Patiënten die na een hartinfarct depressief zijn geworden, hebben een betere hartprognose als hun depressie effectief wordt behandeld. Zij hebben vier tot vijf keer zo weinig complicaties aan hun hart -nieuwe ziekenhuisopname of overlijden - dan patiënten die niet opknappen door antidepressiva. Dit blijkt uit onderzoek van psycholoog Peter de Jonge van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Hij publiceert deze week over zijn onderzoek in het gerenommeerde American Journal of Psychiatry.
Ongeveer 30.000 Nederlanders hebben jaarlijks te maken met een hartinfarct' style='color:#00896e;border-bottom:1px dotted #00896e;'>hartinfarct; een kwart van hen wordt daarna depressief. Eerder al was gebleken dat een depressie na een hartinfarct de kans op overlijden en het krijgen van een nieuw hartinfarct verdubbelt.
Prognose na hartinfarct
Onderzoekers van de afdelingen psychiatrie en cardiologie van het UMCG hebben een grootschalig onderzoek uitgevoerd waarin zij zijn nagegaan of mensen die door medicatie al dan niet opknappen van hun depressie, ook een betere prognose van hun hart hebben. Zij deden dit in samenwerking met verschillende ziekenhuizen in het land en gesubsidieerd door de Nederlandse Hartstichting.
Uit hun onderzoek blijkt hier inderdaad een verband tussen te bestaan. Patiënten die effectief waren behandeld voor hun depressie hadden een betere prognose van het hart dan mensen bij wie de antidepressieve medicatie niet effectief was geweest. Zij hebben vier tot vijf keer minder complicaties van het hart (overlijden of ziekenhuisopname vanwege het hart). Mensen bij wie de medicatie niet effectief was, hadden zelfs een slechtere prognose dan onbehandelde controle patiënten.
VIDI-beurs
De bevindingen suggereren dat depressie een rol speelt in de progressie van hartziekte. Psycholoog Peter de Jonge heeft recentelijk een VIDI-beurs gekregen om meer onderzoek te kunnen doen naar welke depressies het meeste effect hebben op het hart en hoe effectievere vormen van antidepressieve behandeling ontwikkeld kunnen worden. De VIDI-beurs omvat een subsidiebedrag van 600.000 euro.
Prognose na hartinfarct
Onderzoekers van de afdelingen psychiatrie en cardiologie van het UMCG hebben een grootschalig onderzoek uitgevoerd waarin zij zijn nagegaan of mensen die door medicatie al dan niet opknappen van hun depressie, ook een betere prognose van hun hart hebben. Zij deden dit in samenwerking met verschillende ziekenhuizen in het land en gesubsidieerd door de Nederlandse Hartstichting.
Uit hun onderzoek blijkt hier inderdaad een verband tussen te bestaan. Patiënten die effectief waren behandeld voor hun depressie hadden een betere prognose van het hart dan mensen bij wie de antidepressieve medicatie niet effectief was geweest. Zij hebben vier tot vijf keer minder complicaties van het hart (overlijden of ziekenhuisopname vanwege het hart). Mensen bij wie de medicatie niet effectief was, hadden zelfs een slechtere prognose dan onbehandelde controle patiënten.
VIDI-beurs
De bevindingen suggereren dat depressie een rol speelt in de progressie van hartziekte. Psycholoog Peter de Jonge heeft recentelijk een VIDI-beurs gekregen om meer onderzoek te kunnen doen naar welke depressies het meeste effect hebben op het hart en hoe effectievere vormen van antidepressieve behandeling ontwikkeld kunnen worden. De VIDI-beurs omvat een subsidiebedrag van 600.000 euro.
