Vlaams minister van Volksgezondheid, Welzijn en Gezin, Steven Vanackere, gaf in september al aan dat hij de substantiële verhoging van het budget voor het Vlaams agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) wil gebruiken om een aantal nieuwe accenten te leggen die een betekenisvolle knik in de wachtlijsten moeten realiseren.
Naast een creatieve aanpak van de dringendste zorgvragen en het toepassen van de zorggradatie wil Steven Vanackere nu snel werk maken van de uitbouw en het op de sporen zetten van de zorgregie. De mededeling van de uitvoeringsrichtlijnen voor de Zorgregie aan de Vlaamse Regering vandaag is dan ook een belangrijke stap voorwaarts.
Dat de nood hoog is, blijkt nog maar eens uit het aantal geregistreerde zorgvragen: 9.203. Dit is een stijging van 12,3% ten opzichte van 30 juni 2006. Enkele oorzaken voor de stijging: meer minderjarigen laten zich registreren, het aantal personen met een erkende handicap wordt steeds groter en het feit dat mensen die al hulp krijgen die niet helemaal aangepast is aan hun noden, ook geregistreerd worden.
Uit de cijfers blijkt ook dat de stijging van de zorgvragen voor de zwaardere ondersteuningsvormen relatief laag blijft. Bovendien werden de effecten van het uitbreidingsbeleid van september 2007 nog niet opgenomen in de cijfers. Dit uitbreidingsbeleid creëert 1054 bijkomende plaatsen in de (semi-) residentiële en ambulante zorg.
Vandaar dat minister Vanackere werk maakt van de uitbouw en de verdere perfectionering van de zorgregie. Zorgregie is de verzamelnaam voor zorgvraagregistratie, zorgbemiddeling, -afstemming en -planning. In de toekomst zal het VAPH, in nauw overleg met het werkveld, de zorgregie regelmatig evalueren, verder operationaliseren en concrete afspraken maken en richtlijnen verspreiden. Na zes maanden werking zal het VAPH een eerste evaluatie uitvoeren.
De uitvoeringsrichtlijnen van de zorgregie bevatten twee belangrijke protocols. Het protocol urgentiecodering geeft duidelijke richtlijnen voor het toekennen van de urgentiecode aan de ondersteuningsvragen van de persoon met een handicap. De urgentiecode van de zorgvraag bepaalt de voorrang die de zorgvraag krijgt bij het vrij- of bijkomen van een geschikt aanbod. Het protocol "noodsituatie" garandeert de persoon met een handicap, die zich acuut in een onhoudbare situatie bevindt, een onmiddellijke oplossing. Binnen een periode van 6 tot 10 weken na de start van "de noodoplossing", wordt een effectieve ondersteuning op maat van deze persoon op punt gesteld.
De startdatum van de ingebruikname van de nieuwe uitvoeringsrichtlijnen is vastgesteld op 1 januari 2008.
Dat de nood hoog is, blijkt nog maar eens uit het aantal geregistreerde zorgvragen: 9.203. Dit is een stijging van 12,3% ten opzichte van 30 juni 2006. Enkele oorzaken voor de stijging: meer minderjarigen laten zich registreren, het aantal personen met een erkende handicap wordt steeds groter en het feit dat mensen die al hulp krijgen die niet helemaal aangepast is aan hun noden, ook geregistreerd worden.
Uit de cijfers blijkt ook dat de stijging van de zorgvragen voor de zwaardere ondersteuningsvormen relatief laag blijft. Bovendien werden de effecten van het uitbreidingsbeleid van september 2007 nog niet opgenomen in de cijfers. Dit uitbreidingsbeleid creëert 1054 bijkomende plaatsen in de (semi-) residentiële en ambulante zorg.
Vandaar dat minister Vanackere werk maakt van de uitbouw en de verdere perfectionering van de zorgregie. Zorgregie is de verzamelnaam voor zorgvraagregistratie, zorgbemiddeling, -afstemming en -planning. In de toekomst zal het VAPH, in nauw overleg met het werkveld, de zorgregie regelmatig evalueren, verder operationaliseren en concrete afspraken maken en richtlijnen verspreiden. Na zes maanden werking zal het VAPH een eerste evaluatie uitvoeren.
De uitvoeringsrichtlijnen van de zorgregie bevatten twee belangrijke protocols. Het protocol urgentiecodering geeft duidelijke richtlijnen voor het toekennen van de urgentiecode aan de ondersteuningsvragen van de persoon met een handicap. De urgentiecode van de zorgvraag bepaalt de voorrang die de zorgvraag krijgt bij het vrij- of bijkomen van een geschikt aanbod. Het protocol "noodsituatie" garandeert de persoon met een handicap, die zich acuut in een onhoudbare situatie bevindt, een onmiddellijke oplossing. Binnen een periode van 6 tot 10 weken na de start van "de noodoplossing", wordt een effectieve ondersteuning op maat van deze persoon op punt gesteld.
De startdatum van de ingebruikname van de nieuwe uitvoeringsrichtlijnen is vastgesteld op 1 januari 2008.
