Stevaert liegt over honoraria en supplementen

Om patiënten te lijmen voor zijn partij verspreidt sp.a-voorzitter Steve Stevaert moedwillig foutieve informatie over de organisatie van de gezondheidszorg en in het bijzonder over het aanrekenen van zogenaamde supplementen, stelt MARC MOENS. Steve Stevaert verdoezelt dat de termen honoraria van het sociale zekerheidssysteem, vastgesteld door het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeit Verzekering (Riziv), remgelden en vrije honoraria duidelijk onderscheiden begrippen zijn.
De hoogte van de sociale riziv-honoraria wordt door vertegenwoordigers van de representatieve artsen' style='color:#00896e;border-bottom:1px dotted #00896e;'>artsenorganisaties en van de verzekeringsinstellingen onderhandeld en vastgelegd in de akkoorden gesloten door de Nationale Commissie artsen - ziekenfondsen. Deze akkoorden worden goedgekeurd door de toeziende minister van Sociale Zaken en door de regering. De artsen hebben de keuze om al dan niet tot deze akkoorden toe te treden.

De artsen die toetreden, moeten de patiënten met een inkomen lager dan een vastgelegde grens, de sociale honorariumtarieven aanrekenen volgens de regels afgesproken in die akkoorden.

De federale minister van Sociale Zaken legt - binnen de door de regering opgemaakte begroting - vast welk deel van die sociale honoraria door de staat ten laste wordt genomen. Met andere woorden, hoeveel van elke prestatie door de mutualiteiten wordt terugbetaald aan de patiënt.

Het deel van het sociaal riziv-honorarium dat niet aan de patiënt wordt terugbetaald is het remgeld. Het remgeld kan verschillen van prestatie tot prestatie: een consultatie bij de huisarts heeft bijvoorbeeld een remgeld van 30 procent, die bij de specialist 40 procent.

Ook de sociale situatie van de patiënt bepaalt mee hoeveel het remgeld bedraagt. Zo wordt het remgeld zeer laag gehouden voor weduwen, invaliden, gepensioneerden, wezen en een aantal minder bemiddelden. Voor veel prestaties is er helemaal geen remgeld. Het honorarium voor het openen van een globaal medisch dossier bij de huisarts wordt bijvoorbeeld integraal terugbetaald.

Zoals het woord remgeld zegt, wordt ervan uitgegaan dat door de betaling van een persoonlijke bijdrage, het remgeld, de patiënt bewust wordt gemaakt van de kosten van de gezondheidszorg.

Door het invoeren van de terugbetalingen door de overheid via de mutualiteiten heeft het sociale verzekeringssysteem in België ervoor gezorgd dat de geneeskunde erg toegankelijk en betaalbaar is voor de bevolking. Beter dan elders in Europa.

Sociaal voordeel artsen

De artsen die zich verbonden de sociale honoraria van de akkoorden te volgen (de laatste tien jaar gemiddeld 83,7 procent van alle artsen), krijgen in ruil voor het respecteren van deze lage sociale honoraria de mogelijkheid om een sociaal voordeel van het Riziv te bekomen. Ze kunnen dat aanwenden voor een vervangingsinkomen bij invaliditeit of ziekte of voor hun pensioenvorming als zelfstandig en vrij beroeper.

Dat systeem heeft tot gevolg dat wij in België met een van de beste sociale systemen werken waarbij de sociale honoraria die van toepassing zijn tot de laagste van Europa behoren. Dat is ook de reden waarom buitenlandse verzekeraars hun patiënten graag in België laten verzorgen.

Niet verbonden artsen (de laatste tien jaar gemiddeld 16,3 procent van alle artsen) hebben geen recht op een sociaal statuut van het Riziv. Ze bepalen zelf hun honorarium los van de sociale akkoorden, mits ze een aantal regels naleven die door de voormalige minister van Sociale Zaken, Frank Vandenbroucke (sp.a), werden opgelegd aan de ziekenhuizen. Dat honorarium is een echt honorarium zoals andere vrije beroepers hun erelonen mogen vastleggen.

