De hoop is dat die net zoals het siliconenvlies verhindert dat nieuwe adertjes doorheen de stomp groeien. De resultaten, één jaar na de eerste operaties op honderd vijftig benen, zijn hoopgevend. Maar het is nog enkele jaren afwachten om te weten of het ook een duurzame oplossing is, en de spataders niet toch een manier vinden om terug te keren.
04 mrt 2005
meer over
zie ook rubriek