Het Grote Rusthuizenrapport

Verschillende media publiceren een synthese van 730 inspectieverslagen van de Vlaamse rusthuizen en maakte een genuanceerde analyse van de resultaten. Het Verbond der Verzorgingsinstellingen (VVI) en het Vlaams Welzijnsverbond bevestigen dat voorzieningen in de ouderenzorg, de zorg van personen met een handicap, de jeugdhulp en de kinderopvang de opdracht hebben de kwaliteit van hun werking te toetsen, voortdurend verbeteringstrajecten op te zetten en over de resultaten te informeren!
Door het Vlaams decreet op de openbaarheid van bestuur (decreet betreffende de openbaarheid van bestuur – 26/03/2004 – BS 01/07/2004 erratum BS 18/08/2004 en omzendbrief 1/12/2006 – BS 23/03/2007) heeft elke burger het recht om de inspectieverslagen van een voorziening op te vragen. Van dit recht maakte Het Nieuwsblad gebruik om zijn Grote Rusthuizenrapport te stofferen. De vraag is of de inspectieverslagen het geschikte middel zijn om aan de geïnteresseerden en de brede maatschappij relevante informatie over de welzijnsvoorzieningen te verstrekken...

Het VVI en het Vlaams Welzijnsverbond vinden transparante informatie over de kwaliteit van de zorg in de welzijnsvoorzieningen van groot belang. Zowel de huidige als de toekomstige gebruiker, het personeel en de bestuurders als de brede omgeving hebben terecht belangstelling voor het reilen en zeilen van de welzijnsvoorzieningen! Deze informatie maakt de doelstellingen van de organisatie helder voor medewerkers. Het helpt de raad van bestuur om de strategische doelen te bepalen en toe te zien op de uitvoering ervan. Door heldere informatie te verstrekken weten de gebruikers wat ze kunnen verwachten van de hulp- en dienstverlening en wordt het voor hen gemakkelijker om hun vragen en behoeften bespreekbaar te maken. De welzijnsvoorzieningen nemen een maatschappelijke opdracht op met overheidsmiddelen. Een duidelijke communicatie naar de brede samenleving over hoe ze op een solidaire basis tegemoet komen aan noden in de samenleving, legitimeert hun opdracht en sterkt hun geloofwaardigheid. Deze informatie maakt dat de omgeving (andere organisaties, maar vooral mogelijke toekomstige gebruikers) de welzijnsvoorziening kan leren kennen.

Alleen is de vraag door wie en op welke manier deze communicatie het best verloopt, zodat de welzijnsvoorzieningen in alle vertrouwen aan hun eigen kwaliteit kunnen werken en de (toekomstige) gebruikers en hun familie die informatie vinden die ze nodig hebben om weloverwogen keuzes te maken in hun zoektocht naar de gepaste hulp- en dienstverlening. Het is zeer de vraag of de inspectieverslagen wel het geschikte middel zijn om aan de ouders en de brede maatschappij relevante informatie over de welzijnsvoorzieningen te verstrekken. Inspectieverslagen zijn hiervoor immers vandaag niet bedoeld. Het openbaar maken van dergelijke rapporten houdt het risico in dat mensen er één element uithalen en los van de context gaan interpreteren of verkeerd begrijpen, en daaruit verkeerde conclusies trekken.

Wanneer de informatie kan gelinkt worden aan concrete individuen, ontstaat een inbreuk op de privacy. Bovendien geven de verslagen een momentopname weer, en hebben ze dus een relatief karakter. Het gevaar bestaat dat voorzieningen zich gaan toespitsen op wat verwacht wordt door de inspectie en de stakeholders… Tenslotte zijn inspectieverslagen ongeschikt om welzijnsvoorzieningen onderling met elkaar te vergelijken, omdat tijdens de inspectiebezoeken niet bij alle voorzieningen hetzelfde kwaliteitsaspect gemeten wordt. De inspectieverslagen zijn wél een belangrijke informatiebron voor de organisaties om aan de eigen kwaliteit te werken. De inspectie ziet er immers op toe dat welzijnsvoorzieningen werk maken van een kwaliteitsbeleid. Deze externe toets spoort hen ertoe aan voldoende kritisch te werk te gaan en dit kan de interne werking mee in de goede richting sturen. Inspectieverslagen hebben in eerste instantie tot doel de interne kwaliteitszorg van de welzijnsvoorzieningen te dienen, hen te stimuleren en erop toe te zien dat de punten waar de voorzieningen tekort schieten daadwerkelijk worden aangepakt. Ook medewerkers en gebruikers moeten in een cultuur van actieve openbaarheid betrokken worden. Dat kan bij voorbeeld via tevredenheidsenquêtes en een laagdrempelige klachtenprocedure. Alleen zo kunnen pijnpunten in de werking aangekaart worden en kan men erop rekenen dat er met de informatie vertrouwelijk omgegaan wordt én dat er iets mee gebeurt! Ook daarom is het belangrijk dat informatie die ingewonnen werd voor de interne kwaliteitszorg best niet in de openbaarheid komt. Door hierover intern te communiceren en er de nodige acties rond op te zetten garanderen voorzieningen dat er niet vrijblijvend mee omgesprongen wordt.

Welzijnsvoorzieningen beseffen zeer goed dat ze een maatschappelijke opdracht hebben! In dit kader pleiten het VVI en het Vlaams Welzijnsverbond voor een actieve openbaarheid, die in eerste instantie een zaak is van de voorzieningen zelf: zij moeten zowel intern als extern informeren over en verantwoording afleggen over de kwaliteit van hun zorg. Die openbaarheid kan ook waar gemaakt worden in overleg met andere voorzieningen in de eigen sector: dit overleg kan voorzieningen ertoe aanzetten om over de grenzen van de eigen organisatie te kijken en zich te positioneren tegenover de collega-voorzieningen. Door zich te vergelijken met andere voorzieningen uit de sector krijgt men immers een zicht op de eigen sterktes en zwaktes. Het Vlaams Welzijnsverbond en het VVI spelen hierbij een belangrijke rol: op diverse overlegmomenten van onze verenigingen wisselen voorzieningen ervaringen uit en wordt de kennis en know how met elkaar gedeeld in functie van een betere dienstverlening.

Tenslotte hebben de voorzieningen baat bij een inspectie die transparant is, methodisch werkt en met hen in communicatie treedt. Inspectie en welzijnsvoorzieningen moeten partners zijn in het garanderen van kwaliteitsvolle zorg. Zonder aan de autonomie van de welzijnsvoorzieningen te raken, kan de inspectie een belangrijke aanzet geven tot bijsturing en verbetering van de werking op sectoraal niveau, op voorwaarde dat hun bevindingen doorgesproken worden met de sector. Alleen door deze bevindingen, meningen en visies samen te leggen, kan vooruitgang geboekt worden!

Een overdaad van regels en normen door verschillende inspectiediensten moet worden vervangen door een transparant en geïntegreerd inspectiebeleid. Door administratieve overlast weg te werken, zal het vertrouwen tussen inspectie en voorziening groeien.
20 nov 2007 12u25
zie ook rubriek