Een van de twee artsenvakbonden pleitte gisteren voor een ,,privatisering'' van de gezondheidszorg. De SP.A wierp zich meteen op als kampioen van de strijd tegen die privatisering. Hoe langer hoe meer blijkt dit debat hol te zijn. In België heeft een sluipende privatisering van de gezondheidszorg plaats.
MARC Moens, de voorzitter van de grootste van de twee artsenvakbonden, bvas verkondigde het een en ander via De Morgen en de VRT-radio . Volgens Moens is een gedeeltelijke privatisering de enige manier om de ziekteverzekering uit de rode cijfers te halen. ,,De staat moet toelaten dat er naast de medische zorg die hij aanbiedt, voor degenen die het kunnen betalen, nog iets meer kan, stelde Moens. Hij denkt dat de overheid moet erkennen dat ze niet alles meer kan terugbetalen, dat ze vervolgens een duidelijk en ruim basispakket moet aflijnen dat ze in alle omstandigheden aan iedereen garandeert. Van het deel van de zorg dat minder essentieel is, moet ze toegeven dat ze dat niet meer kan betalen, en dat wie dit wel kan betalen, dit zelf mag betalen.
Moens erkent dat het zeer moeilijk is af te lijnen wat basiszorg is die aan iedereen gegarandeerd wordt, maar denkt dat het onvermijdelijk is. In Nederland is een poging gedaan, maar die is niet geslaagd, erkent hij. Maar, zegt hij, wat nu gebeurt in de gezondheidszorg in België, komt op hetzelfde neer. Hij beschrijft de sluipende privatisering die al lang plaatsheeft: de betere implantaten - zoals bepaalde stents om slagaders open te houden - worden niet terugbetaald door de ziekteverzekering. Wie die niet kan betalen, moet het met mindere oplossingen rooien. Hetzelfde geldt voor rugoperaties: wie de betere implantaten wil, betaalt soms duizend euro extra. Wie dat niet kan, krijgt iets ingeplant dat minder goed is. Wie een goede aanvullende verzekering heeft, kan dit daarop afwentelen. Wie er een slechte heeft of geen, betaalt zelf.
Moens zegt dat de regering erop aanstuurt alleen nog de goedkoopste middelen en behandelingen op de markt te hebben. Hij vindt dat het mogelijk moet blijven dat wie het kan en wil betalen, iets beters krijgt. Steve Stevaert, de voorzitter van de SP.A, reageerde heftig. Hij zegt dat aanvullende privéverzekeringen alleen mogen gelden voor een bubbelbad op de ziekenhuiskamer en voor plastische chirurgie. Voor luxe dus. Hij zegt dat het geprivatiseerd gezondheidsssysteem bij uitstek, het Amerikaanse, veel duurder is dan het onze en veel minder mensen een goede behandeling geeft. Het geprivatiseerde Amerikaanse systeem slokt 14 procent van de welvaart op; het onze maar 10 procent en dat behandelt volgens hem alle mensen correct. Hij wil niet dat rijkeren een betere behandeling krijgen en ontkent dat dit bij ons al het geval zou zijn.
Hij maakt zich sterk dat een strijd tegen de misbruiken, de ziekteverzekering betaalbaar kan houden en dat ,,het beste van alles voor iedereen'' betaalbaar blijft.
Hij kondigde aan dat hij op het congres van zijn partij zal voorstellen dat de grondwet de ,,gezondheidszorg voor iedereen'' garandeert. Hij kreeg gisteren meteen de steun van de christelijke vakbond van de witte sector. Walter Cornelis, de leider daarvan, zegt ,,dat het in stand houden van een solidaire ziekteverzekering in het belang is van de gehele bevolking''.
De LBC strijdt ook tegen elke vorm van commercialisering in de gezondheids- en welzijnszorg. Hij is tegen privé-initiatief dat niet de vorm van een vzw aanneemt.
Intussen groeit de vraag naar het werkelijkheidsgehalte van dit debat. Wat zich in de jaren negentig in ons land en in alle westerse landen heeft voorgedaan, zet zich in de 21ste eeuw door in ons land: de sluipende overheveling van kosten van de overheid naar de patiënt. De overheid wordt almaar strenger in de terugbetaling van prestaties. In die zin is de Belgische gezondheidszorg al meer geprivatiseerd dan in andere landen. Het aandeel dat de patiënt zelf moet betalen, is bijna dubbel zo hoog als in onze buurlanden (zie tabel). De Belg betaalt gemiddeld bijna 5 procent van zijn inkomen rechtstreeks aan gezondheidszorg. Begin de jaren negentig was dat maar 3 procent of iets meer. Tien procent van de Belgen stelt behandelingen uit wegens geldgebrek.
