De eerste ingreep in Leuven dateert van 1991. Sinds 2000 is het aantal operaties per jaar merkelijk gegroeid, tot zo'n 40 momenteel. De 400ste transplantatie betrof een patiënt met een terminaal emfyseem voor wie de ingreep de enige kans op overleven was. Het overlevingscijfer is de afgelopen jaren sterk verbeterd.
Het UZ Leuven scoort momenteel met een overlevingspercentage na 1 jaar van 90 procent en na 5 jaar van 72 procent beter dan de gemiddelden van het Internationaal Longtransplantatie Register. Die zijn respectievelijk 78 en 50 procent. Er moet wel nog een lange weg afgelegd worden vooraleer longtransplantaties dezelfde overlevingscijfers kunnen voorleggen als nier- of harttransplantaties.
Door een chronisch tekort aan donororganen sterft jaarlijks nog steeds 10 procent van de wachtende patiënten. Om het tekort op te vangen, is het UZ gestart met het 'non-heart beating'-donorprogramma. Hierbij wordt niet louter gebruik gemaakt van de klassieke donor, die hersendood is maar van wie het hart nog klopt, maar ook van de donor die overleden is na hartstilstand. De eerste transplantaties met dergelijke donoren leverden positieve resultaten op.
Door een chronisch tekort aan donororganen sterft jaarlijks nog steeds 10 procent van de wachtende patiënten. Om het tekort op te vangen, is het UZ gestart met het 'non-heart beating'-donorprogramma. Hierbij wordt niet louter gebruik gemaakt van de klassieke donor, die hersendood is maar van wie het hart nog klopt, maar ook van de donor die overleden is na hartstilstand. De eerste transplantaties met dergelijke donoren leverden positieve resultaten op.
