Onlangs werd beslist om het experimenteel project rond 10 dagcentra voor palliatieve zorgen niet te verlengen. Die beslissing werd wellicht ingegeven door de financiële tekorten in de gezondheidszorg in het algemeen. De Vrije Ziekenfondsen zijn van oordeel dat dit initiatief niet zomaar eenzijdig kan worden stopgezet. Precies daarom formuleren zij een aantal alternatieven. Zo moeten dergelijke centra terug naar hun oorspronkelijke doelstelling: de opvang van zwaar terminale patiënten. Voor patiënten met progressieve neurologische aandoeningen, lijken andere oplossingen méér aangewezen.
Op het einde van dit jaar wordt de subsidiëring aan dagcentra voor
palliatieve zorgen (DPZ)in theorie geblokkeerd. De DPZ zouden hun
deuren echter nog niet meteen moeten sluiten. De Vrije ziekenfondsen
zijn hoe dan ook van oordeel dat het niet fair zou zijn het
experiment zonder meer stop te zetten zonder overleg met de sector.
Ze pleiten voor een (korte) verlenging om de dringendste noden op te
vangen. Daarnaast stellen zij volgende alternatieven voor:
1. DPZ met een hogere bezettingsgraad zouden hun activiteiten zonder
probleem kunnen verder zetten. Zij moeten niet boeten voor de
anderen. Het is een kwestie van vraag en aanbod: de centra die door
het aantal contacten/patiënten bewijzen dat ze aan een reële behoefte
beantwoorden, gaan door. De niet-rendabele centra krijgen nog even
respijt.
2. Een mogelijke verklaring voor de lage bezettingsgraad in DPZ
schuilt inderdaad in het succes va de palliatieve thuiszorg in
België. Van bij het begin heerste echter verwarring rond de doelgroep
van DPZ. Sommige centra die slechts enkele kankerpatiënten opvangen,
vinden het jammer dat ze geen aidspatiënten kunnen opvangen, noch
neurologische patiënten wier levensverwachting wellicht boven de
vooropgestelde zes maanden ligt.
3. De Vrije ziekenfondsen pleiten dan ook voor:
- Een terugkeer naar de basis, waarbij de DPZ worden voorbehouden aan
de patiënten voor wie ze bedoeld zijn: zwaar terminale patiënten die
technisch complexe zorgen en een intensieve psychologische
begeleiding nodig hebben;
- De opvang van minder zwaar palliatieve patiënten (vaak ouderen met
een langere levensverwachting)in centra voor dagopvang, verbonden aan
rusthuizen / rust- en verzorgingstehuizen. Dergelijke dagcentra zijn
net zo recent als de DPZ (die in 2000 werden opgericht) en hun
werking is sowieso verbonden met die van een rusthuis.
- Nieuwe initiatieven ten behoeve van patiënten met degeneratieve
ziekten (Huntington, amyotrofische lateraalsclerose). Die
progressieve ziekten manifesteren zich veelal vroeger. Het verloop
van dergelijke ziekten is heel onvoorspelbaar. Tijdens het hele
proces hebben dergelijke patiënten behoefte aan een gefaseerde en
gespecialiseerde opvang: begeleiding, verlichting van de symptomen,
tijdelijke – en in fine – opvang intra muros. Het is inderdaad geen
goed idee om dergelijke patiënten op te vangen in dezelfde centra als
oudere patiënten die wellicht niet meer lang te leven hebben, noch in
rvt’s. Dat is moreel onverantwoord.
In de provincie Anwerpen lopen experimenten in die zin. In
Heist-op-den-Berg vangt het momenteel toonaangevende Home “Marjorie”
momenteel mensen op die leiden aan de ziekte van Huntington (10
plaatsen voor 14 aanvragen en enkele honderden patiënten in België).
