"Dan heb je een goede embryowet, dan kan ze niet in werking treden op een puur technisch detail", zucht Jacinta De Roeck. De groenrode senator, een van de weinigen in het parlement die echt geïnteresseerd is in bio-ethische problemen, heeft een reparatie-wetsvoorstel klaar om de embryowet, bijna twee jaar na haar goedkeuring, eindelijk in werking te laten treden.
De embryowet bepaalt in welke omstandigheden en onder welke voorwaarden onderzoek op embryo's mag. Ze stelt een 'ethische hiërarchie' in die zegt dat er bij voorkeur onderzoek moet worden gedaan op dierlijk materiaal, als dat niet mogelijk is op volwassen menselijk materiaal, en dan pas op embryo's. Daarbij moeten in de eerste plaats boventallige embryo's worden gebruikt, die overblijven van bv. in vitro fertilisatie, en pas als er geen andere mogelijkheid is mogen embryo's worden aangemaakt.
Groot-Brittannië
De embryowet bepaalt dat therapeutisch klonen alleen mag als het niet anders kan, en alleen voor medische doeleinden, bijvoorbeeld met het oog op de behandeling van brandwonden of kanker. En de embryowet houdt commercialisering tegen, want alleen erkende centra zullen onderzoek mogen doen.
Maar de embryowet is dus nog niet in werking, omdat de federale commissie die verantwoordelijk is voor de controle van de projecten van de wetenschappelijke teams niet samengesteld geraakt.
Jacinta De Roeck: "Misschien hebben we het destijds te goed willen doen. Die commissie moet uiteraard evenveel Franstaligen als Nederlandstaligen tellen, evenveel plaatsvervangers als effectieve leden, en ten minste een derde vrouwelijke leden. En daarbovenop mogen die leden nog eens geen lid zijn van andere commissies of comités die zich met bio-ethiek bezig houden. Het resultaat is dat je gewoon niet genoeg deskundigen hebt om de commissie te bemannen. Het probleem zat vooral langs Vlaamse kant, maar er lijkt nu een oplossing in zicht. Toch heb ik een wetsvoorstel ingediend om dat ene zinnetje over die onverenigbaarheid te schrappen. Samen met Groot-Brittannië zijn we het enige land dat een wettelijke regeling heeft, en die is dringend nodig om enerzijds wildgroei tegen te gaan, en anderzijds ernstige wetenschappers met hun werk te laten beginnen. De vub heeft al een tijdje een project klaar, en zit te wachten om het aan de commissie te kunnen voorleggen."
- Maar er is meer dan de embryowet alleen.
"Inderdaad, de embryowet staat niet op zichzelf. Dat is soms een probleem in de politiek. We hebben nu de embryowet, maar daarmee houdt het niet op. Als je bij de uitvoering van de wet op problemen stuit, moeten die ook geregeld worden. De registratie van gameten - zeg maar sperma en eicellen - en ook van embryo's bijvoorbeeld. eicellen kunnen op dit ogenblik nog niet worden ingevroren, maar zaadcellen en embryo's wel. Op dit ogenblik is er geen enkele vorm van registratie bij de spermabanken. Vlaanderen is vrij klein, dus het risico op inteelt door het gebruik van sperma van dezelfde donor is hier toch wat groter dan in bijvoorbeeld de VS.""
"Ik pleit voor een registratie op vier niveaus: er zijn op het laagste niveau een aantal medisch-genetische gegevens die artsen moeten kunnen inkijken als het kind dat geboren wordt uit het sperma van de donor bepaalde ziektes heeft. Op het tweede niveau zijn er fysieke gegevens: is de donor blond of donker, klein of groot? Wat is de kleur van zijn ogen? Dan zijn er sociale gegevens over opleidingsniveau en beroep, en dan is er de identiteit. Wat mij betreft zou ook de identiteit van de donor moeten worden geregistreerd, onder gesloten omslag. Voor het geval dat het kind een ziekte oploopt die alleen maar genezen kan worden met materiaal van de vader bijvoorbeeld."
Vijf jaar
- En hebt u daar veel steun voor?
"Politiek sta ik voorlopig moederziel alleen, dat moet ik toegeven. Iedereen die de anonimiteit van de donor wil bewaren, is natuurlijk bang voor zo'n registratie onder gesloten enveloppe. Al hoor ik uit wetenschappelijke hoek dat de anonimiteit op termijn toch niet houdbaar is, omdat de genetica vroeg of laat zal toelaten de vader gewoon op te zoeken. Momenteel wordt er doorgaans gewerkt met een systeem waarbij de ouders kunnen kiezen voor een anonieme of een bekende donor. Dat betekent dat het ene kind wel te weten kan komen wie de donor was, en het andere niet. Dat is geen zuiver systeem."
- Zou zo'n registratie niet leiden tot een tekort aan donoren?
"In Zweden en in Nederland is dat inderdaad het geval geweest. Maar dat wordt waarschijnlijk min of meer gecompenseerd door de vooruitgang van de fertiliteitstechnieken. En dan verwijs ik graag naar de professoren Comhaire van Gent en Ombelet van Genk. Comhaire houdt zich bezig met mannelijke vruchtbaarheid en zegt dat veel onvruchtbare mannen te helpen zijn met een kleine medische ingreep. Ombelet is een fertiliteitsspecialist volgens wie veel koppels op natuurlijke manier geholpen kunnen worden als ze bereid zijn enkele maanden meer tijd te nemen om zwanger te worden. Naarmate de fertiliteitstechnieken vooruit gaan is er natuurlijk minder nood aan spermadonoren."
