Twee Duitsers aan hondsdolheid bezweken na orgaantransplantatie

In Duitsland zijn twee mensen overleden aan hondsdolheid na een orgaantransplantatie, en de toestand van een derde is kritiek. Bij de Duitse artsen gaan er nu stemmen op om donororganen voortaan ook op hondsdolheid te onderzoeken maar volgens professor en chirurg Yves Vanrenterghem, voorzitter van Eurotransplant, kan dat momenteel niet. "Er bestaat geen snelle test om hondsdolheid te detecteren. Bovendien moet men maatschappelijk afwegen of de kosten wel opwegen tegen de baten. Hondsdolheid komt immers uiterst zelden voor."
In een ziekenhuis in het Duitse Hannoversch Münden is maandag een tweede persoon overleden aan hondsdolheid. De 70-jarige man was besmet geraakt met de ziekte na een niertransplantatie. Zaterdag bezweek in Hannover een vrouw aan hondsdolheid nadat ook zij organen van dezelfde donor had ontvangen. Die 26-jarige vrouw stierf in december aan een hartaanval en had eerder geen symptomen van hondsdolheid vertoond. Het kan dan ook enkele maanden duren vooraleer de ziekte zich manifesteert. Een aantal van haar organen, zoals de longen, lever, hoornvlies, pancreas en nieren, werd getransplanteerd bij zes patiënten in Duitsland. Twee patiënten die hoornvlies kregen ingeplant, stellen het goed en ook de patiënt die de lever van de donor kreeg, vertoont geen symptomen van de ziekte.

Vermoed wordt dat de donor de ziekte in de herfst van 2004 opliep tijdens een reis naar India, waar hondsdolheid nog veel voorkomt en op mensen wordt overgedragen door hondenbeten.

Onder Duitse artsen' style='color:#00896e;border-bottom:1px dotted #00896e;'>artsen gaan nu stemmen op om donororganen voortaan ook op hondsdolheid of rabiës te laten testen. Nu wordt dat, ook in België, gedaan voor ziektes als hiv, hepatitis B en C en toxoplasmose.

Maar dat veronderstelt een snelle test omdat sommige organen niet lang bewaard kunnen worden. "Momenteel bestaat er geen snelle test die ons in staat stelt om uit te maken of er een acute infectie van rabiës is. Theoretisch is het mogelijk om die te ontwikkelen met de dna-techniek. Als de overheid dat zou opleggen is dat dus haalbaar maar dat zou bijna onbetaalbaar zijn", zegt Yves Vanrenterghem, hoofd van de afdeling nefrologie aan het UZ Gasthuisberg in Leuven, en voorzitter van Eurotransplant, een internationaal samenwerkingsverband voor de uitwisseling van organen, waarvan behalve België ook Nederland, Luxemburg, Duitsland, Oostenrijk en Slovenië deel van uitmaken.

Volgens Vanrenterghem moet worden afgewogen of die maatschappelijk kost wel te verantwoorden is, gezien de zeer kleine kans dat het zich voordoet. Het is de eerste keer sinds Duitsland in 1963 met orgaantransplantatie is begonnen, dat hondsdolheid op die manier is doorgegeven, op een totaal van zo'n 100.000 transplantaties. "Ik heb zoiets in mijn hele carrière nog niet meegemaakt. Men loopt altijd een zeker risico, ook om met bijvoorbeeld hiv besmet te worden, aangezien er na de besmetting een periode is waarbinnen de test de ziekte niet kan detecteren. Men kan tot het uiterste gaan om het risico uit te schakelen maar men moet ook redelijk blijven", vindt de arts.

Een periode in acht nemen nadat een donor in bepaalde risicolanden is geweest is volgens hem "theoretisch denkbaar" maar in de praktijk niet altijd te realiseren omdat men niet van alle potentiële donoren uitgebreid de persoonlijke geschiedenis kent.
23 feb 2005
Bron: De Morgen
meer over
zie ook rubriek