Opgelet met bevacizumab en sunitinib

Het BCFI herinnert in de Folia aan de signalen van kaakbeennecrose door bevacizumab en sunitinib, zeker bij de behandeling van kanker.
Kaakbeennecrose is een bekend ongewenst effect van de bisfosfonaten, vooral bij gebruik in hoge doses langs intraveneuze weg in het kader van kankerbehandeling, veel zeldzamer bij gebruik in het kader van osteoporosebehandeling. Uit klinische studies en case-reports blijkt dat de antitumorale middelen bevacizumab en sunitinib waarschijnlijk ook het risico van kaakbeennecrose verhogen. Bij vele patiënten bij wie kaakbeennecrose werd vastgesteld tijdens behandeling met bevacizumab of sunitinib waren andere risicofactoren voor het optreden van kaakbeennecrose aanwezig, zoals voorafgaande of huidige behandeling met intraveneuze bisfosfonaten, radiotherapie van hoofd of nek, of corticotherapie. Daarom is het aan te raden om, voor het starten van een behandeling met beide moleculen een grondig tandheelkundig onderzoek te doen en eventueel preventieve ingrepen uit te voeren. Tijdens de behandeling moeten invasieve tandheelkundige ingrepen vermeden worden, zeker wanneer ook nog andere risicofactoren aanwezig zijn.
14 nov 2011 10u56
Bron: BCFI-CBIP
meer over
zie ook rubriek