Na twee jaar van bijna nulgroei lijkt inhaaloperatie bijna onafwendbaar. De uitgaven in de gezondheidszorg zijn in 2006 voor het tweede jaar op rij veel trager gegroeid dan begroot. De federale minister van Sociale Zaken, Rudy Demotte (PS), kan daardoor met een mooi palmares de verkiezingsstrijd intrekken. Maar het staat bijna vast dat de uitgaven vanaf dit jaar opnieuw aantrekken. Ook de besparingen in de ziekteverzekering zijn een mix van structurele en eenmalige ingrepen.
Het Verzekeringscomité van het riziv kreeg gisteren voor het eerst cijfers voorgelegd die slaan op heel 2006. Die bevestigen de trend die al bleek uit prognoses. De uitgavengroei in de gezondheidszorg is de jongste twee jaar bijna stilgevallen.
In 2002 en 2003 groeide het bedrag dat de ziekteverzekering aan terugbetalingen besteedde nog met 8 tot 9 procent per jaar. In 2005 en 2006 viel de jaarlijkse groei terug tot 2,8 procent. Reëel komt dat neer op een groei met 1 procent. De groeinorm laat een reële uitgavengroei met 4,5 procent toe.
De ziekteverzekering kan daarmee 2006 afsluiten met een overschot van 4 procent of 738 miljoen euro. In plaats van de begrote 18,473 miljard werd slechts 17,735 miljoen euro uitgegeven.
geneesmiddelen
Wie de evolutie per deeltak bekijkt, kan niet om de evolutie in de geneesmiddelensector heen. Daar daalden de uitgaven vorig jaar zelfs met 0,8 procent, wat goed was voor een besparing van 80 miljoen euro. Ook de artsenhonoraria leverden een forse bijdrage. Door nominaal slechts met 1 procent te groeien, leverden ze een besparingsbijdrage van 240 miljoen euro. In de ziekenhuissector evolueerden de uitgaven ongeveer zoals verwacht. Bij de rust- en verzorgingstehuizen (rvt's) is sprake van een overschrijding met ruim 50 miljoen euro. Dat komt vooral omdat de kostprijs van het sociaal akkoord voor de sector te laag ingeschat werd.
Is Demotte er inderdaad in geslaagd een trendbreuk in de hand te werken? Nogal wat waarnemers waarschuwen tegen overdreven euforie. In de geneesmiddelensector zijn zeker resultaten geboekt. Maar een deel van het overschot is toch vooral visueel, zegt Joeri Guillaume van de Socialistische ziekenfondsen. Zo heeft Demotte de afgelopen jaren druk spaarpotjes aangelegd om allerhande onvoorziene uitgaven op te vangen. Nu die er niet zijn, duiken die buffers automatisch in het overschot op.
Er is ook nogal wat geld bespaard door dure maatregelen, zoals de terugbetaling van nieuwe geneesmiddelen, later in te laten gaan dan gepland. Dat zijn natuurlijk ingrepen met een eenmalig karakter.
Zelfs uit de cijfers voor 2006 kan al afgeleid worden dat de dynamiek achter de uitgavengroei nog niet gestopt is. De hierboven gegeven cijfers slaan op de riziv-uitgaven in 2006. Maar die stemmen niet volledig overeen met de prestaties in dat jaar. Zorgverstrekkers hebben tot twee jaar de tijd om hun facturen in te dienen. De al beschikbare statistieken over de in de eerste helft van 2006 geleverde prestaties laten een groei met 5,6 in plaats van met 2,8 procent zien. In de meeste gezondheidssectoren laten de uitgaven en de prestaties nochtans een erg gelijklopende evolutie zien. De rvt's zijn de grote uitzondering. Dat is weer het gevolg van het verkeerd inschatten van de gevolgen van de sociale programmatie. Als we het effect daarvan neutraliseren, stijgen ook de prestaties slechts met 2,64 procent.
Samen met de technologische evolutie en de veroudering van de bevolking zal dat streven naar betere loon- en arbeidsvoorwaarden ook de komende jaren tot een opwaartse druk op de gezondheidsuitgaven leiden. En groepen zoals de farmaceutische industrie en de artsen zullen na de twee magere jaren zeker aansturen op een inhaaloperatie.
In 2002 en 2003 groeide het bedrag dat de ziekteverzekering aan terugbetalingen besteedde nog met 8 tot 9 procent per jaar. In 2005 en 2006 viel de jaarlijkse groei terug tot 2,8 procent. Reëel komt dat neer op een groei met 1 procent. De groeinorm laat een reële uitgavengroei met 4,5 procent toe.
De ziekteverzekering kan daarmee 2006 afsluiten met een overschot van 4 procent of 738 miljoen euro. In plaats van de begrote 18,473 miljard werd slechts 17,735 miljoen euro uitgegeven.
geneesmiddelen
Wie de evolutie per deeltak bekijkt, kan niet om de evolutie in de geneesmiddelensector heen. Daar daalden de uitgaven vorig jaar zelfs met 0,8 procent, wat goed was voor een besparing van 80 miljoen euro. Ook de artsenhonoraria leverden een forse bijdrage. Door nominaal slechts met 1 procent te groeien, leverden ze een besparingsbijdrage van 240 miljoen euro. In de ziekenhuissector evolueerden de uitgaven ongeveer zoals verwacht. Bij de rust- en verzorgingstehuizen (rvt's) is sprake van een overschrijding met ruim 50 miljoen euro. Dat komt vooral omdat de kostprijs van het sociaal akkoord voor de sector te laag ingeschat werd.
Is Demotte er inderdaad in geslaagd een trendbreuk in de hand te werken? Nogal wat waarnemers waarschuwen tegen overdreven euforie. In de geneesmiddelensector zijn zeker resultaten geboekt. Maar een deel van het overschot is toch vooral visueel, zegt Joeri Guillaume van de Socialistische ziekenfondsen. Zo heeft Demotte de afgelopen jaren druk spaarpotjes aangelegd om allerhande onvoorziene uitgaven op te vangen. Nu die er niet zijn, duiken die buffers automatisch in het overschot op.
Er is ook nogal wat geld bespaard door dure maatregelen, zoals de terugbetaling van nieuwe geneesmiddelen, later in te laten gaan dan gepland. Dat zijn natuurlijk ingrepen met een eenmalig karakter.
Zelfs uit de cijfers voor 2006 kan al afgeleid worden dat de dynamiek achter de uitgavengroei nog niet gestopt is. De hierboven gegeven cijfers slaan op de riziv-uitgaven in 2006. Maar die stemmen niet volledig overeen met de prestaties in dat jaar. Zorgverstrekkers hebben tot twee jaar de tijd om hun facturen in te dienen. De al beschikbare statistieken over de in de eerste helft van 2006 geleverde prestaties laten een groei met 5,6 in plaats van met 2,8 procent zien. In de meeste gezondheidssectoren laten de uitgaven en de prestaties nochtans een erg gelijklopende evolutie zien. De rvt's zijn de grote uitzondering. Dat is weer het gevolg van het verkeerd inschatten van de gevolgen van de sociale programmatie. Als we het effect daarvan neutraliseren, stijgen ook de prestaties slechts met 2,64 procent.
Samen met de technologische evolutie en de veroudering van de bevolking zal dat streven naar betere loon- en arbeidsvoorwaarden ook de komende jaren tot een opwaartse druk op de gezondheidsuitgaven leiden. En groepen zoals de farmaceutische industrie en de artsen zullen na de twee magere jaren zeker aansturen op een inhaaloperatie.