Nieuw jaarverslag en oproep tot studievoorstellen

Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) schat in haar net gepubliceerde jaarverslag 2006 na drie jaar voor het eerst voorzichtig de impact van haar studies in Het KCE heeft de opdracht om de actoren van de gezondheidszorg onafhankelijke en wetenschappelijke informatie te bezorgen. Het verwacht niet dat haar aanbevelingen automatisch worden omgezet in medische of politieke beslissingen. Toch vind het KCE de maatschappelijke relevantie van haar werk cruciaal. Uit haar recente jaarverslag blijkt dat de 50 KCE-rapporten, gemaakt op 3 jaar, regelmatig een impact hebben gehad op de beleidsmakers, de mensen van het terrein én de burger-patiënt. Het KCE nodigt ook geïnteresseerden uit om onderwerpen voor studies in te dienen voor het werkingsjaar 2008.
Het beleid
De minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, het riziv en de FOD Volksgezondheid vragen regelmatig studies aan en houden ook rekening met de conclusies. De fel becommentarieerde beslissing om het aantal hartcentra te beperken is bijvoorbeeld gebaseerd op een KCE- rapport. De Gemeenschappen gebruiken de KCE-aanbevelingen bij de organisatie van screening-en voorlichtingscampagnes (borstkanker, alskanker' style='color:#00896e;border-bottom:1px dotted #00896e;'>baarmoederhalskanker, darmkanker). Ook vaccinatieschema’s worden aangepast. Zo werd tot een algemene vaccinatie van jonge kinderen met het pneumokokkenvaccin besloten, volgens een aanbevolen schema van drie injecties.

Niet alle KCE-adviezen worden opgevolgd: in Luik rijdt de ‘prostamobile’, een bus die prostaatkankerscreening uitvoert, nog steeds rond. De aanbeveling om de tandprothesen los van de tandartsprestaties aan de patiënt te factureren om zo meer duidelijkheid te hebben is voorlopig dode letter gebleven.

Het terrein
Of de rapporten leiden tot gedragswijzigingen bij de zorgverleners is moeilijk te meten. Er is vermoedelijk wel een verandering in de voorschrijfcultuur bij preoperatieve onderzoeken. En blijkbaar informeren de artsen' style='color:#00896e;border-bottom:1px dotted #00896e;'>artsen hun patiënten meer over de risico’s die verbonden zijn aan de behandeling van prostaatkanker. Het KCE krijgt ook regelmatig kritiek van het terrein. Het zou soms te besparend willen optreden. Nochtans moedigt het ook bijkomende investeringen aan en zijn kwaliteit en doelmatigheid altijd de maatstaf. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het rapport over Herceptin of het rapport over het gebruik van geneesmiddelen in bejaardentehuizen, waar het KCE stelt dat sommige bewoners te weinig of niet de juiste geneesmiddelen krijgen.

De burger-patiënt
De burger maakt meer en meer gebruik van de rapporten om zich te informeren. Sinds maart 2004 werd de KCE-website door bijna 64.000 bezoekers bezocht. Het rapport over prenatale zorg is met stip het meest bekeken door de Belgen, gevolgd door de rapporten over MR-scanners en obesitas. Wat heeft het KCE de patiënt al opgeleverd? Elke burger heeft baat bij een optimaal werkend gezondheidszorgbeleid. En het doel van het KCE is om daar maximaal toe bij te dragen. Daarnaast hebben de KCE rapporten ook voor specifieke resultaten gezorgd: na het rapport over stomamateriaal werd er een werkgroep opgericht bestaande uit patiënten, verpleegkundigen en industrie. De studies over supplementen en medische aansprakelijkheid vestigden de aandacht op de moeilijke situatie waarin de chronische patiënten en de slachtoffers van medische fouten zich bevonden. Ondertussen werkt men volop aan beschermende maatregelen.

Beïnvloeden de KCE-rapporten het gedrag van de patiënt ? Als het consumptiegedrag binnen de gezondheidszorg wijzigt is het moeilijk te bepalen wie aan de basis ervan ligt: de patiënt of de behandelende arts. Sommige rapporten willen toch een bepaald bewustzijn bij de patiënt aankweken. Dat was bijvoorbeeld het geval voor de studies over het gebruik van lage rugpijn, wiegendood, rookstop en kankerscreening. Het rapport over niet-dringende chirurgie toonde aan dat er in België grote regionale verschillen bestaan voor bepaalde operaties. Deze heterogeniteit kon niet altijd worden verklaard, maar de patiënt zal zich door dit rapport misschien beter informeren bij zijn arts vooraleer in te stemmen met een operatie.