De vakgroep cardiologie van de Vrije Universiteit Brussel (VUB) heeft een nieuwe methode ontwikkeld om een verhoogd risico op emboliën op te sporen bij patiënten. Met de nieuwe techniek spoort men zogenaamde 'patent (open) foramen ovale' (PFO) op bij patiënten met hersentrombose. Een PFO is een gaatje in het tussenschot tussen de linker- en rechtervoorkamer van het hart waardoor eventuele klontertjes kunnen passeren en in de hersenen een trombose kunnen veroorzaken.
Bij de nieuwe techniek plaatst men voor een echo van het hart een sonde op de borstkas. Dat is gemakkelijker, sneller, minder belastend voor de patiënt en minder duur dan de huidige methode waarbij de echosonde via de slokdarm wordt ingebracht. Bovendien worden met de nieuwe methode meer gaatjes gedetecteerd, wat ze ook betrouwbaarder maakt.
Het foramen ovale is een embryonaal overblijfsel. Bij een op de vier mensen is het na de geboorte niet volledig gesloten. Die zijn zich daar niet van bewust omdat het geen symptomen geeft en het kleine hartdefect in de meeste gevallen geen behandeling hoeft. Het wordt meestal toevallig ontdekt, als een echo van het hart wordt genomen.
Het foramen ovale is een embryonaal overblijfsel. Bij een op de vier mensen is het na de geboorte niet volledig gesloten. Die zijn zich daar niet van bewust omdat het geen symptomen geeft en het kleine hartdefect in de meeste gevallen geen behandeling hoeft. Het wordt meestal toevallig ontdekt, als een echo van het hart wordt genomen.
