Het Verbond der Verzorgingsinstellingen (VVI) stelt minister van Werk Vanvelthoven in gebreke. Die legt via een omzendbrief immers
onaanvaardbare verplichtingen op aan werkgevers van zorgvoorzieningen in geval van een staking. Daardoor kunnen de verzorging en de veiligheid van patiënten en bewoners in het gedrang komen. Eerder al stelde het VVI hieromtrent een annulatieberoep in bij de Raad van State.
onaanvaardbare verplichtingen op aan werkgevers van zorgvoorzieningen in geval van een staking. Daardoor kunnen de verzorging en de veiligheid van patiënten en bewoners in het gedrang komen. Eerder al stelde het VVI hieromtrent een annulatieberoep in bij de Raad van State.
In het Staatsblad van 6 juli 2007 verscheen een omzendbrief van
minister Vanvelthoven over opeisingen in geval van staking. De
minister verplicht de werkgevers hierin zelf opeisingsbevelen te
verspreiden onder hun personeelsleden.
Concreet betekent dit dat werkgevers, in geval van staking, zelf
verantwoordelijk zijn voor een gegarandeerde minimumbezetting daar
waar nodig.
Tot nu toe lag die verantwoordelijkheid bij de provinciegouverneur.
Die maakte de opeisingsbevelen op en verspreidde ze, eventueel met
hulp van de bevoegde politiediensten. De gouverneur heeft immers
wettelijke bevoegdheden om de noodzakelijke werknemers op de
werkvloer krijgen.
Op die manier was een werkgever altijd zeker dat diensten voldoende
bemand waren, en dat bijgevolg de patiënt of bewoner de noodzakelijke
kwalitatieve zorg zou krijgen.
De omzendbrief van de minister heeft deze procedure gewijzigd zonder
de bestaande wettelijke regelingen in acht te nemen.
Volgens het VVI gaat minister Vanvelthoven zijn bevoegdheid te
buiten. Een omzendbrief kan immers niet afwijken van wettelijke
bepalingen van algemeen belang.
Bovendien biedt de nieuwe procedure geen enkele garantie dat de
nodige werknemers aanwezig zijn bij een staking. Werkgevers
beschikken namelijk niet over de nodige politionele bevoegdheden om
voldoende werknemers op de werkvloer te krijgen.
Dit alles betekent dat in geval van staking het gevaar bestaat dat er
onvoldoende personeel aanwezig zal zijn, zodat de continuïteit van
zorg in het gedrang kan komen.
Het is onaanvaardbaar dat de nieuwe opeisingsprocedure patiënten en
bewoners in gevaar kan brengen.
Daarom heeft het VVI beslist om bij de Raad van State een
annulatieberoep in te stellen tegen de omzendbrief, tegelijk met een
ingebrekestelling van de minister van Werk.
minister Vanvelthoven over opeisingen in geval van staking. De
minister verplicht de werkgevers hierin zelf opeisingsbevelen te
verspreiden onder hun personeelsleden.
Concreet betekent dit dat werkgevers, in geval van staking, zelf
verantwoordelijk zijn voor een gegarandeerde minimumbezetting daar
waar nodig.
Tot nu toe lag die verantwoordelijkheid bij de provinciegouverneur.
Die maakte de opeisingsbevelen op en verspreidde ze, eventueel met
hulp van de bevoegde politiediensten. De gouverneur heeft immers
wettelijke bevoegdheden om de noodzakelijke werknemers op de
werkvloer krijgen.
Op die manier was een werkgever altijd zeker dat diensten voldoende
bemand waren, en dat bijgevolg de patiënt of bewoner de noodzakelijke
kwalitatieve zorg zou krijgen.
De omzendbrief van de minister heeft deze procedure gewijzigd zonder
de bestaande wettelijke regelingen in acht te nemen.
Volgens het VVI gaat minister Vanvelthoven zijn bevoegdheid te
buiten. Een omzendbrief kan immers niet afwijken van wettelijke
bepalingen van algemeen belang.
Bovendien biedt de nieuwe procedure geen enkele garantie dat de
nodige werknemers aanwezig zijn bij een staking. Werkgevers
beschikken namelijk niet over de nodige politionele bevoegdheden om
voldoende werknemers op de werkvloer te krijgen.
Dit alles betekent dat in geval van staking het gevaar bestaat dat er
onvoldoende personeel aanwezig zal zijn, zodat de continuïteit van
zorg in het gedrang kan komen.
Het is onaanvaardbaar dat de nieuwe opeisingsprocedure patiënten en
bewoners in gevaar kan brengen.
Daarom heeft het VVI beslist om bij de Raad van State een
annulatieberoep in te stellen tegen de omzendbrief, tegelijk met een
ingebrekestelling van de minister van Werk.
