Stof in pepernoten kankerverwekkend

Acrylamide zit in chips, frites, koffie en koekjes zoals pepernoten en speculaas, en is bij mensen waarschijnlijk kankerverwekkend. Dat blijkt uit Nederlands onderzoek.
Rotterdam, 15 nov. Acrylamide in het eten verhoogt de kans op baarmoeder- en eierstokkanker. Onderzoekers van de Universiteit Maastricht, van de Voedsel en Waren Autoriteit en van TNO Kwaliteit van Leven die de ontdekking deden stelden daarmee voor het eerst vast dat acrylamide bij mensen vermoedelijk kankerverwekkend is. Het onderzoek is gisteren gepubliceerd in het Amerikaanse wetenschappelijke tijdschrift als.org/>Cancer Epidemiology, biomarkers and Prevention.

In 2002 ontdekten Zweedse onderzoekers – min of meer bij toeval – dat er acrylamide zit in gebakken voedsel waar meel en suiker in is verwerkt: chips, frites, koekjes, crackers en brood. Later werd het ook in koffie gevonden. Acrylamide is officieel geclassificeerd als kankerverwekkende stof, op grond van proefdieronderzoek. Het nieuws raasde wereldwijd rond en veroorzaakte ongerustheid. Ook het typisch Nederlandse product ontbijtkoek bleek veel acrylamide te bevatten. Toevallig ontstaan door een ‘ideale’ combinatie van meel, glucose- en fructosestroop en het bakpoeder ammoniumbicarbonaat. Andere gekruide koekjes zijn soms acrylamiderijk. In de komende weken zijn dat vooral pepernoten, taai taai en speculaas.

Epidemioloog prof.dr. Piet van den Brandt: „Maar na al dat nieuws bleek dat bij mensen nooit was aangetoond dat acrylamide kankerverwekkend is. In de meeste landen zijn overheid en industrie uit voorzorg gaan kijken of het gehalte acrylamide teruggedrongen kan worden.” Dat is inmiddels bij een aantal voedingsmiddelen gelukt.

Teruggelopen
De Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) publiceerde dit voorjaar meetgegevens waaruit bleek dat het acrylamidegehalte van ontbijtkoek was teruggelopen van ruim 1.000 naar 350 microgram per kilo. En in chips van ruim 1.200 naar 340. In frites bleef het gehalte echter constant, ruim 300. Dat kan allemaal door andere grondstoffen, lagere baktemperatuur en verandering van receptuur. Fijnchemiefabrikant DSM levert een enzym dat in meel het aminozuur asparagine afbreekt. Asparagine is het basismolecuul waaruit acrylamide ontstaat. Uit Zwitsers onderzoek bleek dat overschakelen van het bakpoeder ammoniumbicarbonaat naar natriumbicarbonaat de acrylamidevorming al fors vermindert. Dat is inmiddels gemeengoed in de koekindustrie.

Van den Brandt: „In Nederland wilde de VWA ook weten of acrylamide bij mensen wel kankerverwekkend is. Bij ratten veroorzaakt de stof bijvoorbeeld kanker in de teelballen, de schildklier, de milt en de bijnieren. Dat zijn tumoren die niet vaak bij de mens worden gevonden. De vraag was wat het proefdieronderzoek voor de mens betekende.” De VWA financierde onderzoek in het bestand van de Nederlandse Cohort Studie naar voeding en kanker. Dat is een onderzoek onder ruim 120.000 Nederlanders van 55 tot 70 jaar oud. In 1986 vulden die mensen vragenlijsten in over hun eet- en leefgewoonten. Ieder jaar kijken de Maastrichtse epidemiologen die het onderzoek uitvoeren wie van die mensen kanker kregen.

Van de 62.000 vrouwen die aan de cohortstudie meedoen kregen er in de studieperiode 327 baarmoederkanker, 300 eierstokkanker en 1.835 borstkanker. Epidemiologe Janneke Hogervorst promoveert op het acrylamide-onderzoek: „Wij gaan een hele reeks kankers bekijken, in darm, maag, slokdarm, nier, blaas, prostaat en long. Maar we zijn begonnen met een groep hormoongevoelige tumoren, met borst-, eierstok- en baarmoederkanker.”

Het vermoeden bestaat dat acrylamide kanker kan veroorzaken door de hormoonhuishouding te beïnvloeden. Maar een andere mogelijkheid is dat acrylamide in het lichaam afbreekt tot een stof die ons dna kan beschadigen. Hogervorst analyseerde de ingevulde voedingsvragenlijsten van de vrouwen in de onderzoeksgroep. Dit leverde op dat de 20 procent vrouwen die de meeste acrylamide aten een tweemaal zo hoge kans op baarmoeder- en eierstokkanker had als de 20 procent vrouwen met de laagste acrylamide-inname.

Behoorlijk effect
De vraag is of het zin heeft daar in de praktijk rekening mee te houden. „Het is een behoorlijk effect,” zegt Hogervorst. „In verhouding tot de grootte van de al bekende risicofactoren voor baarmoeder- en eierstokkanker is het risico van acrylamide zeker niet verwaarloosbaar.”

De verwachting is, zegt Hogervorst, dat ongeveer 1,5 op de 100 vrouwen ooit in haar leven baarmoederkanker krijgt. Bij een hoge acrylamide-inname kan dat ongeveer 3 op de 100 worden. De kans op eierstokkanker is iets lager. borstkanker, de meest voorkomende kanker bij vrouwen treft ongeveer 1 op de 10 vrouwen ooit in hun leven. Maar daar heeft acrylamide dus geen invloed op.

Van den Brandt: „Onze vondst dat borstkanker geen verband heeft met acrylamideconsumptie was al eerder gedaan. Het is een bevestiging. Naar baarmoeder- en eierstokkanker was nog niet eerder goed gekeken. Onze resultaten zijn statistisch hard, maar er is nog wel twijfel mogelijk. Om zekerder te zijn, moet je hetzelfde resultaat tenminste nog een keer in een andere onderzoeksgroep zien.”

In een vijftal eerdere epidemiologische onderzoeken is tot nu toe nooit gebleken dat acrylamide bij mensen kanker kan veroorzaken. Maar het Nederlandse is methodologisch duidelijk beter.

Het acrylamidegehalte in de Nederlandse voeding mag dan zijn gedaald, de risico’s op kanker in het Maastrichtse onderzoek zijn vastgesteld bij mensen die eigenlijk maar weinig acrylamide binnenkregen. De 55-plussers die in 1986 aan de Nederlandse cohortstudie mee gingen doen aten weinig chips en frites. En dat zijn tegenwoordig grote bronnen voor acrylamide in Nederland. In de Nederlandse Cohort Studie bepaalde vooral een dagelijks plakje ontbijtkoek of iemand veel of weinig acrylamide binnen kreeg.

Hogervorst: „De laatste voedselconsumptiepeiling onder de Nederlanders van alle leeftijden was in 1998. Toen was de acrylamide-inname duidelijk hoger dan in onze onderzoeksgroep. In ons onderzoek komt bijvoorbeeld slechts drie procent van de acrylamide-inname uit de consumptie van chips. In de hele bevolking was dat in 1998 een derde. Bij kinderen zelfs bijna de helft.”
15 nov 2007 15u17
zie ook rubriek