Het supplement

Bij patiënten boven de inkomensgrens van de sociale akkoorden of aan patiënten die uitdrukkelijk om redenen van persoonlijk comfort een éénpersoonskamer vragen, mag ook de verbonden arts zelf zijn honorarium vaststellen. In het jargon heet dat dat de arts 'een supplement' vraagt.

De arts heeft deze honoraria nodig om de almaar stijgende kosten te kunnen betalen die het ziekenhuis hem oplegt en om zijn engagement tot naleving van de sociale tarieven te compenseren. Vele ziekenhuizen houden ook op deze vrije honoraria hoge percentages in om hun tekorten te beperken.

Daarnaast vragen ziekenhuizen aan de patiënten supplementen voor het verblijf op een luxe- of éénpersoonskamer. Die hebben niets te maken met de zorgen verstrekt door de artsen en de artsen worden niet betrokken bij het vaststellen van deze kamersupplementen door de ziekenhuisdirecties.

Het ter beschikking stellen van éénpersoonskamers voor alle patiënten zoals Stevaert voorstelt, is niet alleen architectonisch onmogelijk en onbetaalbaar, maar vergt ook veel meer tijd van de artsen en van de verpleegkundigen. Ook dat kost handenvol geld dat minister Vande Lanotte niet g(h)eeft. De ziekenhuizen worden nu al sterk ondergefinancierd en de door de minister van Volksgezondheid , Rudy Demotte (PS), voorgenomen maatregelen kunnen de groeiende nood hoogstens afremmen.

Elk vrij beroep moet de mogelijkheid hebben zijn honorarium vast te leggen. Dat binnen redelijke en gematigde grenzen en gecontroleerd door zijn tuchtrechtelijk orgaan, in het geval van de artsen de Orde van Geneesheren. Voor niet-naleving van de honorariumregelingen in het kader van de Riziv-akkoorden zijn zware sancties voorzien.

Populisme

De Belgische Vereniging van Artsensyndicaten (bvas) neemt uitdrukkelijk afstand van de populistische campagnes in de media van Steve Stevaert. In 2004 kregen de huisartsen de volle lading met valse beschuldigingen, voornamelijk vanuit de Vlaamse socialistische hoek. Zo zouden ze op vraag van de farmaceutische industrie foutief geneesmiddelen voorschrijven, niet deskundig zijn bij de behandeling van bijvoorbeeld hoge bloeddruk, depressies en meer van dat fraais.

Vanaf 2 januari 2005 begon Stevaert met een bekladdingscampagne tegen de specialisten. Alle middelen zijn goed. Hij wil blijkbaar zo snel als mogelijk het Belgische sociaal overlegmodel, dat heeft geleid tot onze huidige, door elkeen gewaardeerde gezondheidszorg, te gronde richten, om een staatsregime te installeren dat elders in Europa alleen maar tot zorgrantsoenering en oneindige wachtlijsten heeft geleid.

Wil Stevaert misschien een heruitgave van de woelige periode van het begin van de jaren 60 toen BSP-ministers zoals Leburton een staatsgeneeskunde naar Brits model wilden introduceren in België? Het verging Leburton slecht en de Britse gezondheidszorg werd een catastrofe. Het zijn mijn syndicale voorgangers Wynen en Beckers die België destijds van dergelijke rampspoed hebben gered en met de mutualiteiten een overlegmodel uitwerkten.

Indien het federale parlement het op 23 december 2004 door de ministerraad goedgekeurd ontwerp van volmachtenwet in verband met de beheersing van de uitgaven voor de gezondheidszorg aanneemt, dan kan minister Demotte om het even wat beslissen zonder debat in het parlement en zonder raadpleging van de bij wet voorziene adviesorganen. Dan ziet het er belabberd uit voor de Belgische patiënt.
04 feb 2005
Bron: De Tijd
meer over
zie ook rubriek