In andere gevallen kunnen dergelijk niet-terminale maar zwaar
hulpbehoefende patiënten worden opgevangen in servicewoningen
verbonden aan verzorgingscentra. Dat gebeurt ook in Hullenoord
(Nederland). In dergelijke oplossingen worden de patiënten omringd
door gespecialiseerde hulpverleners binnen een kader dat zo dicht
mogelijk aanleunt bij de huiselijke omgeving. Wellicht kosten
dergelijke oplossingen ook minder dan de DPZ of de opvang in rvt’s.
palliatieve zorgen (DPZ)in theorie geblokkeerd. De DPZ zouden hun
deuren echter nog niet meteen moeten sluiten. De Vrije ziekenfondsen
zijn hoe dan ook van oordeel dat het niet fair zou zijn het
experiment zonder meer stop te zetten zonder overleg met de sector.
Ze pleiten voor een (korte) verlenging om de dringendste noden op te
vangen. Daarnaast stellen zij volgende alternatieven voor:
1. DPZ met een hogere bezettingsgraad zouden hun activiteiten zonder
probleem kunnen verder zetten. Zij moeten niet boeten voor de
anderen. Het is een kwestie van vraag en aanbod: de centra die door
het aantal contacten/patiënten bewijzen dat ze aan een reële behoefte
beantwoorden, gaan door. De niet-rendabele centra krijgen nog even
respijt.
2. Een mogelijke verklaring voor de lage bezettingsgraad in DPZ
schuilt inderdaad in het succes va de palliatieve thuiszorg in
België. Van bij het begin heerste echter verwarring rond de doelgroep
van DPZ. Sommige centra die slechts enkele kankerpatiënten opvangen,
vinden het jammer dat ze geen aidspatiënten kunnen opvangen, noch
neurologische patiënten wier levensverwachting wellicht boven de
vooropgestelde zes maanden ligt.
3. De Vrije ziekenfondsen pleiten dan ook voor:
- Een terugkeer naar de basis, waarbij de DPZ worden voorbehouden aan
de patiënten voor wie ze bedoeld zijn: zwaar terminale patiënten die
technisch complexe zorgen en een intensieve psychologische
begeleiding nodig hebben;
- De opvang van minder zwaar palliatieve patiënten (vaak ouderen met
een langere levensverwachting)in centra voor dagopvang, verbonden aan
rusthuizen / rust- en verzorgingstehuizen. Dergelijke dagcentra zijn
net zo recent als de DPZ (die in 2000 werden opgericht) en hun
werking is sowieso verbonden met die van een rusthuis.
- Nieuwe initiatieven ten behoeve van patiënten met degeneratieve
ziekten (Huntington, amyotrofische lateraalsclerose). Die
progressieve ziekten manifesteren zich veelal vroeger. Het verloop
van dergelijke ziekten is heel onvoorspelbaar. Tijdens het hele
proces hebben dergelijke patiënten behoefte aan een gefaseerde en
gespecialiseerde opvang: begeleiding, verlichting van de symptomen,
tijdelijke – en in fine – opvang intra muros. Het is inderdaad geen
goed idee om dergelijke patiënten op te vangen in dezelfde centra als
oudere patiënten die wellicht niet meer lang te leven hebben, noch in
rvt’s. Dat is moreel onverantwoord.
In de provincie Anwerpen lopen experimenten in die zin. In
Heist-op-den-Berg vangt het momenteel toonaangevende Home “Marjorie”
momenteel mensen op die leiden aan de ziekte van Huntington (10
plaatsen voor 14 aanvragen en enkele honderden patiënten in België).
In andere gevallen kunnen dergelijk niet-terminale maar zwaar
hulpbehoefende patiënten worden opgevangen in servicewoningen
verbonden aan verzorgingscentra. Dat gebeurt ook in Hullenoord
(Nederland). In dergelijke oplossingen worden de patiënten omringd
door gespecialiseerde hulpverleners binnen een kader dat zo dicht
mogelijk aanleunt bij de huiselijke omgeving. Wellicht kosten
dergelijke oplossingen ook minder dan de DPZ of de opvang in rvt’s.