Slechts 59% van alle Belgische vrouwen in de leeftijdsgroep van 25 tot 64 jaar laten driejaarlijks een uitstrijkje nemen. Zij die wel uitstrijkjes laten nemen, laten er vaak meer nemen dan nodig. Bovendien weten heel wat vrouwen niet dat zij hiervoor zowel bij de huisarts als bij de gynaecoloog terechtkunnen.
Dit zijn de vaststellingen van een onderzoek naar baarmoederhalsscreening uitgevoerd door het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid in opdracht van de federale overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.
In 2003 heeft de Europese Raad alle lidstaten van de Unie aanbevolen
om een georganiseerde screening voor baarmoederhalskanker aan te
bieden aan alle vrouwen tussen 25 en 64 jaar. Een optimaal
dekkingspercentage van de doelbevolking is de sleutel tot een
succesvolle opsporingscampagne voor baarmoederhalskanker.
Tot voor kort kon het dekkingspercentage voor screening in België
enkel geschat worden aan de hand van enquêtes. Het huidige rapport
heeft tot doel het reële percentage te evalueren alsook de
hoeveelheid van medische prestaties te meten bedoeld voor opsporing,
follow-up of behandeling van letsels van de baarmoederhals. Hiervoor
werd een databestand gebruikt samengesteld door het
Inter-Mutualistisch Agentschap (IMA), een organisatie die de 7
Belgische ziekenfondsen overkoepelt. Deze studie heeft de bedoeling
om aan te zetten tot een goed georganiseerd opsporingsprogramma voor
baarmoederhalskanker zoals recentelijk aanbevolen door de Europese
Raad en het Internationaal Agentschap voor Onderzoek naar Kanker van
de WereldGezondheidsorganisatie
(cfr. Andere links).
In 2000 was het dekkingspercentage 59%. Onder dekkingspercentage of
screeningsgraad verstaan we het percentage van de doelbevolking van
vrouwen tussen 25 en 64 jaar bij wie een cytologisch onderzoek van
een cervixuitstrijk, kortweg uitstrijkje, heeft plaatsgevonden minder
dan drie jaar geleden. In de jongste 5-jaar leeftijdsgroep, vrouwen
van 25-29 jaar oud, was de dekkingsgraad 64% op nationaal niveau.
Deze verhoogde tot 67% bij vrouwen tussen 30 en 39 jaar. Vanaf de
leeftijd van 40 jaar verminderde de dekking geleidelijk tot 56% in de
leeftijdsgroep van 50-54 jarigen. Vervolgens vermindert de dekking
sneller.
In 2003 heeft de Europese Raad alle lidstaten van de Unie aanbevolen
om een georganiseerde screening voor baarmoederhalskanker aan te
bieden aan alle vrouwen tussen 25 en 64 jaar. Een optimaal
dekkingspercentage van de doelbevolking is de sleutel tot een
succesvolle opsporingscampagne voor baarmoederhalskanker.
Tot voor kort kon het dekkingspercentage voor screening in België
enkel geschat worden aan de hand van enquêtes. Het huidige rapport
heeft tot doel het reële percentage te evalueren alsook de
hoeveelheid van medische prestaties te meten bedoeld voor opsporing,
follow-up of behandeling van letsels van de baarmoederhals. Hiervoor
werd een databestand gebruikt samengesteld door het
Inter-Mutualistisch Agentschap (IMA), een organisatie die de 7
Belgische ziekenfondsen overkoepelt. Deze studie heeft de bedoeling
om aan te zetten tot een goed georganiseerd opsporingsprogramma voor
baarmoederhalskanker zoals recentelijk aanbevolen door de Europese
Raad en het Internationaal Agentschap voor Onderzoek naar Kanker van
de WereldGezondheidsorganisatie
(cfr. Andere links).
In 2000 was het dekkingspercentage 59%. Onder dekkingspercentage of
screeningsgraad verstaan we het percentage van de doelbevolking van
vrouwen tussen 25 en 64 jaar bij wie een cytologisch onderzoek van
een cervixuitstrijk, kortweg uitstrijkje, heeft plaatsgevonden minder
dan drie jaar geleden. In de jongste 5-jaar leeftijdsgroep, vrouwen
van 25-29 jaar oud, was de dekkingsgraad 64% op nationaal niveau.
Deze verhoogde tot 67% bij vrouwen tussen 30 en 39 jaar. Vanaf de
leeftijd van 40 jaar verminderde de dekking geleidelijk tot 56% in de
leeftijdsgroep van 50-54 jarigen. Vervolgens vermindert de dekking
sneller.