Zo'n twaalf procent van de vrouwelijke huisartsen vindt de combinatie artsenpraktijk en een sociaal (gezins)leven niet houdbaar en wil daarom uitkijken naar ander werk. Dat schrijft De Huisarts. Het blad baseert zich op een telefonische enquête bij 205 Nederlandstalige en 201 Franstalige Belgische vrouwelijke dokters die werd gehouden naar aanleiding van Wereldvrouwendag op 8 maart.
Twee derden van de vrouwelijke artsen vindt hun job, die avond-nacht-en weekendwerk, inhoudt goed combineerbaar met hun privéleven. 39 procent vindt dat niet. Van die 39 procent stelt een derde meer specifiek dat ze omwille van dat 'combinatieprobleem' willen stoppen met hun werk als dokter. In totaal komt dat neer op 12 procent van de 406 ondervraagde vrouwelijke dokters die een punt willen zetten achter hun dokterscarrière omdat die nauwelijks te verzoenen is met een privé-en gezinsleven. De vrouwen werd ook gevraagd of het beleid voldoende rekening houdt met de vervrouwelijking van het huisartsenberoep, of vrouwelijke artsen volgens hen een andere aanpak hebben dan mannelijke en of ze vaak af te rekenen krijgen met agressie van patiënten. Zo'n 79 procent van de ondervraagden vindt dat de overheid onvoldoende doet om de vervrouwelijking van het beroep te ondersteunen.