Ruim de helft van de burgers heeft intusen al aanvullende privéverzekeringen (,,hospitalisatieverzekeringen'') omdat ze weten dat de overheid niet alles meer terugbetaalt. Heel vaak bieden werkgevers die ziekteverzekeringen aan, ook de overheden-werkgevers.
De uitgaven van die privéverzekeraars stijgen de jongste jaren explosief. Dat heeft te maken met misbruiken in de honorariumsupplementen waartegen de overheid niet optreedt, maar voor een ander deel met de stijgende kosten die afgewenteld worden op de patiënt en waartegen deze zich verzekert.
Moens erkent dat het zeer moeilijk is af te lijnen wat basiszorg is die aan iedereen gegarandeerd wordt, maar denkt dat het onvermijdelijk is. In Nederland is een poging gedaan, maar die is niet geslaagd, erkent hij. Maar, zegt hij, wat nu gebeurt in de gezondheidszorg in België, komt op hetzelfde neer. Hij beschrijft de sluipende privatisering die al lang plaatsheeft: de betere implantaten - zoals bepaalde stents om slagaders open te houden - worden niet terugbetaald door de ziekteverzekering. Wie die niet kan betalen, moet het met mindere oplossingen rooien. Hetzelfde geldt voor rugoperaties: wie de betere implantaten wil, betaalt soms duizend euro extra. Wie dat niet kan, krijgt iets ingeplant dat minder goed is. Wie een goede aanvullende verzekering heeft, kan dit daarop afwentelen. Wie er een slechte heeft of geen, betaalt zelf.
Moens zegt dat de regering erop aanstuurt alleen nog de goedkoopste middelen en behandelingen op de markt te hebben. Hij vindt dat het mogelijk moet blijven dat wie het kan en wil betalen, iets beters krijgt. Steve Stevaert, de voorzitter van de SP.A, reageerde heftig. Hij zegt dat aanvullende privéverzekeringen alleen mogen gelden voor een bubbelbad op de ziekenhuiskamer en voor plastische chirurgie. Voor luxe dus. Hij zegt dat het geprivatiseerd gezondheidsssysteem bij uitstek, het Amerikaanse, veel duurder is dan het onze en veel minder mensen een goede behandeling geeft. Het geprivatiseerde Amerikaanse systeem slokt 14 procent van de welvaart op; het onze maar 10 procent en dat behandelt volgens hem alle mensen correct. Hij wil niet dat rijkeren een betere behandeling krijgen en ontkent dat dit bij ons al het geval zou zijn.
Hij maakt zich sterk dat een strijd tegen de misbruiken, de ziekteverzekering betaalbaar kan houden en dat ,,het beste van alles voor iedereen'' betaalbaar blijft.
Hij kondigde aan dat hij op het congres van zijn partij zal voorstellen dat de grondwet de ,,gezondheidszorg voor iedereen'' garandeert. Hij kreeg gisteren meteen de steun van de christelijke vakbond van de witte sector. Walter Cornelis, de leider daarvan, zegt ,,dat het in stand houden van een solidaire ziekteverzekering in het belang is van de gehele bevolking''.
De LBC strijdt ook tegen elke vorm van commercialisering in de gezondheids- en welzijnszorg. Hij is tegen privé-initiatief dat niet de vorm van een vzw aanneemt.
Intussen groeit de vraag naar het werkelijkheidsgehalte van dit debat. Wat zich in de jaren negentig in ons land en in alle westerse landen heeft voorgedaan, zet zich in de 21ste eeuw door in ons land: de sluipende overheveling van kosten van de overheid naar de patiënt. De overheid wordt almaar strenger in de terugbetaling van prestaties. In die zin is de Belgische gezondheidszorg al meer geprivatiseerd dan in andere landen. Het aandeel dat de patiënt zelf moet betalen, is bijna dubbel zo hoog als in onze buurlanden (zie tabel). De Belg betaalt gemiddeld bijna 5 procent van zijn inkomen rechtstreeks aan gezondheidszorg. Begin de jaren negentig was dat maar 3 procent of iets meer. Tien procent van de Belgen stelt behandelingen uit wegens geldgebrek.
Ruim de helft van de burgers heeft intusen al aanvullende privéverzekeringen (,,hospitalisatieverzekeringen'') omdat ze weten dat de overheid niet alles meer terugbetaalt. Heel vaak bieden werkgevers die ziekteverzekeringen aan, ook de overheden-werkgevers.
De uitgaven van die privéverzekeraars stijgen de jongste jaren explosief. Dat heeft te maken met misbruiken in de honorariumsupplementen waartegen de overheid niet optreedt, maar voor een ander deel met de stijgende kosten die afgewenteld worden op de patiënt en waartegen deze zich verzekert.