Bloedverwanten van een longkankerpatiënt lopen een twee tot drie keer grotere kans om de ziekte zelf ook te krijgen dan mensen die geen familieleden met de ziekte hebben. Dat wijst in de richting van een genetische voorbeschiktheid, rapporteren IJslandse wetenschappers van het universitaire ziekenhuis Landspitali in Reykjavik. Maar tabaksrook blijft een hoofdrol spelen bij het ontstaan van de ziekte, zelfs bij mensen met een erfelijke aanleg voor longkanker, beklemtonen ze in hun studie die is gepubliceerd in het Journal of the American Medical Association (JAMA).