Huisartsen willen levenskwaliteit

Verschillen Vlaamse en Franstalige huisartspraktijken? ,,Neen'' of ,,ik weet niet' is het antwoord van de meeste huisartsen. Ja, is het antwoord dat uit de statistieken spreekt. Vlaamse huisartsen zien gemiddeld meer patiënten. Ze lijken er ook een andere relatie mee te hebben: meer dan de helft van hen is vast ingeschreven met een medisch dossier. In Wallonië is dat amper 20 procent, in Brussel nog minder. Ze werken vaker met een elektronisch medisch dossier en velen wisselen al elektronisch gegevens uit met ziekenhuizen. De Vlaamse huisartsen voelen de concurrentie van de spoeddiensten van de ziekenhuizen ook, maar minder dan hun Waalse en Brusselse collega's
Er is nog een verschil. Bij de Vlaamse is de groepspraktijk volledig doorgebroken.

In het 8.000 inwoners tellende Lint, in de schaduw van Antwerpen, is het Kerkplein nog de enige straat waar je een huisarts vindt. Vijf huisartsen vormen er de groepspraktijk Haverveld. De zesde huisarts van het dorp houdt praktijk in het huis ernaast en overweegt een tussendeur aan te brengen.

Dr. Jan De Lepeleire: ,,De eerste stap zetten we al in 1989 met de gezamenlijke aankoop van medische software. In 2001 besloten we een netwerk te vormen, in 2004 beslisten we onder één dak te gaan werken en eind 2006 hebben we het nieuwe gebouw betrokken. Onze zesde collega vond toevallig een pand hiernaast.''

De vraag ,,waarom samenwerken'', levert veel argumenten op: allemaal varianten op kwaliteitsverbetering. Maar het dominante antwoord is: ,,We willen een normaal leven. Ik wil ook weleens gaan fietsen als het mooi weer is. We schaften onze late avondraadplegingen af en hebben een wachtdienst. We werken vooral volgens afspraak; ieder heeft nog één vrije consultatievoormiddag. We vragen onze patiënten zoveel mogelijk naar hier te komen. Ja, ze doen dat ook. Hier zijn we veel beter toegerust. En de medewerkster regelt de zaken hier prima. We bestuderen nu zelfs of we een verpleegkundige in dienst kunnen nemen. Feitelijk doen we veel werk dat die kan doen. Er dreigt een tekort aan huisartsen. We bereiden ons voor.''

,,De elektronische patiëntendossiers staan op het interne net, streng beveiligd. Maar we kunnen elkaars dossiers inkijken. Dat moet ook voor de wachtdiensten. Neen, de meeste patiënten hebben daar geen probleem mee. Ze weten hoe we ermee omgaan. Ze zien de voordelen ervan.''

,,Samenwerking laat toe dat iemand zich toelegt op bepaalde aspecten; informatica, vaccinaties. Maar iedereen blijft all round. Dat is de kern van ons beroep. We absorberen nieuwigheden sneller dan soloartsen. Ik heb de nieuwe software voor de opvolging van diabetespatiënten bekeken en vorige vrijdag uitgelegd aan de collega's. Een soloarts zou er maanden over doen eer hij tijd zou vinden. We herwerkten ook samen onze verwijsbrief; ongelofelijk hoeveel verbeteringen we aanbrachten!''

In Charleroi, aan de Boulevard Zoé Driot tonen Jacques Michel, Jean-Pierre Rochet en Joël Grosjean even trots vergelijkbare raadplegingskamers in de Poste de Garde Avancé de Médecine Générale, die over een tiental dagen open gaat. Ook zij hebben er ontelbare uren over vergaderd.

De computers zijn net geïnstalleerd. Maar met elektronische medische dossiers werken, neen, dat gebeurt in Charleroi nog niet vaak.

Het is geen groepspraktijk die van start gaat - ,,dat breekt hier nog niet door'' - maar een wachtpost, gesubsidieerd als experiment, de tegenhanger van de wachtpost in Borgerhout.

Die van Charleroi functioneert voor heel de agglomeratie: 400.000 inwoners. De wachtpost heeft een voorgeschiedenis. De huisartsen van Charleroi waren bij de eersten om een centraal oproepnummer voor de huisarts van wacht in te stellen: 071/33.33.33. Die roept de artsen op en volgt ze ook. Een druk op de gsm-knop en er is contact met de centrale die meteen de politie kan oproepen.

Waarom een centrale wachtpost? ,,Charleroi heeft 25 wachtkringen. Elke nacht zijn 25 artsen van wacht. Het oproepsysteem heeft al veel verbeterd. Maar we willen dat aantal van 25 omlaag. Wij, huisartsen, willen levenskwaliteit. We willen dat de patiënten zoveel mogelijk naar hier komen. Dat biedt veel meer kwaliteit. En als we zichtbaar zijn, in een gebouw, en als geweten is dat deze post altijd bemand is, zullen patiënten hun slechte gewoonte om meteen naar de spoeddienst van een ziekenhuis te lopen, afleren, hopen we. We hebben afspraken met alle ziekenhuizen dat ze patiënten met 'huisartsenklachten' doorsturen. Wij zijn goedkoper voor de patiënt, en goedkoper voor de ziekteverzekering. En bij ons hoeven de patiënten geen vijf uur te wachten.''

De wachtpost vond onderdak in het vroegere socialistische Gailly-ziekenhuis. Dat is omgevormd tot Espace Santé: een hele rist vzw's vond er onderdak: de geïntegreerde thuiszorg, het palliatief centrum, het aidscentrum.

De wachtpost wordt bemand door huisartsen-vrijwilligers. Die krijgen een forfait als minimumverdienste. Eenmaal de post goed draait, kan het resterende aantal huisartsen dat van wacht is voor huisbezoeken, dalen.
10 apr 2007 09u33
zie ook rubriek