België heeft hartafwijking

Ons land heeft een 'hartafwijking'. Binnen België zijn schokkend-grote afwijkingen vast te stellen inzake hart- en vaatziekten. In het Waalse Charleroi komen dubbel zoveel acute hartaanvallen voor als in het Vlaamse Gent. Dat zijn twee Belgische steden met een vergelijkbare bevolking (200 à 250.000) op minder dan 80 km van elkaar.
Er mag niet besloten worden dat dit meteen geldt voor Vlaanderen en Wallonië in hun geheel, hoewel de Gentse cijfers parallel lopen met de cijfers voor heel Vlaanderen van de professoren De Backer (UGent) en Peers (KU Leuven) (DS 13 augustus).

Begin de jaren tachtig lagen de cijfers voor de mannen een kwart hoger in Charleroi dan in Gent. Een nieuwe, nog ongepubliceerde studie toont dat ze nu (2004) het dubbele bedragen.

In 1983, zo bleek uit een studie van de UGent en de ULB in opdracht van de Wereldgezondheidsorganisatie, hadden in Gent per jaar bijna 40 op 10.000 mannen een acute hartaanval. In Charleroi bijna 50.

Vandaag is dat cijfer in Gent gedaald tot ruim 21, in Charleroi ligt het nog steeds rond de 40.

Voor de vrouwen ligt het cijfer in Gent nu tussen 5 en 7 per 10.000, in Charleroi tussen 10 en 15.

In Gent begon de daling al midden jaren tachtig en ging ze gestaag door tot 2004. In Charleroi stegen de cijfers tot in de jaren negentig, tot 60 per 10.000 voor de mannen; daarna daalden ze, maar de jongste jaren stegen ze opnieuw tot 40 per 10.000.

De evolutie voor de vrouwen verloopt parallel, zij het dat die cijfers veel lager zijn.

economie en beleid maken verschil

Hoewel het verschil in de cijfers inzake acute hartaanvallen tussen Gent en Charleroi voor de jaren tachtig, vastgesteld in het Monica-project van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), nog binnen de perken bleef, riep het al grote vraagtekens op.

De vorsers vonden een reeks medische verklaringen voor de verschillen maar die konden niet alles verklaren, schreven ze in hun rapport dat verscheen in 1999 in The Journal of Epidemiol Community Health.

Aan de strikt medisch-curatieve behandeling van patiënten en risicopatiënten konden de verschillen niet te wijten zijn. Die was identiek in beide steden.

De inwoners van Charleroi vertoonden wel een hoger cholesterolgehalte, een hogere Body Mass Index (bmi) en een hogere bloeddruk. Ze aten gemiddeld ook vetter voedsel. Het rookgedrag in Charleroi en Gent was toen nog vergelijkbaar.

Het enige zinvolle statistische verband dat ze vonden ter aanvulling, was dat met de werkloosheidscijfers. Geweten is dat er grote verschillen inzake gezondheid bestaan tussen mensen naargelang hun inkomen, hun scholingsniveau en hun sociaaleconomische status. Werkloosheid is een van de factoren die het zwaarst wegen op iemands gezondheid en gezondheidsgedrag.

Werklozen, en vooral langdurig werklozen, hebben niet de indruk dat zij zelf iets aan hun situatie kunnen veranderen. Dat geldt zeker voor hun gezondheid. Ze zijn op dat punt vaak fatalistisch.

De schokkende vaststellingen van dat onderzoek over de jaren tachtig volstonden blijkbaar niet om de Belgische autoriteiten aan te sporen vervolgonderzoek te financieren. Na 1992 viel het onderzoek stil. De teams van ULB en UGent verzamelden, na een onderbreking van vier jaar, zelf wel de cijfers van het aantal acute hartaanvallen, maar naar verklaringsgronden konden ze niet verder zoeken door geldgebrek.

'Voor zover we weten zijn de verklaringsgronden van toen nog altijd pertinent', zegt ULB-professor Alain Leveque. 'Ook al hebben we geen precieze informatie, we weten dat factoren als roken, zwaarlijvigheid en hoge bloeddruk in Charleroi meer voorkomen dan in Gent. En de economische toestand is in Charleroi ook niet verbeterd.' Het rookgedrag van mannen in Gent is intussen gehalveerd; in Charleroi is het niet sterk verminderd.

De professoren verwijzen ook naar het preventiebeleid, maar kunnen het effect daarvan niet in cijfers omzetten. Geweten is dat Vlaanderen, sinds de deelstaten die bevoegdheid kregen in een vorige staatshervorming, een actievere preventiepolitiek voert dan de Franse Gemeenschap. Die zou die bevoegdheid zelfs liever kwijt zijn. Vlaanderen heeft officiële gezondheidsdoelstellingen uitgewerkt (waaronder enkele die de hart- en vaatziekten beïnvloeden). Het heeft daarvoor een budget en een Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie dat een netwerk heeft uitgebouwd met lokale gezondheidsoverleg (Logo's) dat alle Vlaamse gemeenten omspant.
14 aug 2007 08u53
zie ook rubriek