U hebt een wetsvoorstel ingediend, maar eigenlijk maakt dat geen kans?
"Ik heb voorlopig geen medestanders in de politiek, maar wel in de wetenschap. En ik hoef ook niet meteen morgen een wet te hebben. Maar als we over een jaar of vijf een echt goede wet willen hebben moeten we het maatschappelijk debat nu beginnen."
Groot-Brittannië
De embryowet bepaalt dat therapeutisch klonen alleen mag als het niet anders kan, en alleen voor medische doeleinden, bijvoorbeeld met het oog op de behandeling van brandwonden of kanker. En de embryowet houdt commercialisering tegen, want alleen erkende centra zullen onderzoek mogen doen.
Maar de embryowet is dus nog niet in werking, omdat de federale commissie die verantwoordelijk is voor de controle van de projecten van de wetenschappelijke teams niet samengesteld geraakt.
Jacinta De Roeck: "Misschien hebben we het destijds te goed willen doen. Die commissie moet uiteraard evenveel Franstaligen als Nederlandstaligen tellen, evenveel plaatsvervangers als effectieve leden, en ten minste een derde vrouwelijke leden. En daarbovenop mogen die leden nog eens geen lid zijn van andere commissies of comités die zich met bio-ethiek bezig houden. Het resultaat is dat je gewoon niet genoeg deskundigen hebt om de commissie te bemannen. Het probleem zat vooral langs Vlaamse kant, maar er lijkt nu een oplossing in zicht. Toch heb ik een wetsvoorstel ingediend om dat ene zinnetje over die onverenigbaarheid te schrappen. Samen met Groot-Brittannië zijn we het enige land dat een wettelijke regeling heeft, en die is dringend nodig om enerzijds wildgroei tegen te gaan, en anderzijds ernstige wetenschappers met hun werk te laten beginnen. De vub heeft al een tijdje een project klaar, en zit te wachten om het aan de commissie te kunnen voorleggen."
- Maar er is meer dan de embryowet alleen.
"Inderdaad, de embryowet staat niet op zichzelf. Dat is soms een probleem in de politiek. We hebben nu de embryowet, maar daarmee houdt het niet op. Als je bij de uitvoering van de wet op problemen stuit, moeten die ook geregeld worden. De registratie van gameten - zeg maar sperma en eicellen - en ook van embryo's bijvoorbeeld. eicellen kunnen op dit ogenblik nog niet worden ingevroren, maar zaadcellen en embryo's wel. Op dit ogenblik is er geen enkele vorm van registratie bij de spermabanken. Vlaanderen is vrij klein, dus het risico op inteelt door het gebruik van sperma van dezelfde donor is hier toch wat groter dan in bijvoorbeeld de VS.""
"Ik pleit voor een registratie op vier niveaus: er zijn op het laagste niveau een aantal medisch-genetische gegevens die artsen moeten kunnen inkijken als het kind dat geboren wordt uit het sperma van de donor bepaalde ziektes heeft. Op het tweede niveau zijn er fysieke gegevens: is de donor blond of donker, klein of groot? Wat is de kleur van zijn ogen? Dan zijn er sociale gegevens over opleidingsniveau en beroep, en dan is er de identiteit. Wat mij betreft zou ook de identiteit van de donor moeten worden geregistreerd, onder gesloten omslag. Voor het geval dat het kind een ziekte oploopt die alleen maar genezen kan worden met materiaal van de vader bijvoorbeeld."
Vijf jaar
- En hebt u daar veel steun voor?
"Politiek sta ik voorlopig moederziel alleen, dat moet ik toegeven. Iedereen die de anonimiteit van de donor wil bewaren, is natuurlijk bang voor zo'n registratie onder gesloten enveloppe. Al hoor ik uit wetenschappelijke hoek dat de anonimiteit op termijn toch niet houdbaar is, omdat de genetica vroeg of laat zal toelaten de vader gewoon op te zoeken. Momenteel wordt er doorgaans gewerkt met een systeem waarbij de ouders kunnen kiezen voor een anonieme of een bekende donor. Dat betekent dat het ene kind wel te weten kan komen wie de donor was, en het andere niet. Dat is geen zuiver systeem."
- Zou zo'n registratie niet leiden tot een tekort aan donoren?
"In Zweden en in Nederland is dat inderdaad het geval geweest. Maar dat wordt waarschijnlijk min of meer gecompenseerd door de vooruitgang van de fertiliteitstechnieken. En dan verwijs ik graag naar de professoren Comhaire van Gent en Ombelet van Genk. Comhaire houdt zich bezig met mannelijke vruchtbaarheid en zegt dat veel onvruchtbare mannen te helpen zijn met een kleine medische ingreep. Ombelet is een fertiliteitsspecialist volgens wie veel koppels op natuurlijke manier geholpen kunnen worden als ze bereid zijn enkele maanden meer tijd te nemen om zwanger te worden. Naarmate de fertiliteitstechnieken vooruit gaan is er natuurlijk minder nood aan spermadonoren."
U hebt een wetsvoorstel ingediend, maar eigenlijk maakt dat geen kans?
"Ik heb voorlopig geen medestanders in de politiek, maar wel in de wetenschap. En ik hoef ook niet meteen morgen een wet te hebben. Maar als we over een jaar of vijf een echt goede wet willen hebben moeten we het maatschappelijk debat nu beginnen."